‘Instinct’ en de kleine dingen die ons mens maken

Esther Gerritsen, die met actrice en debuterend regisseur Halina Reijn de openingsfilm van het NFF Instinct schreef, wilde nooit schrijver worden. Het leek haar meer iets wat je erbij doet. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. Na een opleiding dramaschrijven en literaire vorming aan de HKU schreef ze elf romans, waaronder Normale dagen, Dorst en Roxy. In 2014 debuteerde ze met een speelfilm, Nena, die ze schreef met Saskia Diesing. In 2018 volgde Dorst, een verfilming van haar gelijknamige roman, ook een gezamenlijk project met Diesing.

Jullie krijgen veel aandacht met Instinct. De film is geselecteerd voor de prestigieuze filmfestivals van Locarno en Toronto én gekozen als Nederlandse inzending voor de Oscars. Hoe voelt dat?

“Dat is natuurlijk te gek. Dit team was sowieso al te gek om mee te werken. Dat klinkt heel suf om te zeggen nu, maar zo was het. Wat al die prijzen betreft, dat merk je als scenarist niet echt. Het geeft wel de mogelijkheid een volgend project te doen en daar gaat het natuurlijk om.”

Dit is jouw derde speelfilm en Halina’s speelfilmdebuut, hoe zijn jullie bij elkaar gekomen? 

“Het plan kwam van Halina en acteur Marwan Kenzari. Zij zijn met schrijvers gaan praten en zo kwamen we in contact. Instinct is een thriller over een psychopaat en een therapeut, over gebreken in de menselijke psychologie en over verliefd worden op een slechterik. Ik vond het een klassiek gegeven, de vrouw die op een foute man valt. Daar bestaan allerlei theorieën over: dat vrouwen agressie ‘uitbesteden’, omdat ze zelf niet agressief mogen zijn. Wat hen voor sommige mannen juist weer heel aantrekkelijk maakt.

Een ander element: een psychopaat is eigenlijk een flat character, niet belast met een geweten dat een personage vaak zo boeiend maakt. Waarom zijn we desondanks geïnteresseerd in zo iemand? Waarschijnlijk, denk ik, omdat wij op zo’n blanco persoon dingen kunnen projecteren. Ze kunnen alles denken en doen, ze zijn compleet onvoorspelbaar. Het waren dingen waar ik heel erg van aan ging.”

Hoe verliep het schrijfproces? 

“We hebben veel gelezen over TBS-klinieken en hoe ze werken. We zijn ook op bezoek geweest. Dat was wel grappig, met Carice en Halina in de houtwerkplaats, lekker praten met de mannen. Dan vroegen we of iemand begeleider of crimineel was, dat was vaak helemaal niet duidelijk op het eerste gezicht.

Daarna ben in nauwe samenwerking met Halina aan het werk gegaan: schrijven, bespreken, schrijven, bespreken, elkaar bellen en appen met allerhande ingevingen. Ik ben van de dialogen, zij is meer van de beelden. Ze weet heel goed wat ze wil en zegt dan bijvoorbeeld: ‘Ik wil er per se een scène in dat hij die oefening, die we toen in die documentaire zagen, met die therapeute doet’. Ze wist ook precies hoe ze de seksuele relatie tussen de twee hoofdpersonen wilde laten zien.

Halina stuurt het hele proces, maar staat tegelijkertijd open voor alles wat werkt. Allebei vinden we het leuk om steeds opnieuw alles helemaal om te gooien als dat beter werkt. Alsof elke nieuwe stap, hoeveel werk ook, ons alleen maar energie geeft.”

Instinct is een knap staaltje Nederlands filmmaken. Met prachtige beelden door Jasper Wolf, sound design door Michel Schöpping, montage door Job ter Burg en uiteraard sterk spel van Marwan Kenzari en Carice van Houten. Maar vooral het scenario schittert in deze sobere vertelling, die zich bijna helemaal in een grauwe TBS-kliniek afspeelt. De dialogen zijn spaarzaam, doch treffend. De beelden zorgvuldig gekozen en effectief ingezet.

Halina Reijn en Esther Gerritsen passen met Instinct in een rijtje filmmakers die je langzaamaan toch wel als een nieuwe golf kunt omschrijven. Het barst van het talent en dat wordt gezien, in Utrecht, in Locarno, in Toronto, in Los Angeles. Ena Sendijarevic is met haar debuutfilm Take me somewhere nice genomineerd in de categorie beste film en beste regie, een welverdiende nominatie voor een gewaagd, verfrissend en vooral gewoon heel erg mooie film. Met strak gekozen kaders, een eigentijdse jonge vrouw in de hoofdrol en keuzes waaruit controle en kennis van zaken spreekt.

Nocturne van Viktor van der Valk en Jeroen Scholten van Aschat, een film die van de daken schreeuwt dat ze leeft voor cinema, hunkert naar een tijd waarin de liefde voor cinema alles consumeerde en opbrandde in een plezierige en onbelangrijke plot, poëtische dialogen en een gezonde laag zelfspot. Of De Libi, door Shady el-Hamus en ook Jeroen Scholten van Aschat. Over plezier gesproken, het is een film die alles is wat ze moet zijn: jong, fris, hilarisch, multicultureel, slim, kritisch, zonder ook maar een klein beetje de indruk te wekken dat ze dat probeert te zijn.

De enquete van het Filmmakersinitiatief wees in 2018 uit dat het overgrote deel van de scenaristen, acteurs en regisseurs ontevreden is over de kwaliteit van de Nederlandse film. Maar de afgelopen jaren hebben debutanten een aantal fantastisch mooie dingen gemaakt.

Esther Gerritsen gebruikt in Instinct de speciale fijngevoeligheid die ze lijkt te hebben voor het herkennen van de kleine dingen die ons mens maken, om ze vervolgens uit te vergroten en te dramatiseren. Neem de openingscène in haar eerdere film Dorst, waarbij we een moeder te zien krijgen die haar huilende tweejarige dochtertje opsluit in een slaapkamer. Een vrouw voor wie het moederschap niet weggelegd is, een dochter die vervolgens opgroeit met een emotioneel gat en angst voor iets waarvan ze vergeten is dat het ooit gebeurde. De manier waarop die relatie zich ontwikkelt is niet groots of explosief, het zit hem juist in de kopjes koffie en de staccato dialogen. In de woorden die we haast niet zeggen.

Hoe heb je de overstap van proza naar scenario ervaren? 

Nena was voor mij geweldig om aan mee te werken. Er lag al een heel goed verhaal van Saskia, dus we konden samen verder werken aan de dialogen en scènes. Daarna wilden we graag nog een project samen doen. Dat werd de verfilming van mijn roman Dorst en bleek een stuk lastiger. Je zit vast aan een realiteit die je ooit zelf hebt verzonnen.

Afgelopen jaar ben ik bezig geweest met een tv-serie, Red light, waar Halina en Carice ook in spelen. Wat de overstap naar scenarioschrijven betreft, ik ben net weer met een boek begonnen dus ik ben daar niet helemaal mee gestopt. Boeken en film liggen dichter bij elkaar dan bijvoorbeeld toneel en film. Toneel is oeverloos dialogen schrijven. Je kan niet zeggen wat iemand denkt, geen locaties laten zien. In boeken kun je de gedachten van je personages kwijt en in film kun je weer alles met locaties en beelden vertellen. Je hebt minder dialoog nodig.

Ik merk wel dat ik bij romans de plot nu minder afschrikwekkend vind. Als scenarioschrijver denk je veel technischer. Romanschrijvers zijn heel romantisch, die hikken er soms tegenaan dat ‘er een plot in moet’.

Aan een roman werken is ook heel rustig. Je bent in je eentje de baas, of jij en een redacteur. Met zo’n televisieserie kunnen zich best veel mensen bemoeien. Dat is fijn als je kunt luisteren en erop vertrouwen dat je de goede ideeën eruit haalt en de rest links kunt laten liggen. En als je onthoudt dat het er beter van wordt. Maar aanvankelijk kon ik er nog wel eens buikpijn van krijgen. Iedereen heeft wel iéts te zeggen over het scenario.”

Er lijkt een speciale rol weggelegd voor moeders en dochters in jouw werk. In Dorst had het hoofdpersonage een moeder die haar verwaarloosde. In Instinct krijgen we ook te maken met een atypische, best nare moeder-dochterrelatie. Toeval? 

“Ha! Is dat zo? Dat is nu denk ik toeval. Wat ik mooi vind in het script en wat ik samen met Halina bedacht heb is dat de hoofdpersonage van Instinct al eerder met grensoverschrijdend gedrag te maken heeft gehad. En dat hoeft niet altijd over een man te gaan. Het kan ook een moeder zijn die te intiem is geweest.”

Wat kijk jij zelf voor series en films? 

“Ik kijk nu vooral series omdat ik alleen maar thuis aan het werk ben. Ik ben helemaal hooked aan The Handmaid’s Tale. Elizabeth Moss is zo goed, die speelt alle stappen – dat je denkt gooi de dialogen maar weg! Het is zo’n heftig verhaal en er is helemaal niks ironisch aan.

Waar ik bijvoorbeeld helemaal niet van houd is Quentin Tarantino. Alsof het heel leuk is om mensen lachend neer te schieten en dan een stomme grap te maken. Alsof alles geen impact meer heeft. Hij bekijkt dingen met een ironische afstand. Daardoor is het niet meer – niets meer – serieus te nemen.”

En nu? 

Red Light is zo goed als afgerond. Hij wordt gedraaid dus daar ben ik nu de laatste blauwtjes voor aan het schrijven. De serie gaat over een mysterieuze vermissing, waardoor de levens van drie totaal verschillende vrouwen, elk op een belangrijk keerpunt in hun leven, met elkaar verstrengeld raken. Hij is volgend jaar te zien bij BNNVARA en de VTM in België. Ik ben de hoofdschrijver en ook Christophe Dirickx en Frank Ketelaar hebben eraan meegeschreven. En zoals ik zei ben ik weer aan een roman begonnen, maar verder doe ik ietsje rustiger aan de komende tijd.”

Is er iets dat je nog heel graag zou willen doen?

“Beter dan dit wordt het niet. Ik wist niet dat ik scenarioschrijven zó leuk vond. Je houdt je veel meer bij de kern. Ik ben namelijk niet zo van beschrijvingen. Als iemand in een boek de tuin inloopt, moet je die hele tuin beschrijven. Daar heb ik helemaal geen zin in. Ik wil de dialogen, de situatie, de psychologie, de gedachten. Dat wil ik en dat is film. Hoe die tuin eruit ziet kunnen anderen bedenken.”

Instinct is te zien op het Nederlands Filmfestival en vanaf 3 oktober in de Nederlandse bioscopen.

Foto Esther Gerritsen: Paulina Szafranska

Wat zoek je?