Moordenaars, sadisten, verkrachters

Drie jaar na Instinct maakte Halina Reijn deze zomer haar Amerikaanse speelfilmdebuut met de horrorfilm Bodies Bodies Bodies. Gemaakt voor de toonaangevende independent studio A24, ook verantwoordelijk voor films als Oscar-winnaar Moonlight, de moderne horror-klassieker Midsommar, en het inventieve kassucces Everything everywhere all at once. Een opmerkelijke opstap voor de 46-jarige regisseur-actrice-schrijver-producer, die zelf Nederlands nuchter blijft onder het internationale succes. 

Het verhaal achter de film begon toen A24 in 2018 een spec script van Bodies Bodies Bodies kocht van de Amerikaanse schrijfster Kristen Roupenian. De film zou in eerste instantie worden geregisseerd door Chloe Okuno, maar in april 2021 werd bekendgemaakt dat Reijn de film ging regisseren naar een script van Sarah DeLappe, met een cast bestaande uit o.a. Amandla Stenberg, Maria Bakalova en Pete Davidson.

Bodies Bodies Bodies is niet alleen de titel van de film, maar ook de naam van een drankspel, dat door de zeven hoofdpersonen – vijf vrouwen, twee mannen – wordt gespeeld tijdens een letterlijk en figuurlijk stormachtige avond in de luxe villa van de afwezige ouders van een van hen. De film begint volgens de maakster als een ‘hang-out film’, maar op het moment dat de WiFi uitvalt, verandert Bodies in een horrorfilm en en wordt duidelijk dat niet alle aanwezigen het einde van de nacht gaan halen in een moderne variant vol giftig gedrag op het klassieke And then there were none van Agatha Christie. 

We ontmoeten elkaar in het Amsterdamse hotel The Grand, waar Reijn voor een echte persdag is neergestreken. Hoewel ze wordt geplaagd door een enorme jetlag, praat ze vol enthousiasme over de film.

Hoe ben je op de regiestoel van deze Amerikaanse speelfilm beland? 
“Toen Instinct uitkwam en op festivals te zien was, tekende ik bij een Amerikaanse agent. Op het filmfestival van Toronto waren alle Amerikaanse studio’s aanwezig. Maar ik vroeg steeds: hoe zit het met A24? Zij hebben een niche in de markt gevonden waarbij ze kunstzinnige films aan de massa weten te verkopen. We hoorden niks van hen, tot we op het Filmfestival van Londen waren en ze belden. Ze hadden de film gezien en wilden in gesprek. Ik had meteen het gevoel: dit is het. Hun aanpak doet me heel erg denken aan Ivo van Hove en aan zijn manier van werken bij ITA. Hij maakt experimenteel en compromisloos theater. Maar tegelijk moeten alle zalen vol zitten, of we nu in China spelen of waar ook ter wereld. Ik heb dat altijd heel vet gevonden, dat mixen van hoge en lage cultuur. Dat wil ik ook met mijn films doen.”

Je werkt jezelf helemaal de dood in. Maar ze gaan nergens voorliggen

A24 benaderde Reijn vervolgens met het verhaal van Kristen Roupenian, dat ze nog steeds wilden laten verfilmen. “Ik kende haar verhaal Cat Person, dat viraal was gegaan en dat ik had gelezen. Dus ik was heel benieuwd naar het verhaal van Bodies Bodies Bodies. Maar het enige dat ik er echt vet aan vond, was het spel Mafia Moordenaartje, omdat ik dat altijd met mijn vrienden speelde en dat altijd gedoe opleverde. Het idee van een soort psychologische oorlogsvoering op een enkele locatie, dat kammerspiel-achtige, dat lag me wel. Dat had Instinct ook, maar dan op een andere manier, in de gevangenis.

Maar ik dacht ook: het is een echte genrefilm, ik weet niet of me dat wel ligt. Ze kunnen beter iemand anders zoeken. Maar ze bleven aandringen. Dus op een gegeven moment zei ik: als ik het doe, dan moet het zoiets zijn als Lord of the Flies meets Mean Girls. Het moet gaan over wat in ons zit, niet in iets dat buiten ons zit. Het moet gaan over dat we allemaal slecht zijn. We zijn allemaal moordenaars, sadisten en verkrachters. We kunnen dat niet blijven ontkennen. Het is geen geest, het zit niet onder de bank, het is geen haunted house. En daar sloegen zij op aan. Ze vonden dat helemaal super.”

Halina Reijn bij de opnames van Bodies Bodies Bodies. Foto Gwen Capistran

Hoe ging het daarna verder?
“Dat was ook hun volgende vraag: hoe gaan we dat aanpakken? Ik wilde graag met een toneelschrijver werken, net zoals ik met Esther Gerritsen werk. Toneel is het enige dat ik ken. Toen stelden ze mij aan een jonge schrijfster voor, Sarah DeLappe, die het geweldige stuk Wolves had geschreven waar ik helemaal verliefd op werd. Ik ken weinig modern toneel, bij Ivo van Hove doen we altijd bewerkingen van klassiek toneel. Maar ik vind dat Sarah zich daarmee kan meten. 

Ik heb het plan voor haar gepitcht, wat ik doodeng vond. Maar gelukkig zag ze het zitten. Toen hebben we die premisse van Lord of the Flies en Mean Girls gepakt en het verhaal helemaal opnieuw geconstrueerd. Het hedonistische uitgangspunt, daar kon ik wel wat mee. En het schrijven met Sarah was te gek. We hebben heel lang aan het script gewerkt tot het echt in good shape was.”

Hoeveel invloed heb je op zo’n Amerikaanse productie?
“Wat A24 volgens mij uniek maakt, is de vraag die ze blijven stellen: wat wil jij? Hun trademark zijn de films van Ari Aster en de Safdie Brothers, dat is wat ze doen. Zij zeggen: het gaat er niet om wat wij willen, maar om wat jij wilt als filmmaker. Ik kreeg echt alle vrijheid. Ik wilde met Jasper Wolf als cameraman werken. Hij is echt mijn partner in crime. Dat was  okay. We mochten ons eigen plan trekken.

De enige kanttekening die je zou kunnen maken is dat ze met kleine budgetten werken. Ook dat hoort bij hun werkwijze. Je werkt jezelf helemaal de dood in. Maar ze gaan nergens voorliggen. Ze doen test screenings, maar alleen om te weten wat ze kunnen verwachten, niet om achteraf aan de film te gaan sleutelen. Dus ik wil nooit meer weg bij die mensen. Ik heb mijn huis wel gevonden.”

Giftig gedrag is een belangrijk thema in de film. Maar niet alleen bij mannen, zeker en misschien nog wel meer bij vrouwen. “Dat is echt mijn thema. Instinct had dat helemaal. De serie Red Light ook op een bepaalde manier. Waarom gaan sekswerkers zo vaak terug naar hun pooiers?” Reijn zegt dat ze zelf ook een immorele, giftige kant heeft. “Mijn grootste obsessie met wat ik wil maken, is dat ik alle schaduwen in mezelf wil vangen. Dat ik alles waar ik bang voor ben, alles waar ik me voor schaam, naar het licht probeer te brengen. En of dat door middel van een commerciële komedie is of een hele moeilijke  arthouse film, voor mij is het dezelfde thematiek.

Ik snap dat mensen bij Bodies denken, dit is een heel ander soort film dan Instinct, maar voor mij gaat het net zo goed over mezelf. Sommige mensen die me goed kennen, zien die karakters en zeggen: Oeh, er zitten wel veel privédingen in. Heel veel!”

Kun je daar wat meer over vertellen?
“In alle personages zitten brokjes van mezelf. Jordan, die heel praktisch is en alles regelt, dat was ik zelf in mijn  vriendengroep. Iedereen kwam bij mij  thuis, ik kookte, ik was echt de grote moederkloek. Dus dat herken ik heel erg. Maar ik herken me ook in Emma, die zo geobsedeerd is door het personage van Pete Davidson dat ze zich alleen maar de hele tijd als een dolfijn op het strand werpt. Ze is bovendien actrice, speelt Hedda Gabler wordt beticht wordt van nep-huilen.”

Halina lacht. “Het personage van Sophie hebben we dan weer gebaseerd op Platonov. Dat is een karakter op wie alle vrouwen in het gelijknamige toneelstuk verliefd zijn en hij heeft met iedereen wel een soort van geschiedenis. En hij is ook nog aan de alcohol. Zo zijn al die karakters gelaagd. Sommige mensen zeggen: die karakters zijn helemaal niet likable. Maar dat vind ik er juist interessant aan.”

Niet iedereen die Reijn kent van haar toneelwerk snapt dat ze een genrefilm als Bodies Bodies Bodies wil maken, maar dat vindt ze prima.

“Bodies is meer een komedie en een parodie dan alles wat ik tot nu toe heb gedaan. Ik heb tijdens het maken heel veel naar Reservoir Dogs gekeken, dat hielp me heel erg qua stijl. De personages van Tarantino zitten allemaal rare dingen te bespreken tussen het bloederige geweld door. In Bodies zitten de personages ook tussen de lijken te praten over hoe moeilijk het is om een podcast te maken. Ik heb veel lol gehad met het maken. Dat was na alle tragedies die ik heb opgevoerd best een opluchting.”

Naar aanleiding van de Amerikaanse release van de film publiceerde de cultuurwebsite Slate een artikel waarin een journaliste wees op de invloed van toneelstukken als Hedda Gabler en Obsession in Bodies Bodies Bodies.

“Zoiets is de interpretatie van de journaliste. Maar ik vond het wel tof dat een Amerikaanse recensente al die toneelstukken van ITA heeft gezien en dan parallellen trekt met de film die ik heb gemaakt. Dat verwacht je niet.” Ze denkt even na. “Kijk, ik ben 46 en ik ben in Amerika helemaal opnieuw begonnen. Ik heb in Nederland een carrière gehad die best wel publiek is geweest. In Amerika ben ik gewoon een maker, whatever. Ze zien mij zonder enige context. Maar alles wat ik doe komt voort uit mijn theaterverleden. Ik heb geen filmschool gedaan, toneel is mijn opleiding. Hedda Gabler, etcetera. Al die personages zijn mijn opleiding en die zal ik altijd met me meenemen.”

Kon je dat ook aan je actrices meegeven?
“Ja, ik heb ze die hele rare documentaire Bloot laten zien, die door Paul Cohen en Martijn van Haalen over Ivo van Hove en ons als acteurs is gemaakt. Ik heb ze allemaal Isabelle Huppert-films laten zien. Cassevetes-films. Ik heb ze Who’s afraid of Virginia Woolf laten zien. Dat speelt zich ook in een enkel huis af en is psychological warfare to the max. Dat vinden ze heerlijk.”

De acteurs in de film zijn allemaal heel jong, hongerig en gretig. Ik heb ze uitgelegd dat ik echt uit een keiharde discipline kom. Bij Ivo van Hove moet je niet durven je tekst niet te kennen. Dan begint hij niet eens te regisseren. Zo wil ik het ook doen. Maar ik zorg er ook voor dat de acteurs ruimte krijgen om te improviseren. Dat doet Ivo ook. Hij eist dat je daar op de toppen van je kunnen staat. In dat opzicht heb ik hem helemaal geïmiteerd.”

Hoe gingen de opnames?
“Het was voor het eerst dat ik een soort actiefilm ging maken. Tot nu toe was het lekker psychologisch drama, met mijn beste vrienden in de Bijlmerbajes. Nu stond ik opeens op een set met honderden mensen. En dan die regenmachines, die cranes en die stuntmannen. En die actrices, ik dacht echt: als dat maar goed gaat. Maar gelukkig hadden we elkaar. Anders hadden we het niet gered. 

We hadden maar 25 draaidagen. Dat is echt niks, want in Amerika moet alles altijd over honderden schijven en langs vierhonderd vakbonden. Het is echt niet zoals hier dat je even van locatie wisselt. Draag jij even die kabel, dan pak ik even die lamp? Nee! Die kabel mag je niet aanraken, naar die lamp mag je niet eens kijken. Jasper Wolf en ik moesten daaraan wennen. Bij Instinct was ons team zo goed op elkaar ingespeeld. Bij Bodies was het elke dag kafkaesk.

Jasper en ik zaten elk weekend zelf de opnameschema’s te maken. Dat was de grootste les. Covid was net voorbij dus iedereen was aan het draaien in New York. En we kenden daar niemand. Hier hebben we onze connecties. We pakken de telefoon, hee Carice hee Marwan, een beetje namedropping en dan komt iedereen wel. Maar daar waren we overgeleverd aan de goden. Het was een hard proces.”

Ik wil toch graag de vrouwelijke Paul Verhoeven worden

Toch laat Halina zich niet meer gek maken. “Ik ben gepokt en gemazeld door het werken met Ivo. Soms heb je de perfecte ingrediënten, het perfecte stuk, de perfecte cast, en dan denken we: dit wordt een hit en dan wil niemand het zien. De volgende keer denk je: dit is niks en dan blijkt het een knaller. Bij Bodies vind ik het bijzonder dat het zo goed loopt, dat er zoveel om te doen is. Natuurlijk zijn er ook mensen die het niks vinden, maar er wordt veel over geschreven. Het mag divisive zijn. Dat is goed juist. Het is ook veel om mee te maken. Ik ben blij dat ik nu even in Amsterdam ben. Het is een groot podium, het is overwhelming. Het is grappig, maar ook veel.”

Smaakt het naar meer?
“Ja.”

Wordt je volgende film ook een Amerikaanse film?
“Ja. Ik schrijf nu een film voor A24, die ikzelf ga regisseren. Het is een erotische thriller. Ik wil toch graag de vrouwelijke Paul Verhoeven worden.”

Nu ze even in Nederland is kan ze meer genieten van het succes. “In Amerika is het zo dat als je iets maakt dat succesvol is, iedereen aan je deur klopt. Dat is een droom, maar gisteren belde ik mijn agent en zei: ik vind het niet leuk, ik word er bang van. Een wereldberoemde acteur belde me op en zei: you’re mine. Dan denk ik toch: ik stap even op mijn fiets en ga naar Amsterdam. Doei.”

In zekere zin weerspiegelt zo’n intense reactie het heftige gedrag van de personages in de film, die ook vaak hoog in hun energie zitten.
“Zeker. Ik vergelijk het nu met het kerstdiner. Familie is alles. Dat vind ik echt. Mijn moeder, mijn gezin, mijn zussen zijn alles voor me. En met kerst vliegt iedereen in, je denkt het wordt geweldig, en dan zit je daar. En dan is het dus de hel. Dan regent het alleen maar verwijten. Het is ook zo apart aan mensen, onder bepaalde omstandigheden en druk veranderen we in beesten. 

Deze film is een fabel, maar ik vind het grappig dat Alice, die Rachel speelt, op een gegeven moment tegen een van de andere meiden zegt: and by the way… nobody likes you! Dan moet ik zo lachen. We kunnen ons allemaal inleven. We houden van mensen, maar haat en liefde liggen heel dicht bij elkaar. Of zoals in de film: we zeggen wel allemaal dat we je podcast leuk vinden, terwijl we het eigenlijk vreselijk vinden. Dat is pijnlijk herkenbaar.”

De film gaat ook over rijke jonge mensen met te veel privileges. Als ze kunnen doen wat ze willen, maken ze er ondanks al hun goede voornemens een zootje van.
“Ja, totaal. Ik denk dat dat het een echt Amerikaanse film maakt. Natuurlijk hebben wij dat ook wel dat er mensen met meer privileges zijn. Maar toen ik me er echt in verdiepte, besefte ik: de carrière die ik hier heb gehad, had ik daar never nooit kunnen hebben. Mijn ouders hadden allebei nul geld. Allebei kunstenaars. Niks. Toch kon ik naar de meest elitaire toneelschool. Want iedereen heeft toegang, je moet gewoon auditie doen. Hier kost het wat collegegeld, maar daar kost het gewoon honderdduizend dollar per jaar. Dat is echt afgrijselijk. Als je daar naar de dokter gaat, moet je 750 dollar betalen. Als je verzekert bent moet je 350 dollar betalen. Je hebt daar gewoon geen toegang tot dingen die wij hier als normaal ervaren. 

In de buurt in New York waar ik woon, liggen allemaal mensen zonder benen op straat. Mensen zoals jij en ik leven in hun auto’s. Leven op een bankje dat ze helemaal schoonhouden. Het is een verschrikkelijk land. Dat wilde ik er wel echt in hebben. Ik ben zo blij dat ik in Nederland ben geboren. Hier wil ik oud worden.”

Bodies draait sinds 8 september in de Nederlandse bioscopen.

Wat zoek je?