Grappen over een armageddon

Begin jaren zestig moest een macaber concept de wereldvrede garanderen. Het kwam op het volgende neer: bij een eventueel conflict tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hadden beide partijen voldoende kernwapens om elkaar totaal te vernietigen. Dus zou die oorlog er nooit komen. Het werd toepasselijk MAD (Mutually Assured Destruction) genoemd.

Deze beangstigende realiteit was de gedachten gaan beheersen van de eigenzinnige cineast Stanley Kubrick, zeker nu hij vader was geworden. Tegelijkertijd was hij als schaakgrootmeester ook wel gefascineerd door de complexe strategieën en militair-politieke structuren die het lot van de wereld in balans hielden.

Met het plan een film te maken las Kubrick meer dan zeventig boeken over de technische, organisatorische en filosofische aspecten van het onderwerp en sprak vele experts. Een van hen raadde de regisseur aan om het boek Red Alert te lezen, geschreven door voormalig RAF-navigator en antikernwapenactivist Peter George. In Red Alert geeft een ongeneeslijk zieke Amerikaanse generaal de luchtmacht opdracht Rusland aan te vallen, in de hoop de leiders van zijn land aan te zetten tot een totale oorlog. De president en zijn staf moeten tot het uiterste gaan om de vliegtuigen terug te troepen of desnoods te vernietigen.

Kubrick liet George naar New York komen om samen met hem en producent James Harris de roman te bewerken tot een filmscript. George was een ernstige, morbide man, en de vroege versies van het script hadden dan ook de stijl en toon van een realistisch docudrama over hoe machthebbers controle dreigen te verliezen over hun zelfgemaakte veiligheidssysteem. In de kleine uurtjes, als George reeds was vertrokken, vrolijkten Kubrick en Harris elkaar op door te brainstormen over de komische mogelijkheden van hun verhaal. Wat als de chef staf van het leger hoort over de aanval terwijl hij zit te poepen? Wat als al die politici en militairen middenin deze crisis honger krijgen en pizza bestellen? Later, toen Kubrick al lang en breed bezig was met de preproductie van zijn film, besloot hij het roer totaal om te gooien. In de plaats van serieus drama moest dit inktzwarte komedie worden.

Peter Sellers

Over hoe en waarom hij tot deze koerswijzing kwam lopen de verklaringen uiteen. Volgens een versie was het bezorgdheid om een rivaal. Gerenommeerd regisseur Sidney Lumet bleek te werken aan zijn eigen Koude Oorlog-thriller Fail-Safe, gebaseerd op een boek met een vrijwel overeenkomstig plot. Kubrick spande een plagiaatproces aan, hoofdzakelijk om zijn concurrent vertraging te bezorgen, maar besefte dat het een slimmere strategie was zich van zijn concurrent te onderscheiden door scherper en controversiëler te zijn.

Andere versies wijzen op de samenwerking met acteur Peter Sellers. De studio Columbia had het project met grote bedenkingen gefinancierd, en stond erop dat de Britse komiek, met wie Kubrick succesvol had samengewerkt aan diens vorige film Lolita, wederom zou worden gecast. Toen Kubrick dit aanvankelijk aarzelend accepteerde, ging hij inzien dat dit de kans bood om de komische kanten van het verhaal waar hij eerder mee had gespeeld te benadrukken. Zeker als Sellers’ talent om meerdere rollen te spelen zou worden benut. Weer een andere verklaring was dat Kubrick simpelweg inzag dat de krankzinnigheid van de Koude Oorlog het best kon worden aangetoond door een krankzinnige film te maken.

De meest waarschijnlijke verklaring is een opstapeling van alle bovenstaande versies. Hoe dan ook, Kubrick haalde de Amerikaanse schrijver Terry Southern naar Londen om aan het script te werken. Southern had faam gemaakt met de satirische roman Candy, die opviel door zijn donkere humor en kinky seksualiteit.

Het beeld ontstond dat atoomoorlog niets anders is dan haantjesgedrag van hitsige wereldleiders

Hoewel de structuur van het serieuze script grotendeels intact bleef, spoorde Kubrick Southern aan de scènes om te schrijven met absurdistische dialogen. Dikwijls kregen ze een sterk seksueel sausje, zodat het beeld ontstond dat atoomoorlog niets anders is dan haantjesgedrag van hitsige wereldleiders. Vandaar ook de titel, Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb. Sellers’ improvisatietalent werd de kers op de komische taart. Hierdoor werd in de beeldvorming het aandeel van Peter George aan het script wat getrivialiseerd, wat onterecht is.

Wel eindigde de film heel anders dan George’s boek. Hierin loopt de crisis af met een sisser, wat de Amerikanen en de Sovjets motiveert tot maatregelen om een kernoorlog te voorkomen. Dergelijk zelfreinigend vermogen paste niet binnen de meedogenloze blik van Kubrick. In plaats daarvan liet hij de film eindigen met twee concepten die hij had opgepikt in zijn research: een ophanden zijnde ontsteking van een allesvernietigende bom én plannen van een klein groepje overlevenden om een schuilplaats te zoeken in de mijnen. Dit leidt vrijwel onmiddellijk tot nieuwe krijgsplannen om de meeste mijnruimte te bemachtigen.

Zo werd Dr. Strangelove een combinatie van authentiek klinkende technische discussies en kinky satire. De perfecte vervlechting van Peter George’s ernst en Terry Southerns kink en dat onder auspiciën van Stanley Kubrick. De film drong door tot het collectieve bewustzijn over kernbewapening.

Bronnen

John Baxter, Stanley Kubrick A Biography, HarperCollins Publishers (1998)
Alison Castle, The Stanley Kubrick Archives, Taschen Gmbh (2008)

Wat zoek je?