Personages tot leven brengen
De Academy Awards krijgen een nieuwe categorie: vanaf 2025 kan er ook gestemd worden voor de Beste Casting. Voor Plot een goede aanleiding om casting director Marina Wijn te interviewen, te meer omdat iedere scenarioschrijver het belang van goede casting onderkent, maar er vaak amper contact over is. Met welk oog leest zij scenario’s? Wat mist zij in karakterbijbels? Wat kan de scenarioschrijver leren van de casting director?
Marina Wijn werkt sinds 2002 als casting director en castte tijdens haar carrière meer dan honderd speelfilms en series. Daarnaast geeft ze les op toneelscholen in binnen- en buitenland en geeft ze met regisseur David Lammers trainingen voor professionele acteurs in acteren voor de camera. Marina is lid van het International Casting Directors Network (ICDN), de Casting Society of America (CSA) en The European Film Academy. Samen met Eva Loesberg schreef ze de roman Alles is Spel, een coming of age-verhaal, dat zich afspeelt in de castingwereld.
Hoe ben je in de castingwereld terechtgekomen?
“Ik hield altijd al van theater en daarom ben ik in Amsterdam theaterwetenschappen gaan studeren. Ik werkte in die tijd ook bij een radiozender (Noordzee FM, het huidige Q-Music), waarvoor ik bandjes scoutte. Toen ik voor mijn studie een stage zocht, dacht ik: ik hou én van scouten én van theater, dus ben ik bij Kemna Casting stage gaan lopen, en dat was met veel plezier. Ik vond het magisch om personages van papier tot leven te kunnen brengen. Vanuit die stage rolde ik in een baan en kreeg ik al snel de kans om eigen projecten te casten. Sinds 2009 cast ik op freelance basis en sinds zeven jaar heb ik mijn eigen bedrijf Marina Wijn Casting.”
Hoe gaat dat casten in zijn werk? Zoekt een producent contact met jou?
“Dat kan, die benadert me dan met de vraag of ik beschikbaar ben om een project te casten, maar het kan ook een regisseur zijn met wie ik al veel gewerkt heb, of een regisseur die een bepaalde casting van mij mooi vindt en denkt, hé, ik zou weleens met haar willen werken.”
Zeg je ook weleens nee tegen een project?
“Ja, natuurlijk, ik vind dat een project bij je moet passen. De gemene deler van mijn projecten is dat het acteursfilms zijn, dus waarin acteurs veel te spelen hebben. Ik doe liever karaktergedreven dan actiefilms.
De laatste vijf jaar richt ik me voornamelijk op speelfilms. Dat kan een Telefilm zijn, maar ook een bioscoopfilm, zowel arthouse als commercieel. Uitzondering was de serie Lampje, een mooi project van Mieke de Jong en Margien Rogaar, maar dat was vier keer vijftig minuten, dus dat voelde meer als een film. Het liefst werk ik met scenario’s met een verhaal waarvan ik vind dat het belangrijk is het verteld wordt.”
Kun je een voorbeeld noemen van zo’n scenario?
“Dan denk ik bijvoorbeeld aan Pink Moon, wat gaat over de vraag of iemand het recht heeft om voor euthanasie te kiezen. Of Paria over Ghanese vluchtelingen in Nederland, een verhaal dat de problematiek rond het Nederlandse asielvraagstuk blootlegt.”
Is het casten voor een commerciële film anders dan voor arthouse?
“Bij een commerciële film is het belangrijk dat er veel bekende namen worden gecast, mensen met bijvoorbeeld veel volgers. Er wordt heel veel geld geïnvesteerd door partijen die dat geld ook weer willen terugverdienen, en die zijn erbij gebaat dat er heel veel mensen naar komen kijken.”
Is jouw rol kleiner bij dat soort projecten?
“Mijn rol is anders. Ik kan wel een acteur kennen die geweldig is voor de hoofdrol, maar als hij niet bekend genoeg is, dan stel ik hem of haar niet voor. Maar zo’n film biedt vaak een kans voor wat minder bekend talent om in een bijrol een iets kleinere entree in het wereldje te maken om vervolgens hopelijk stappen te zetten naar een grotere rol.
Eigenlijk is mijn rol bij elk project weer anders, dat maakt het ook zo leuk. Bij elk project ga je met de producent en de regisseur kijken: wat is nu de juiste aanpak? Hoe is deze film het beste te casten? En dat is nooit hetzelfde, dat moet ook niet, want anders gaat er iets van authenticiteit verloren. Ik zie mezelf in die zin ook als medemaker.”
Dus die Academy Award voor Beste Casting is terecht?
“Ja, zeker omdat de casting director al in een vroeg stadium benaderd wordt, als het script nog in ontwikkeling is. Dan heb je ook een zekere invloed op het maakproces.”
Een casting director vraagt weleens om een karakterbijbel terwijl er al een script ligt. Is het scenario dan niet helder genoeg?
“Nou, in de fase van een eerste ronde-casting geven we vaak niet het hele script, dat vaak nog in ontwikkeling is. Maar een karakterbijbel is dan wel handig. En ook komt in het begin van de schrijffase de energie van de rol nog niet goed naar voren in het scenario, en dan helpt een karakteromschrijving soms om wat richting te geven.”
In een goede karakteromschrijving gaat het echt over de energie van het personage. Waar ik niks mee kan zijn stereotyperingen en uiterlijke kenmerken
Wat wil je lezen in zo’n karakteromschrijving? Wat zijn de do’s en don’ts?
“In een goede karakteromschrijving gaat het echt over de energie van het personage. Over hoe iemand in het leven staat, wat de relatie is met de andere personages. Waar zit de angst en de pijn van het personage. Wat houdt iemand verborgen. Waar ik niks mee kan zijn stereotyperingen en uiterlijke kenmerken.”
Maar stel dat een personage imago heel erg belangrijk vindt en zijn of haar partner puur uitkiest op uiterlijk, dus op schoonheid, dan moet de schrijver toch in de karakterbijbel zetten dat de partner ‘knap’ is?
“Dat ben ik niet met je eens, want het is nog steeds heel subjectief. Want wat is knap? Is knap klassieke schoonheid? Is knap met blauwe ogen? In deze tijd willen we toch met de hele industrie, hoop ik, ergens anders naartoe. Want als je iemand als knap omschrijft, dan betekent dat dat er ook iemand niet knap is. Ik denk ook dat een hunk iemand kan zijn die niet meteen Jan Kooijman of Jim Bakkum is.”
In de commerciële hoek hebben ze wellicht minder moeite met de term ‘knap’.
“Ongetwijfeld. En dat is hun goed recht, het is ook smaak natuurlijk. Maar voor mij gaat casten altijd over energie en niet over uiterlijk.”
Heb je ook acteurs die geen energie meebrengen?
“Iedereen brengt energie mee. Energie betekent niet dat je niet saai bent of zo.”
Is het iets als temperament?
“Ja, het is temperament. Maar ook uitstraling, aura, gevoel, gedrag.”
Lees je soms iets in scripts waarvan je denkt: hier kan een acteur echt helemaal niks mee, dit kan ik een acteur niet aandoen?
“Ja, dat zit hem dan vaak in het gewicht van de rol. Ik lees weleens een script waarin een personage weliswaar heel veel aanwezig is, in heel veel scènes zit, maar bijvoorbeeld helemaal geen tekst heeft, eigenlijk niks te doen heeft. Een rol zonder inhoud. Als een acteur niks kan doen, dan is dat een scenarioprobleem, zit er eigenlijk geen boog in het personage. Ook de hele kleine bijrollen moeten iets te spelen hebben – al is het maar in één scène.”
Schrijvers wordt ook weleens verweten dat ze te veel schrijven, bijvoorbeeld te vaak de emotie benoemen waarmee iets gezegd moet worden. Hoe sta jij daarin?
“Nou, dat wordt vaak in de auditieruimte meteen geschrapt. Ik begrijp het vanuit de schrijver, die probeert het gevoel van de scène aan te geven. En ik kan me ook goed voorstellen dat het voor scenarioschrijvers af en toe lastig is om dingen terug te zien en te denken: oh, maar zo heb ik het helemaal niet bedoeld.
Maar soms staat in een script bijvoorbeeld dat het personage kwetsbaar knippert met haar ogen. En dan gaat een actrice heel kwetsbaar met haar ogen knipperen terwijl niemand het begrijpt, ze doet het alleen maar omdat het in het script staat. Het is niet verkeerd dat een schrijver schrijft dat een personage iets woedend speelt, het kan een uitgangspunt zijn voor de acteur, maar soms blijkt tijdens het spelen, dat iets beter werkt als het juist kalm gezegd wordt.”
Ik zie weleens films waarvan ik denk: gekke keuze om deze acteur voor die rol te casten
Ben je vaak bij repetities?
“Bij lezingen sowieso en soms aan het begin bij een repetitie. Maar als de rollen gecast zijn, dan is het aan de producent die de onderhandelingen gaat doen en aan de regisseur natuurlijk.”
Zie je wel eens een film of serie waarvan je denkt: de casting deugt niet?
“Dat zie ik zeker weleens, maar dat ligt dan vaak aan het script. Als het script niet goed is, als er iets niet lekker zit, dan kunnen zelfs de beste acteurs dat niet wegspelen. Maar ik zie ook weleens films waarvan ik denk: gekke keuze om deze acteur voor die rol te casten.”
De casting is heel bepalend voor films, maar je hoort zelden iemand zeggen: wat is deze film goed gecast!
“Je leest het af en toe in recensies. En mensen zeggen wel vaak van, wauw, die of die acteur was echt geweldig. Dat is indirect een compliment aan de casting director.”
Heb je weleens contact met een scenarioschrijver over het project?
“Sowieso als ze zelf de film gaan regisseren en soms is een schrijver ook bij de casting. Dat vind ik erg leuk, maar het is nooit alleen ik en de scenarioschrijver, het is altijd in combinatie met de regie.”
Geef je weleens adviezen over welke kant het scenario op moet, bijvoorbeeld qua karakterontwikkeling?
“Ik wil nooit ongevraagd advies geven, maar ik stel wel vragen als iets me niet duidelijk is.”
Maar als ik je het vraag: heb je in zijn algemeenheid tips voor scenarioschrijvers?
“Ik ben zelf naar de ScriptAcademy gegaan een aantal jaar geleden, omdat ik het schrijfproces beter wilde leren begrijpen. Ik adviseer schrijvers op hun beurt om meer betrokken te zijn bij bijvoorbeeld het casten. Kijk mee bij een auditie, kijk naar de castingtapes. Zodat je meer inzicht krijgt in hoe acteurs met jouw teksten omgaan, wat ze ermee doen. Wat je op die tapes ziet kun je bespreken met de regisseur, ik denk dat dat enorm inspirerend kan zijn. Bij een auditie kun je de energie zien bij de acteurs, want zoals ik al zei, acteren gaat over energie. Acteurs brengen scripts tot leven, die komen iets brengen. Een schrijver kan daarvan leren. Als hij iemand ziet spelen die net iets anders uitstraalt, net iets anders speelt dan de schrijver bedoelde, waardoor de rol een extra laag krijgt.”
Gelaagdere, originelere personages met hetzelfde script?
“Door het net even anders te doen. Ik hou zelf heel erg van tegencasten, van tegenkleuren. Kan het net anders dan geschreven staat? Kan ik er iets aan toevoegen? Kan ik van een man een vrouw maken? Kan ik hier diverser casten?
Diversiteit is nogal een hot item momenteel. Zijn de karakters in scenario’s nog niet divers genoeg, gaat het de goede kant op of slaan we door?
“Het kan beter in die zin dat er nog diversere verhalen verteld kunnen worden. Ik vind wel dat we in vergelijking met tien jaar geleden al een tijd in een stijgende lijn zitten. En ik vind niet dat je op dit onderwerp kunt doorslaan.”
Nou, het viel me vorig jaar op dat in vrijwel alle kerstcommercials gemixte gezinnen waren gecast.
“Ah, alsof heel Nederland uit gemixte gezinnen bestaat… Nou, misschien moet het even doorslaan naar de andere kant om uiteindelijk de juiste balans te krijgen.”
Maar het gaat de goede kant op.
“Zeker!”
Nu nog een Gouden Kalf voor Beste Casting, vind je niet?
“Dat zou fantastisch zijn, een erkenning van het vak. En ik vind eerlijk gezegd dat Nederland hierin niet achter kan blijven bij de rest van de wereld.”