Talenttrajecten richten zich op online

Het was even schrikken afgelopen september. KORT!, De Straat en De Oversteek, drie vertrouwde trajecten die scenarioschrijvers en andere filmmakers door de jaren heen hebben voorzien van ervaring, inkomen en trackrecord, gaan verdwijnen. Vooral jonge schrijvers vonden hier de ruimte hun talent te ontplooien en samenwerkingen op te bouwen. Gelukkig kwam het NPO-fonds al snel met het bericht dat samen met de mediasector, publieke omroepen en NPO nieuwe talentregelingen zijn ontwikkeld die hiervoor in de plaats komen.

Hanneke Bouwsema (links) en Jenny Booms

De plannen, die eind vorig jaar werden aangekondigd, zijn de uitkomst van ruim tachtig gesprekken die Hanneke Bouwsema en Jenny Booms van het NPO-fonds de afgelopen anderhalf jaar samen met hun collega Kaisa Kriek hebben gevoerd met makers, producenten, filmopleidingen en omroepmensen. Met deze nieuwe regelingen probeert het fonds, samen met de omroepen en NPO, een infrastructuur aan te leggen voor toekomstgerichte talentontwikkeling.

De manier waarop drama wordt gedistribueerd en bekeken is enorm in beweging. Dat vraagt om een nieuw soort scenaristen met nieuwe vaardigheden, en aankomende scenaristen moeten daarop zijn voorbereid. “We hebben geluiden uit het veld gehoord en het bleek dat er toch wel wat kritiek was op de bestaande talenttrajecten”, vertelt Booms, secretaris drama bij het NPO-fonds. “Die hadden een enorme staat van dienst en ze hebben veel opgeleverd, maar het was nu logisch om vooruit te kijken en te vragen, wat heeft de huidige tijd nodig?”

Haar collega Bouwsema, algemeen secretaris van het NPO-fonds, sluit hierop aan: “Wat ons het meest heeft verrast aan al die gesprekken was de eensgezindheid. We dachten dat makers er bijvoorbeeld heel anders in zouden staan dan de omroepen of de fondsen, maar er was een rode lijn in hun observaties. Bijvoorbeeld de behoefte om meer in te zetten op ontwikkeling van scenario’s, daarover was grote consensus. En KORT! en De Straat waren volledig gericht op single plays. Er gebeurde bij de door ons gesteunde talentontwikkelingstrajecten niets op het gebied van series, terwijl dramaseries bij de NPO een veel grotere plek hebben gekregen in de programmering. We hebben nieuwe scenaristen nodig en bij talentontwikkeling meer aandacht voor het scenario. Op dit moment wordt een groot beroep gedaan op de gekende scenaristen om al die series te schrijven. We hebben behoefte aan nieuw talent, ook voor webseries. En dat vraagt om een andere manier van vertellen.”

Series in teamverband

Een van de nieuwe plannen is de Serieregeling-scenario (webdrama). Het is de eerste talentregeling waarbij jonge makers series kunnen gaan ontwikkelen in teamverband, in een workshoptraject. “Er zijn veel series die aan één scenarist hangen”, legt Booms uit. “In het buitenland wordt veel meer gewerkt met teams. Wij hebben niet zozeer zelf de conclusie getrokken, als dat veel mensen aangaven dat zij graag wilden dat het werken in teams meer een onderdeel moest gaan worden van talentontwikkeling. Met de feedback die schrijversteams elkaar geven, het klankborden, kunnen ze veel beter ontwikkelen. Vooral van jonge makers kregen we dat terug.”

Sevilla (foto Jasper Wolf)

Bouwsema: “Wat we ook hoorden van scenaristen is dat ze makers van andere disciplines eerder willen betrekken bij het ontwikkelen van series. Hoe dat in zijn werk zal gaan, dat willen we zoveel mogelijk overlaten aan de makers zelf. Ze kunnen zelf hun team samenstellen uit makers van wie zij denken dat ze behulpzaam zijn bij de ontwikkeling van het project.”

Makers kunnen dus in de ontwikkelingsfase al bijvoorbeeld acteurs, cameramensen of editors bij een project halen. Meer flexibiliteit in de teamsamenstelling is sowieso het devies. De klassieke artistieke driehoek van regisseur, scenarist en producent zal minder toonaangevend zijn, zodat ook makers met minder goede connecties in het wereldje de kans hebben hun ideeën ontwikkeld te krijgen. Daarnaast kunnen ze in overleg met de betrokken omroep beslissen door welke coach ze willen worden begeleid. Bij de eerdere trajecten werd dit meestal bepaald door organisatoren.

Het nieuwe KORT!

Door de jaren heen was KORT! een van de meest geliefde trajecten waar makers konden laten zien wat ze in huis hadden. Films konden relatief snel worden gemaakt en het compacte format van tien minuten bood ruimte voor experimenten met vorm en ideeën. Het leverde dikwijls schitterende resultaten op. De winnaar van het Gouden Kalf voor beste Korte Film was de afgelopen decennia dikwijls afkomstig uit deze reeks. Tegelijkertijd was KORT! een geschikte proeftuin om samenwerkingen tussen makers uit te testen, die later verder werden uitgebouwd. Zo ging dat bijvoorbeeld met scenarist Marcel Roijaards en regisseur Bram Schouw, die eerst de KORT! Sevilla maakten en daarna de speelfilm Broers, die voortborduurden op hetzelfde gegeven.

3LAB is sinds jaar en dag de vrijplaats waar beginnende makers pilots voor hun series kunnen uittesten en ook de afstudeerfilms van de filmopleidingen worden daar uitgezonden. De serie Rundfunk van scenaristen Tom van Kalmthout en Yannick van de Velde, die het vorig jaar schopte tot bioscoopfilm, had zijn oorsprong bij 3LAB. Vandaar dat 3LAB de logische partner was voor het produceren van korte fictie- en non-fictiefilms in de nieuwe plannen. ‘3LAB kort’ gaat het heten.

Bouwsema: “3LAB weet heel goed nieuwe makers te bereiken. Ook makers met andere achtergronden, dus niet alleen makers met een afgeronde AV-opleiding. Ze zijn in staat om te komen met een nieuw soort producties, die ook landen bij de doelgroep waarvoor ze zijn gemaakt. Daarom hebben we samenwerking met 3LAB gezocht, zodat makers daar kunnen starten en hopelijk daarna doorstromen naar andere regelingen.”

Booms: “Een deel van de doelstellingen is hetzelfde als bij KORT!, maar een deel is anders. Wat er hopelijk uit voorkomt is dat het de makers iets meer vrijheid biedt. Het moet heel laagdrempelig worden. Plannen kunnen voortaan online worden ingediend. Vervolgens komt er een selectie bij de omroepen, zoals het gaat bij de serie contest. Dus de hele achterliggende organisatiestructuur is anders dan bij KORT!. Tegelijkertijd heeft KORT! door de jaren heen hele mooie dingen voortgebracht. Het is een goede manier voor makers om zichzelf te presenteren. Dat wilden we niet verloren laten gaan.”

Om een breder publiek te bereiken met de korte films, zal met de nieuwe regels meer worden ingezet op online distributie. Bouwsema: “Bij NPO3 is een redactie die gaat kijken, waar zetten we dit neer? Dat kan op meer plekken dan alleen bij NPO3.nl. Distributie gaat hierdoor een nieuwe impuls krijgen. Booms: “Het biedt andere mogelijkheden dan KORT!, dat toch vooral werd gekeken door mensen uit de sector zelf en fanatieke filmliefhebbers. We hopen dat deze korte films, doordat ze uitgebreider online komen te staan, vaker een heel specifieke doelgroep zullen bereiken.”

In 2022 volgt een regeling voor mid-length fictiefilms. Hoe gaat deze verschillen van De Oversteek of De Straat en zijn voorganger, de One Night Stand? Bouwsema: “Dat weten we nog niet precies. Dat ontwikkelen we in samenwerking met de omroepen en de NPO. Binnenkort gaan we de eerste gesprekken voeren. Rond de zomer wordt denk ik bekend wat voor traject dat wordt.” Booms voegt hieraan toe: “Wat we niet moeten vergeten te zeggen is dat we dit jaar echt zien als een soort try-out. En dat we aan het eind van het jaar met makers en wie maar betrokken is gaan kijken: Waar staan we? Wat verdient verbetering en aanpassing? En hoe kunnen we verder?”

‘Ik heb een fantastisch verhaal’

Een veelgehoorde klacht onder scenarioschrijvers is dat hoewel omroepen en producenten graag lippendienst bewijzen aan het stimuleren van nieuw talent, als puntje bij paaltje komt ze vaak voorkeur geven aan samenwerking met vertrouwde namen. Hoe gaan de nieuwe regelingen ervoor zorgen dat nieuwe schrijvers meer kunnen integreren?

Bouwsema: “Daaraan proberen we nu vooral tegemoet te komen via de webregeling, waarbinnen de nieuwe talenten zich kunnen laten zien. Ik vergelijk dat regelmatig met wat er de afgelopen jaren is gebeurd op het gebied van podcasts. Daar zijn allemaal nieuwe makers, nieuwe scenaristen gekomen, zoals Pascal van Hulst en Tom Hofland van De Blankenberge Tapes en Babylon (podcasts), en zeer recent Phasmophobia. Er is daar veel beweging. We hopen dat we vergelijkbare bewegingen gaan zien op het gebied van televisiedrama. Dus dat mensen denken, ik heb een fantastisch verhaal en ik ga zorgen dat het ergens komt. En daarnaast hebben we natuurlijk al wat langer de team-upregeling – voorheen de meester-gezelregeling – waarbij startende scenarioschrijvers kunnen aanschuiven bij een ervaren scenarist/schrijversteam.”

Er zijn nog meer initiatieven om beginnende scenaristen op weg te helpen, vertelt Booms: “Vorig jaar zomer hebben we een speeddate georganiseerd om bestaande teams kennis te laten maken met nieuwe schrijvers. En daar is ook een aanvraag uit voortgekomen voor de team-upregeling. Mogelijk – als de omstandigheden het weer toelaten – dat we dat nog een keer gaan doen. Er mogen voor deze regeling nog sowieso nog wat meer aanvragen binnenkomen. Het lijkt tot nu toe wat moeilijk om de weg te vinden voor de startende scenaristen die zich willen aansluiten bij een ervaren schrijver en zich op die manier willen manifesteren. We proberen wel te helpen. We worden daar natuurlijk vaker over gebeld. Dan geven we de suggestie mee  te kijken naar interessante producties en contact te zoeken met de producent. Ook geven we als dat zo uitkomt zelf namen door.”

De nieuwe plannen van het NPO-fonds bevatten ook een onderzoeksregeling. “Die is bestemd voor mensen die iets verder zijn in hun carrière en zich op een nieuw terrein zouden willen ontwikkelen”, legt Bouwsema uit. “Mensen bijvoorbeeld die willen gaan schrijven of regisseren, terwijl ze een andere achtergrond hebben. Deze regeling geeft ze daarvoor de gelegenheid. Er moet een verder plan aan vastzitten. Stel, ik wil iets gaan schrijven, dan moet ik ook weten waarvoor ik dat wil doen, voor welke productie. Wij zijn ongelooflijk nieuwsgierig naar wat dit gaat opleveren.

Het gevoel dat je kunt vliegen

Als we een paar jaar vooruitblikken in de tijd, wat hebben de nieuwe regelingen dan voor effect gehad? Bouwsema: “Een belangrijke opbrengst zou zijn dat er dan een grotere poule aan scenaristen is waar we niet meer omheen kunnen. Zij hebben zich doorontwikkeld op het web, mogelijk ook richting lineair. Maar ook hopen we op nieuwe ontplooiingsmogelijkheden voor makers, een nieuwe manier van werken. En mogelijk zijn we producties gaan ontwikkelen waarmee we een nieuw publiek bereiken.”

Booms voegt hieraan toe: “Ik hoop dat makers het gevoel krijgen dat ze kunnen vliegen. Dat ze het optimale uit zichzelf kunnen halen en zich daarin gesteund voelen door ons en de omroepen. Ook hoop ik dat de algehele kwaliteit van de producties zich kan meten met wat er wordt gemaakt in het buitenland.” “En dat misschien maar met een paar regelingen”, lacht Bouwsema. “Maar je moet altijd ambities blijven hebben!”

Lees ook:

Wat zoek je?