PAM-voorzitter Felix Rottenberg leidt taaie onderhandelingen over auteursrechtgelden

Er wordt betaald!

Goed nieuws voor scenaristen, regisseurs en acteurs. De onderhandelingen over de filmauteursrechten beginnen letterlijk vruchten af te werpen. De exploitanten, verenigd in RODAP, hebben onlangs aangekondigd dat ze de auteursrechtvergoedingen over het eerste halfjaar van 2015 zullen overmaken.

Aldus Felix Rottenberg. Sinds december is hij de voorzitter van PAM (Portal Audiovisuele Makers), het samenwerkingsverband van het Netwerk Scenarioschrijvers, de Dutch Directors Guild en ACT (Acteursbelangen) en de Collectieve Beheersorganisaties (CBO’s) Lira, Vevam en NORMA.

Dat de exploitanten gaan betalen lijkt een logische stap: eerder dit jaar zijn daarover immers afspraken gemaakt in een convenant dat is gekoppeld aan het nieuwe auteurscontractenrecht. In totaal gaat het dit jaar om 16 miljoen euro. Maar de betalingen hebben stilgelegen sinds oktober 2012, en er is weinig dat vanzelf en makkelijk gaat op dit gebied, stelt Rottenberg. Hij beschouwt het bericht dan ook als een belangrijk en positief signaal.

Historische gebeurtenis

Enig historisch perspectief voor wie het nodig heeft: begin dit jaar schaarden de grote partijen in de filmsector, voor de makers PAM en voor de exploitanten RODAP (de koepel van film- en televisieproducenten, omroepen en distributeurs) zich achter een voorstel voor nieuw auteurscontractenrecht en achter een aanvullend convenant over niet in de wet vastgelegde zaken. Het was een opmerkelijke, haast historische gebeurtenis na jaren van ruzie, rechtszaken, wantrouwen en zeer moeizaam overleg over de auteursrechten, mede veroorzaakt door de sterk verouderde wetgeving.
De nieuwe Wet Auteurscontractenrecht is op 1 juli in werking getreden en regelt (in artikel 45d lid 2) dat auteurs en acteurs een proportionele billijke vergoeding krijgen voor exploitatie van hun werk via zogeheten Basic Media Services (BMS). Dat zijn lineaire uitzendingen, bijvoorbeeld via de kabel, en gratis ‘catch up-diensten’, zoals de eerste veertien dagen terugkijken via Uitzending Gemist. De vergoeding wordt betaald aan en beheerd door de Lira, Vevam en NORMA. Zij zorgen voor de betaling aan de auteurs en acteurs. Dit heet Verplicht Collectief Beheer .
Het convenant legt de precieze vergoedingen voor de BMS vast, plus de afspraken over zogeheten Extra Media Services (EMS): media-aanbod dat op een moment naar keuze en tegen betaling kan worden afgenomen, zoals Video en Broadcast on Demand (VOD en BOD). Ook hier loopt de betaling via Lira, Vevam en NORMA (Vrijwillig Collectief Beheer) en moet het gaan om een proportionele billijke vergoeding (uitgebreide informatie via http://pam-online.nl/wp-content/uploads/2015/04/Hoofdlijnen-convenant.pdf)

Onvolledig

Voor de makers zijn er belangrijke verbeteringen: het eenmalig voor een habbekrats afkopen van auteursrechten mag niet meer, de rol van Lira c.s. ligt vast (auteurs lopen niet meer het risico dat exploitanten de aan CBO’s betaalde vergoedingen bij de auteur terugeisen) én er zijn afspraken gemaakt over de nieuwe digitale diensten, iets wat in de oude wetgeving helemaal ontbrak.
Maar het convenant is onvolledig, zo staat in het document zelf al: ‘Aangezien partijen ten aanzien van de tarieven voor EMS diensten (nog) geen volledige overeenstemming hebben kunnen bereiken, is een overgangsregeling voor het jaar 2015 afgesproken. De CBO’s gezamenlijk ontvangen in 2015 voor EMS-diensten een lumpsum bedrag (van één miljoen euro, de overige 15 miljoen betreft BMS, gs). Vervolgens willen partijen in goed onderling overleg alsnog tot afspraken komen voor de tarieven voor EMS vanaf 1 januari 2016 (…).’
Waarmee we terug zijn in het nu. Rottenberg: “De uitwerking van het convenant is ingewikkelder gebleken dan aanvankelijk was voorzien. Om een voorbeeld te geven: in de traditionele aansluitingscontracten droegen makers/acteurs (een deel van) hun rechten over aan Lira, Vevam of NORMA, die vervolgens onderhandelden met exploitanten. In de nieuwe systematiek dragen de makers hun exploitatierechten juist over aan de producenten, in ruil voor de zekerheid dat ze via deze CBO’s een vergoeding krijgen. Dus de oude aansluitingscontracten gaan op de schop. Maar daaraan willen de CBO’s alleen meewerken als glashelder is dat producenten en kabelaars ook in de toekomst zullen betalen en CBO’s en hun auteurs niet opeens met lege handen komen te staan.”

Russische setting

Over een van de belangrijkste kwesties uit het convenant, de hoogte van de vergoedingen voor EMS vanaf volgend jaar, dus digitale diensten zoals Video on Demand, wordt nog volop onderhandeld.
“Ik probeer steeds te benadrukken, wat ik ‘convergentie’ noem, dat alle partijen belang hebben bij een eindresultaat waar we mee verder kunnen”, zegt Rottenberg. “Zeker in deze onzekere, verwarrende tijd waarin de digitale ontwikkelingen razendsnel gaan. De sfeer is heel belangrijk. Ik moet er niet aan denken dat je in zo’n Russische setting zit te overleggen: een grauw zaaltje met een kale tafel, acht mensen aan de ene kant, zeven aan de andere kant en in het midden drie flesjes met vieze limonade.”
Maar of alle partijen die instelling delen? Tijdens een PAM-ledenavond op 20 april in Amsterdam verzuchtte Rottenberg al dat het hem enorm tegenviel ‘dat de RODAP-partijen toch wel heel erg met het mes op tafel onderhandelen’. Een recent belrondje van PLOT maakt duidelijk dat een aantal agentschappen van makers advies gaat inwinnen bij een advocaat, ‘omdat de rechten naar hun mening beter geregeld kunnen worden dan hetgeen de producenten er nu van willen maken’. En wat betreft het gemeenschappelijk belang waarover Rottenberg het heeft: tussen scenaristen of regisseurs en producenten kun je je daarbij wel iets voorstellen, maar dat geldt al veel minder voor kabelmaatschappijen als Ziggo, die alleen op kosten letten en mondiaal georiënteerd zijn.

Interbellum

“We zitten in een soort interbellum waarbij de nieuwe regelingen hun plaats moeten veroveren”, erkent Rottenberg. “Over 2,5 jaar– zo is vastgelegd – wordt het systeem voor het eerst geëvalueerd. Dan zal duidelijk worden of het vrijwillig collectief beheer voor vergoedingen voor de steeds belangrijker on demand-diensten echt werkt.”
Wat betreft de huidige onderhandelingen is hij optimistisch. “De weken gaan wel tellen nu. Maar in het convenant is afgesproken dat de tarieven voor EMS vanaf 1 januari 2016 zo nodig ‘via arbitrage zullen worden vastgesteld indien partijen niet tot definitieve overeenstemming zouden komen’. Als je het uit handen geeft aan arbitrage moet je afwachten wat eruit komt, dus hebben de PAM- en RODAP-partijen er alle belang bij dit zelf op te lossen. Daarom denk ik dat we eruit gaan komen.”
Rottenberg, die inmiddels alweer drie kwart jaar PAM-voorzitter is, noemt het filmauteursrecht ‘soms ingewikkelder dat Arabische grammatica’. Maar hij vindt het ‘zeer motiverend’ om het team van CBO directeuren, hun juristen en de makers van PAM bij de taaie onderhandelingen over dit onderwerp voor te zitten. “Het vraagt veel van je strategisch inzicht en je incasseringsvermogen.” Volgens Rottenberg neemt hij die ‘dienende rol’ graag op zich. “Het is belangrijk dat recht wordt gedaan aan het aandeel van schrijvers, regisseurs en acteurs in films en dramawerken. Zij zijn kunstenaars en co-ondernemers en verdienen een goede regeling om hun werk te kunnen blijven doen.”

Ten slotte iets wat menig scenarist, regisseur en acteur zich inmiddels zal afvragen: de RODAP-betalingen voor het eerste halfjaar van 2015 komen naar verwachting medio of eind september binnen op de rekeningen van de CBO’s. Hopelijk bereikt het geld niet al te lang daarna ook de makers zelf.

Wat zoek je?