‘Ik wil mijn films voor een zo groot mogelijk publiek maken’
Filmmaker Jelle de Jonge heeft in de loop van vier speelfilms en meerdere tv-series een reputatie opgebouwd als maker van succesvolle mainstreamproducties. Als klap op de vuurpijl won zijn vorige film De Terugreis recent het Gouden Kalf voor beste speelfilm. Sinds 7 november draait zijn nieuwste film, de komische roadmovie De Z van Zus in de bioscoop, met hoofdrollen voor Elise Schaap en Bracha van Doesburgh, over twee zussen die elkaar niet kunnen luchten of zien. “Ik hou van roadmovies, al is het toeval dat er nu opeens twee in een jaar uitkomen.”
De Z van Zus is een vlotte en vermakelijke komedie over de zussen Rianne (Elise Schaap) en Juliette (Bracha van Doesburgh), die als kind onafscheidelijk waren maar als volwassenen een hekel aan elkaar hebben. Rianne zorgt thuis in Rotterdam voor haar zieke vader en zijn snackbar, terwijl Juliette een onbelemmerd luxe leven leidt in Amsterdam. En waar Riannes passie voor verzamelen steeds meer uit de hand loopt, is Juliette succesvol als professional organizer. Als vader Cor overlijdt, vertrouwen ze er allebei niet op dat de ander zijn laatste wens om zijn as te verstrooien aan de Spaanse kust goed zal uitvoeren. Dus zit er niks anders op om samen op roadtrip te gaan, met allerlei komische gevolgen maar ook een treffend einde.
Het interview vindt plaats in Café Wildschut in Amsterdam. Jelle de Jonge groeide, als zoon van Freek en Hella, op in een cultureel gezin. Hij is er trots op dat hij geheel op eigen kracht carrière heeft gemaakt. Voordat hij filmmaker werd, studeerde hij commerciële economie, met een voorkeur voor marketing en branding. “Ik hou van het maken van films, maar ik vind het ook leuk om na te denken hoe een film wordt uitgebracht. En sinds ik wat succes heb, merk ik dat men, bij distributeurs en zenders, ook wat meer bereid is om naar mijn ideeën op dat gebied te luisteren.”
Voordat hij de overstap naar het witte doek maakte, regisseerde De Jonge veel comedyshows op de Nederlandse televisie, zoals Sluipschutters, Toren C en Harkum. Ook maakte hij de thrillerserie Lieve Mama en de kerstserie Kerst met de Kuijpers. Zijn eerste speelfilm, de komedie Bon Bini Holland (2015), werd een enorme kaskraker en won de Gouden Kalf Publieksprijs op het Nederlands Film Festival. Zijn tweede speelfilm, Weg van jou (2017), met in de hoofdrollen Katja Herbers en Maarten Heijmans, werd lovend ontvangen door critici. Begin dit jaar begon het succes van De Terugreis, die meer dan 200.000 bezoekers naar de bioscoop lokte en werd uitverkozen als Nederlandse inzending voor de Oscar voor internationale speelfilm.
Hoe is het idee voor de Z van Zus ontstaan?
“Het is begonnen op de set van Weg van jou, waar ik soms kletste met Elise Schaap, die een rol in de film speelde. Zij komt uit Rotterdam en daar wilde ze graag een keer iets mee doen. Zo ontstond het idee van twee zussen die uit elkaar zijn gegroeid. In comedy is contrast altijd heel fijn. Eentje is blijven hangen in de buurt waar ze is opgegroeid. De ander is vertrokken naar Amsterdam en een heel ander leven gaan leiden. Het heeft ook nog even dubbeltje kwartje geheten, omdat een thema van de film is dat wie voor een dubbeltje geboren is nooit een kwartje wordt.
Toen kwamen er allemaal ingrediënten bij. Elise had met Bracha van Doesburgh in Faithfully yours gespeeld en zij hadden zo’n goede klik dat ze graag nog een film wilden maken. Martin van Waardenberg was ook meteen de gedroomde vader. En daar paste het idee van die oude snackbar weer goed bij.
Een ander aspect is dat ik heel erg houd van het werk van Judd Apatow, de Amerikaanse maker die ook schrijver is ook voor anderen, en producent. Hij heeft onder andere meegewerkt aan de film Bridesmaids en zo’n soort film hadden we voor ogen. Het is echt comedy met een hart. Het gaat over echte mensen. Er valt veel te lachen, maar je kunt je ook met de personages vereenzelvigen en meeleven.
De Z van Zus is de eerste speelfilm die je zelf ook hebt geschreven.
“Klopt. Ik heb altijd wel meegeschreven aan de films, in de zin dat je altijd toewerkt naar een shooting script. Bij Weg van jou was dat alweer een stukje meer dan bij Bon Bini Holland. Bij De Terugreis lag er een heel mooi script van Marijn de Wit, waar we samen nog vrij veel aan hebben geschreven. Het is een ambitie die zich zo heeft ontwikkeld. En bij deze film, omdat ik het idee ook al had bedacht, heb ik ervoor gekozen om het zelf te doen, samen met Jildou Hartzema. We delen eenzelfde smaak, qua humor, personages en de films waar we van houden. Dus we zitten goed op een lijn.”
Elise en Bracha staan ook als creative producers op de titelrol. Kun je iets vertellen over hun inbreng?
“Dat heeft bijvoorbeeld met de manier van praten te maken. Elise komt uit Rotterdam. Dus die heeft heel veel Rotterdamse woorden toegevoegd. Het gaat ook om anekdotes uit hun eigen leven, die we over op een bepaalde manier in verwerkt hebben. Ze hadden ook heel specifieke ideeën over de karakters. Niet alleen over hun backstory, ook hoe ze eruit moesten zien qua kleding, haar, dat soort dingen. Ik vind het alleen maar fijn om dat in de gezamenlijkheid te bespreken.”
Aan het begin van de film hebben de zussen een hekel aan elkaar. Aan het eind vallen ze elkaar in de armen. Is dat de voornaamste ontwikkeling?
“Die klassieke ontwikkeling zit er zeker in. Maar ze hebben allebei ook een individuele karakterboog. Juliette, die door Bracha wordt gespeeld, moet meer van zichzelf leren houden en haar afkomst kunnen omarmen. Ze moet ook wat meer zelfreflectie tonen en eerlijker met zichzelf omgaan. Andersom hebben we Rianne, het personage van Elise, neergezet als een wat bangige vrouw, die zich het liefst verschanst in dezelfde veilige omgeving die ze al haar hele leven kent. Door de reis die ze met haar zus maakt durft zij iets meer naar buiten te treden.
Die ontwikkeling hebben we geïllustreerd door gebruik te maken van een actueel fenomeen. Juliette is iemand die heel obsessief aan het organiseren is en echt alles weg doet waar je toch niks aan hebt. Dat staat symbool voor haar leven en haar geschiedenis, waar ze het liefste helemaal vanaf wil. Rianne is daarentegen een hoarder die overal aan vasthoudt en niks weg kan doen.
Naast de hulp die we van ze kregen bij de ontwikkeling van de personages hebben we met Bracha en Elise heel veel leessessies gedaan, dan gingen we scène voor scène door het script. Dat kunnen ze als de beste. Het was een halve repetitie, en tegelijk kon je meteen dingen aanpassen. Dat was ideaal.”
Wat ik leuk aan de film vind is dat het verhaal grappig is, maar je ook soms echt met samengeknepen billen zit te kijken omdat het gênant is. Het is een soort cringe-comedy. Is dat bewust?
“Ja, ik hou van comedy die het ongemakkelijke benadrukt, maar er zijn ook momenten dat we de humor er wat dikker opleggen, of dat we juist voor een subtielere grap kiezen. Ik probeer zoveel mogelijk variatie aan te brengen.”
Toch voelt de comedy heel anders dan bijvoorbeeld in Weg van jou.
“Ik denk dat er overeenkomsten zijn, maar dat die film als geheel wat gestileerder was. Bij De Z van Zus wilde ik het ietsje rauwer aanpakken. Ik heb enerzijds gekozen voor kleuren die er fris uitzien, maar qua camerawerk hebben we het juist wat rauwer aangepakt. Dat draagt bij aan de spontaniteit en het realisme die naar mijn gevoel bij een roadmovie horen.”
De Terugreis was een roadmovie en nu weer De Z van Zus. Hou je erg van roadmovies?
“Zeker, al is het toeval dat er nu opeens twee in een jaar tijd uitkomen. Als maker heb je altijd meerdere potjes op het vuur in de hoop dat er een doorgaat. En dat waren juist de twee roadmovies. Daarna was het zo dat de uitbreng van De Terugreis meer dan een jaar is uitgesteld vanwege corona. Waardoor deze twee vrij dicht op elkaar zitten. Maar hou zeker van het genre. Ik denk dat Little Miss Sunshine wel een van mijn lievelingsfilms is. Zeker in de top 10, en Nebraska ook.
Het is lekker om in comedy personages om de hoofdpersoon heen iets groter te maken, en in een roadmovie kun je ze dan bij wijze van spreken in de volgende scène weer afserveren
Het is een hele fijne vorm van comedy. Omdat het heel stuwend en natuurlijk is. Je moet letterlijk de hele tijd in beweging blijven. Het is lekker om in comedy personages om de hoofdpersoon heen iets groter te maken, en in een roadmovie kun je ze dan bij wijze van spreken in de volgende scène weer afserveren. Je rijdt er letterlijk langs, ze hoeven niet terug te komen. Daarom vind ik het een hele leuke vorm van comedy. Al denk ik wel dat ik nu even klaar ben met deze vorm.”
Is het toeval dat de hoofdpersonen in beide films naar Spanje gaan?
“Het is toeval dat het zo heeft uitgepakt. Met De Terugreis zouden we eerst naar Italië gaan en met De Z van Zus naar Marseille. Maar dan ga je produceren en dan blijkt Italië geen makkelijk land te zijn om met een Nederlandse crew te gaan te filmen. Het kan wel, maar bij beide films bleek Spanje praktisch gezien de beste plek om naartoe te gaan. We hebben het met dezelfde lokale producent gedaan. Het zijn twee zo totaal verschillende films dat ik dacht dat het elkaar niet zou bijten.”
Was je verrast door het succes van De Terugreis?
“Enorm verrast en vooral heel erg geraakt door alle waanzinnige reacties. Ik was op het Filmfestival bij zo’n viewing met Q&A. Na afloop kwam er iemand naar me toe die me vertelde over zijn oma die Alzheimer heeft. En hoe zijn vader elke dag naar haar toe gaat. Hij stond me daar met een brok in zijn keel te bedanken en me te vertellen wat die film voor hem betekende. Dat is natuurlijk ongelooflijk ontroerend. Ik had van tevoren nooit gedacht dat het zoveel teweeg zou brengen.
We hebben er wel bewust voor gekozen om de film zo toegankelijk mogelijk te maken, dat klinkt misschien een beetje gek, maar ik wil mijn films voor een zo groot mogelijk publiek maken. Dat vind ik echt het allerleukste.”
Weet je al wat je hierna gaat doen?
“Ik ga binnenkort naar Los Angeles om De Terugreis een beetje te promoten voor de Oscars. Dat is ook weer een geweldig avontuur. En ik ben met een aantal nieuwe projecten bezig, maar dat is allemaal in het stadium van financiering. Ik heb ook laatst met iemand gesproken over een boekverfilming. Dat is iets wat ik op zich wel zou willen doen. Tegelijk ben ik altijd op zoek naar een nieuwe uitdaging, dus ik ga zeker zelf weer iets schrijven. Zelf een wereld creëren die er nog niet is vind ik leuker dan iets te herscheppen dat er al is in een andere vorm. Ik zou wel weer een thriller willen maken. Ik heb al eens een thrillerserie gemaakt voor Videoland, Lieve Mama, dat was super uitdagend om te doen. Om te kijken of ik kon wegblijven van de comedy en het juist spannend te maken. Dat smaakte naar meer.”