Razendsnel satire schrijven

Het cv van Peter Capel (1975) is opvallend gevarieerd. Hij levert teksten voor De Boterhamshow, een geestig kinderprogramma, maar hij werkte ook voor Flikken Rotterdam. En dan schrijft hij ook nog voor de satirische zaterdagavondshow Even tot hier, dit najaar winnaar van de Televizierring. Het schrijfteam weet aan het begin van de week nog niet waar ze in het weekend de show mee vullen. Waar haal je zo snel de inspiratie vandaan?

Peter Capel (foto Anna Pedroli)

In het zeer succesvolle Even tot hier nemen cabaretiers Jeroen Woe en Niels van der Laan speels maar toch scherp de actualiteit door. “De oorlog in Oekraïne, het klimaat: van de headlines in de kranten word je niet vrolijk, maar als je schrijft voor Even tot hier moet je alles lezen”, vertelt Capel. “Soms zie ik er tegenop om me zo onder te dompelen in het nieuws. Maar ik bekijk alles met één vraag in het achterhoofd: “Waar zit de grap? Door op die manier te kijken, wordt het nieuws beter te verteren.”

Iedere woensdagochtend worden de onderwerpen voor Even tot hier online besproken. Naast het schrijfteam, dat verder bestaat uit Emilio Guzman en Owen Schumacher, de presentatoren Jeroen Woe en Niels van der Laan en eindredacteur Hans Riemers, schuift ook Armèn Hakhverdian aan. Hij is universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en denkt mee.

“In een ideale week is het glashelder waar we het over moeten hebben. Je voelt dan snel aan welke nieuwsverhalen op zaterdag nog relevant zijn. Op die woensdag worden de onderwerpen verdeeld over het schrijfteam. Grof gezegd is het onze taak om research te doen en daar grappen bij te verzinnen. Dat doen we op woensdag en donderdag.”

Bij de grote thema’s die op het ogenblik het nieuws overheersen, de asielcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis, denk ik vaker: hoeveel kunnen we hier nog over zeggen?

Het vinden van bruikbare nieuwsverhalen is tegenwoordig zwaarder dan tijdens de corona-pandemie, zegt Capel. “Destijds was het heerlijk evident: Rutte was altijd zo aardig om die persconferenties te plannen op dinsdag. Die konden we helemaal uitpluizen. En de situatie rond corona bleef zich maar ontwikkelen, waardoor het lang duurde voordat het afgezaagd werd. Ik heb zelf wel vier verhalen over mondkapjes geschreven en minstens zoveel over vaccins.

Bij de grote thema’s die op het ogenblik het nieuws overheersen, de asielcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis, denk ik vaker: hoeveel kunnen we hier nog over zeggen? Je wilt niet klinken als een vastgelopen langspeelplaat. Als je een onderwerp voor de tweede keer behandelt, moet er echt iets nieuws over te melden zijn.

En je zoekt naar een andere vorm. Zo kun je bijvoorbeeld kijken wat er gebeurt als je over een onderwerp een controversieel standpunt inneemt. Wat levert het inhoudelijk op als je dat probeert te verdedigen? Uiteindelijk kun je die controversiële argumenten in je conclusie weer onderuit halen, dus het is een interessante manier om een ingang te vinden.”

Ongenuanceerd

Ook research is heel belangrijk, legt Capel uit. “In principe doen wij als schrijvers zelf het onderzoek. Ik lees veel online, raadpleeg de kranten en bekijk video’s. Best spannend, want als satirisch programma, dat anderen de maat neemt, wil je zelf geen fouten maken. Daarbij krijgen we hulp van Armèn Hakhverdian, die er als politicoloog naar kijkt. Soms zegt hij:“Dat kun je echt niet zo zeggen.’ Dan passen we het aan.

Onderzoek levert informatie op, maar er zijn ook valkuilen. Ik doe zoveel research dat ik erin verzuip. Hoe meer ik over een zaak weet, des te moeilijker het soms is om er grappen over te maken. Voor de humor is het vaak lekker om een beetje ongenuanceerd te zijn. Als je iets heel zwart-wit kunt neerzetten, zijn de grappen vetter. Maar de kunst is om een grappig verhaal te schrijven zonder de nuances van een zaak uit het oog te verliezen.”

foto Annemieke van der Togt

Dat hij snel moet werken vind hij wel prettig. “Ik heb een deadline nodig. Je moet duizend keuzes maken en omdat je maar anderhalve dag hebt moet je meteen knopen doorhakken, zijpaden vermijden en snel tot de kern komen. Daarbij kun je jezelf niet saboteren. Als ik aan iets langers werk, bijvoorbeeld een van mijn eigen projecten, moet ik bij iedere hobbel de neiging onderdrukken om te denken: het is een kutidee, laat ook maar zitten.

Voor mij is het geslaagd als ik alles in één heldere streep op papier krijg: dit is het probleem, zo zit het in elkaar en dit vinden we ervan. Met goeie grappen erin en een paar verrassende momenten, dan ga ik tevreden naar bed. Ik zet eerst de structuur op, die ik dan later optuig met grappen. Vaak kijk ik met jaloezie naar de grapdichtheid van Emilio. Met zijn cabaretachtergrond lijkt hij snel te kunnen researchen en grappen schrijven tegelijk.

De structuur heb ik vooral voor mezelf nodig. Want het eerste dat Jeroen en Niels doen als ze de tekst krijgen, is alles uit elkaar schroeven en op een andere manier weer in elkaar zetten. Ze schrijven het naar hun mond. Het is dan ook hun show. Soms blijft mijn structuur min of meer overeind. Hoe langer ik schrijf, hoe meer ik aanvoel waar ze blij van worden.”

Wat zoek je?