Talent voor talentontwikkeling
“Ik vind het leuk als een schrijver op de goede plek terechtkomt. Waarom? Het is een bepaald menstype, de verbinder, en blijkbaar ben ik dat”, zegt Maarten Almekinders. Het is een bescheiden omschrijving van de man die met initiatieven als Scriptbank en Scriptdesk vele makers met elkaar liet kennismaken en die als scriptcoach en dramaturg de talenten van evenzoveel schrijvers ontwikkelde. Hij heeft in al die jaren als geen ander aangetoond dat verbinden en ook talentontwikkeling een vak op zich is.
Maarten Almekinders (1964) studeerde communicatie- wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Ik had een bijvak dat Analyse van Audiovisuele Fictie heette, gegeven door Addy Weijers (als schrijver dan wel scripteditor betrokken bij onder andere Daens en de series De brug en Russen, red.). Een van de opdrachten was een film te analyseren. Marathon Man, in mijn geval. Ik vond het fascinerend om te ontdekken dat er onder een film een verborgen blauwdruk lag. Dat er bepaalde universele motorische momenten waren. Dat heeft me nooit meer losgelaten.”
De leerschool: Doctor Proctor Scripts
Toch ging hij aanvankelijk iets anders doen. Via Eric de Kuyper, die in Nijmegen het vak Film & Opvoeringskunsten gaf, kwam hij in 1988 bij het Nederlands Filmmuseum terecht – toen nog gevestigd in het Vondelparkpaviljoen – waar hij afstudeeronderzoek deed naar de afzetmarkt van de kunstzinnige film. Later werd hij publiciteitsmedewerker bij Filmfestival Rotterdam. Begin jaren ‘90 kwam hij voor een bijbaantje bij Rogier Proper terecht, die met een klein groepje schrijvers en filmjournalisten de Australische serie The Restless Years vertaalde. Als script-assistent leerde Maarten in no time de regels van deze nog onbekende serie kennen, die Goede Tijden Slechte Tijden ging heten. Toen een paar van de personages immens populair werden, moesten verhaallijnen opnieuw worden ontwikkeld en het team worden uitgebreid.
Zo ontstond het eerste, strak georganiseerde schrijfteam met dialoogschrijvers, storyliners en eindredacteuren. “Rogier bedacht allerlei grappige en nuttige regels, zoals ‘De eindredacteur heeft altijd gelijk’ of de ‘Zeurobjectenregeling’: als scènes afgekeurd werden in Aalsmeer, kon de eindredacteur niet terug gaan ‘zeuren’ bij de dialoogschrijvers, maar moest die het zelf op zien te knappen. Ik herinner me nog de meterslange fax van Olga Madsen, creatief producer en ‘moeder’ van GTST, die op vrijdagavond binnenkwam, waarna je het hele weekend aan scènes zat te sleutelen.”
Iedereen leerde het eigen ego opzij te zetten en zichzelf ondergeschikt te maken aan deze manier van werken. In 1994 respectievelijk 1996 kwamen Onderweg naar Morgen en Goudkust erbij, en kwamen aan het eind van de week zo’n vijftig schrijvers hun floppy’s inleveren op het kantoor in de Warmoesstraat. Maarten ging als eindredacteur en opleider van nieuwe schrijvers naar een nieuw schrijfteam binnen Doctor Proctor Scripts, en werkte in tien jaar aan zo’n achthonderd afleveringen. “Grappig genoeg werden alle elkaar beconcurrerende soaps geschreven door Doctor Proctor Scripts en geproduceerd door Joop van den Ende. Nog grappiger was dat een Amerikaanse scriptconsultant ons een keer kwam adviseren over Goudkust, en vroeg wie het populairste karakter was van de grootste concurrent. Toen moesten we bedremmeld antwoorden: ‘No sorry, we can’t buy Katja Schuurman’.”
Bij Doctor Proctor Scripts – later Scriptstudio – heeft Maarten alle aspecten van het schrijfproces leren kennen. “Het is een ontzettend goede leerschool. En het was te gek als je in de tram zat en achter je twee meisjes hoorde praten over de scène van gisteren die je had geschreven. De maatschappelijke impact van soap was echt verbazingwekkend groot. In de topjaren keken er twee miljoen mensen naar GTST. Kom daar nog maar eens om.”
De dramaturg
In 2000 kon Maarten bij de NCRV beginnen als omroepdramaturg. “Dat was echt geweldig. Uit de bubbel van de soap. Allerlei series waren er in ontwikkeling. Daar kon ik middenin stappen. En overal was veel meer tijd voor. Ik heb toen de Telefilm Bluebird begeleid van Helena van der Meulen en Mijke de Jong. Heel ingetogen subtiel drama. En twee seizoenen van de ziekenhuisserie Hartslag, net toen er nog twee ziekenhuisseries op de buis kwamen.” Tot zich een van de vele bezuinigingsrondes aandiende, waarbij de dramaturg werd wegbezuinigd. Het idee was om de scriptontwikkeling voortaan aan de externe producenten over te laten. Maar zouden die er nog wel voldoende tijd in steken?
“Toen hebben we met een aantal dramaturgen – naar Duits voorbeeld – VEDRA opgericht, een vakvereniging voor dramaturgen. We maakten ons zorgen over de marginalisering van ons vak, en wilden iets doen aan het slechte imago dat de omroepdramaturg in de jaren ‘90 had gekregen. Alles wat mis was aan het systeem kwam volgens schrijvers door de omroepdramaturg. Dat heeft enigszins te maken met hun lastige positie. Allereerst ben je de metgezel van de schrijver, maar daarnaast ben je ook de poortwachter van de omroep en moet je hun beleid uitvoeren. VEDRA heeft toen in samenwerking met het Netwerk Scenarioschrijvers tien gedragsregels tussen schrijvers en dramaturgen opgesteld om de veelbesproken haat-liefdeverhouding tussen beiden in goede banen te leiden.” (zie onderaan dit artikel het lijstje uit Take 2 – Effectieve communicatie in het maakproces van televisiedrama en film, Else Flim 2016).
In dit verband betreurt Maarten het dat het Maurits Binger Film Institute is verdwenen, waar je met de blik van internationale tutors naar scripts kon leren kijken. Inmiddels bieden de Script Academy en de Scenariovakschool korte opleidingen voor het vak van script-editor.
De scriptcoach: Scriptdesk
Na vijf jaar verdween de noodzaak voor VEDRA en daarmee ook de vereniging. “Via Dagmar Benke (de inmiddels overleden tutor bij het Binger, red.) kwamen we op het spoor van een Duits expertisecentrum voor script-editors. Dat wilden we ook proberen in Nederland.” Samen met Eveline Groeneveld richtte hij Scriptdesk op, een adviesloket voor scenarioschrijvers en producenten. “Er was eigenlijk geen plek waar je als scenarist advies of feedback kon krijgen, zonder dat je meteen beoordeeld werd door een producent of fonds.”
Hoewel het de eerste jaren niet storm liep, bleef het initiatief niet onopgemerkt. Scriptdesk werd benaderd door Sander Verdonk van LEV Pictures, die als commercialproducent een groot netwerk van regisseurs had, bijna allemaal met drama-ambities. Daaruit zijn in 2009 de eerste Proeftuinen ontwikkeld, waarbij schrijvers en regisseurs elkaar konden ontmoeten door over nieuwe plannen te praten.
“Twintig schrijvers. Twintig regisseurs. Aan vier grote tafels. En dan de hele dag in verschillende rondes je plannen bespreken. Door die omvang kende je ineens ontzettend veel mensen. Je kreeg een schat aan mogelijke gezichtspunten en feedback. Inspiratie ook. En door de inhoudelijke gesprekken over die plannen ontstonden mooie samenwerkingsverbanden. Mirjam de With en Eveline Groeneveld ontwikkelden de Friese dramaserie De Keet. Camiel Schouwenaar en Nurgül Özkanli-Kasikci maakten de korte film Rijk! Camiel Schouwenaar en Job Tichelman ontmoetten elkaar en maakten in 2023 de speelfilm Strijder. Verder Tami Ravid en Roslin Prager, Ruud Satijn en Lara Sala en Mari Sanders en jijzelf (Lianne Damen, red.). En later ook Jeanine Cronie en Nicole van Kilsdonk.” Waar bij ervaren makers nog weleens scepsis was om premature plannen te delen, zag die nieuwe generatie dat juist als een manier om verder te komen.
De verbinder: Scriptbank
Er was inmiddels een groot netwerk ontstaan, waarin makers elkaars projecten wilden volgen. Platformen als Facebook en LinkedIn waren daarvoor ongeschikt, en dus moest er iets nieuws komen. In 2014 is Scriptbank als platform begonnen, waar je als schrijver een profiel kon nemen en je projecten kon presenteren in een veilige omgeving. Als je lid was kon je contact zoeken met schrijvers en regisseurs om een plan of scenario te lezen. “Achteraf bekeken heb ik de denkfout gemaakt dat het verkeer op zo’n platform min of meer vanzelf zou plaatsvinden, maar dat moet je constant voeden. En ook kun je fysieke bijeenkomsten met face-to-facecontact niet vervangen door een digitaal platform.”
Pas in 2018, nadat Maarten zich fulltime bezig had gehouden met het ontwikkelen van de dramaserie Keizersvrouwen voor AVROTROS, ging het roer om. “Ik had mezelf een jaar gegeven om te kijken of Scriptbank levensvatbaar was, en toen ontmoette ik een net afgestudeerde ambitieuze script-editor met veel energie. Met Gwyneth Sleutel gingen we weer bijeenkomsten voor schrijvers organiseren: speeddates, de Proeftuin, Ideeënlab, Testcase en Ben je mijn filmdate. Die laatste is gericht op mid-careerschrijvers, die zichzelf opnieuw neer willen zetten tegenover regisseurs en producenten. De kracht zit in de ongedwongen situatie. Die gesprekken zijn een soort smeerolie in de business. Je zit daar als schrijver niet om meteen een plan te verkopen. We hebben weleens uitgezocht hoeveel vervolgafspraken er uit drie Filmdates zijn voortgekomen. Als je het allemaal bij elkaar optelt, dan kom je op meer dan 500.”
Netflix New Voices
Net toen de Filmdates een vaste plek in de agenda van makers begonnen te krijgen, brak corona uit. Maarten had kort daarvoor de opdracht van Netflix binnengehaald om een competitie te organiseren om nieuwe stemmen en verhalen te vinden, en het aanbod inclusiever te maken: de Netflix New Voices Script Contest. De uitdaging was om de drempel voor schrijvers te verlagen, maar de lat hoog te houden.
Het was ook de eerste keer dat Netflix in Nederland de deur openzette voor schrijvers, dus iedereen greep die kans. Vijfhonderdvijftig schrijvers uit allerlei onverwachte hoeken meldden zich aan. En alles werd door een groot inclusief team gelezen. Ook autodidacten kregen de kans om door het schrijven van een scène te laten zien wat ze in huis hadden. “Veel schrijvers waarvan je denkt: wow, waar is die vandaan gekomen?”, vertelt hij vol vuur. “Die mensen hebben soms een schrijfopleiding of workshop in het buitenland gedaan. Of hebben ervaring in stand-up comedy. Ze hebben een goed gevoel voor karakters en voor schurende situaties en conflict. Het vakmanschap kun je dan altijd nog ontwikkelen, maar als je al zulke goede scènes schrijft, dan snap je een hele hoop al.”
Schrijvers moesten uiteindelijk wel een eerste versie van een scenario kunnen schrijven, dus ervaring werd in de volgende selectierondes steeds belangrijker. Een aantal schrijvers hebben we doorverwezen naar een schrijfopleiding, of getipt voor andere routes. Uiteindelijk konden vijftien schrijvers een script gaan ontwikkelen. Daarvan is Happy Ending van Joosje Duk al uitgebracht door Netflix, en is Pulang van Raoul Groothuizen nu als Telefilm te zien.
Talentontwikkeling
Scriptbank is altijd een gateway voor schrijvers geweest, maar werkt nu vanuit de vraag vanuit een omroep of streamer. Bijvoorbeeld de Team Up Events in opdracht van het NPO-fonds, waarbij omroepen kennismaken met nieuwe schrijvers. “In de eerste jaren moesten schrijvers en regisseurs vooral interessant zijn voor elkaar. Maar als de opdracht van het NPO-fonds komt of van Netflix, dan ben je vooral een contentfilter. Wel vinden we dat schrijvers die meedoen aan een competitie altijd feedback moeten kunnen krijgen. Dat wordt enorm gewaardeerd.
We lezen veelal met hetzelfde team, waardoor we de ontwikkeling zien van schrijvers. En ook merken dat ze na een of twee jaar wél worden opgepikt. Ik denk weleens dat weinig niet-schrijvers of aspirant-schrijvers beseffen hoe lang het kan duren voordat een schrijver op het juiste moment op de juiste plek komt. Die is niet ineens een rijpe kers die van een boom geplukt kan worden. Er zit veel verborgen werk in”, benadrukt Maarten.
“We hebben na vier keer Team Up zo’n vijftig schrijvers in beeld, waarvan er een aantal over vijf jaar toonaangevend drama zouden kunnen maken. Maar om daar te komen, moeten ze wel meters maken. Die mogelijkheden zijn heel beperkt. Je hebt geen Doctor Proctor Scripts meer, waar wekelijks vijftig schrijvers aan de bak konden. Je zou ze moeten laten kennismaken met ervaren schrijvers, zodat ze teams vormen. Goed voorbeeld is Tijs van Marle, die zich heeft ontwikkeld tot showrunner en een aantal Team Up-schrijvers in het team van de jeugdserie Tentje Plof heeft gehaald.”
Op de vraag of Maarten bij het lezen van scripts of voorstellen zijn eigen voorkeuren kan uitschakelen, antwoordt hij dat dat juist je antenne is, je belangrijkste kompas. “Ik beschouw mezelf als een breed geïnteresseerde kijker, die openstaat om nieuwe werelden te ontdekken, en daarom volg ik vaak mijn eigen nieuwsgierigheid. Ik bedenk niet van tevoren wat ik wilt zien. Als ik bij het lezen het spoor kwijtraak, ga ik me afvragen waarom. Dan volgt het gesprek met de schrijver en gebruik ik het instrumentarium van de script-editor. Het gevoel voor wat goed is, verraadt me eigenlijk nooit. Dat merk ik ook in gesprekken met Gwyneth en Ernie (Tee, ook betrokken bij Scriptbank, red.). Over wat goed is, zijn we het bijna altijd eens. En dan helpen we zo’n schrijver graag een eind op weg.”
De Tien van Flim – ter bevordering van een positieve samenwerking tussen scenarioschrijvers en dramaturgen
- Wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid.
- De wil tot effectief/efficiënt samenwerken.
- Afgesloten contracten zijn geen gespreksonderwerp.
- Partijen hanteren géén verborgen agenda’s.
- De communicatie kenmerkt zich door luisteren, samenvatten en doorvragen.
- Meningen worden in de ik-vorm gegeven.
- De bereidheid positieve en negatieve kritiek te ontvangen.
- Kritiek is gericht op het werk en niet op de persoon.
- Afspraken worden schriftelijk bevestigd.
- Deadlines worden gehaald of vroegtijdig heroverwogen.