Elke zondag een film scène voor scène ontleden
Zijn korte film Jungle, die zich afspeelt in het beruchte vluchtelingenkamp bij Calais, werd afgelopen maart bekroond met een Zilveren Krulstaart. Inmiddels is Ashar Medina druk met verschillende andere projecten. Het was door zijn oom Clark Accord dat hij zich ooit realiseerde: “Het kan gewoon. Ik kan ook schrijver worden.”
Schrijft u momenteel aan iets?
Momenteel leg ik de laatste hand aan de One Night Stand Tom Adelaar, onder regie van Gonzalo Fernandez, en ik schrijf aan een komische dramaserie. De logline is iets in de trant van: een jong koppel probeert tegen wil en dank een gezin te stichten in het Nederland van Nu. De serie gaat over een groep Surinaamse en Kaapverdiaanse vrienden, en dus vooral dat koppel van begin twintig, die tot elkaar veroordeeld zijn; verliefd, gelukkig, met alle dromen, wensen en frustraties waar onze generatie mee dealt.
De serie ontwikkel ik met regisseur Giancarlo Sanchez, die ik heb leren kennen op de Filmacademie. We willen een portret schetsen van jonge zwarte mensen, zonder dat het constant gaat over discriminatie of racisme. Het gaat over een baan vinden, kinderen krijgen, ‘groot’ worden, het volwassen leven. Het ligt dichtbij mijn eigen perspectief en biedt een kans om verhalen te kanaliseren die ik zelf als schrijver graag kwijt wil. Daarnaast werk ik aan de verfilming van een toneelstuk, ik ben ook bezig met een boekverfilming en hoop dit jaar een speelfilmscenario te schrijven, gebaseerd op mijn ervaringen in de Nederlandse rapscene.
Is schrijven uw hoofdberoep?
Ja, ik ben fulltime schrijver, nu ongeveer twee jaar. Het is heel fijn om je volledig te kunnen focussen op je passie. Hoe meer tijd die je niet aan andere dingen hoeft te besteden, hoe meer energie je kunt steken in het schrijven.
Wordt u gelukkig van schrijven?
Zeker. Het gaat niet altijd van een leien dakje, en soms is schrijven frustrerend, maar niets wat goed is, is makkelijk. Ik zie mezelf niet iets anders doen.
Voor welke film bent u onlangs naar de bioscoop gegaan?
Sweet Country. Een visueel prachtige film met een interessante invalshoek en sterke acteerprestaties. Ik wist niet veel van de aboriginals in Australië. Het is een heftig verhaal, over institutioneel racisme en mishandeling, wat op een gegeven moment wel heel zwaar wordt. Een geslaagde, maar dus ook heftige film. De serene, ongerepte natuur vormt een schitterend contrast tegenover de getormenteerde zielen die de film bevolken.
Wat is het laatste toneelstuk dat u heeft gezien?
‘Romeo en Julia’ van Oostpool, waar ik best van heb genoten. Het is geïnspireerd door de Baz Luhrman-filmversie van het stuk denk ik, met die hedendaagse ironische (meta)laag die tegenwoordig populair is. Iets wat vaak goed werkt, maar mij hier en daar ook uit het verhaal haalde. Ik ben opgegroeid in het theater, mijn vader was toneelacteur, maar film zal toch altijd mijn voorkeur hebben omdat er meer mogelijk is. Een mooi toneelstuk kan ik echter zeker waarderen.
Weet u wat er momenteel aan Nederlands drama op televisie is te zien?
Ik heb de afgelopen tijd niet veel kunnen zien. Maar ik weet wel wat er is. Fenix, onlangs uitgekomen op KPN, vond ik erg goed, net als Hollands Hoop. Ik houd van misdaadseries en ik vind het niveau in Nederland gestaag omhooggaan. Er worden nieuwe dingen geprobeerd. Ik heb zelf meegeschreven aan een serie die dit najaar te zien zal zijn op Videoland, over de meedogenloze oorlog die de laatste jaren woedt in de Amsterdamse onderwereld. Ik kan niet wachten om het resultaat te zien.
Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
Nee.
Welke film had u willen schrijven?
Adaptation van Charlie Kauffman. Omdat ik denk dat het de beste film over scenarioschrijven is. Het gaat erover dat Charlie Kauffman een boek moet verfilmen: The Orchid Thief. Maar hij botst tegen een enorm writers block op. Hij schakelt de hulp van zijn broer Donald in, ook scenarioschrijver, maar veel commerciëler en succesvoller dan Charlie. In een onmogelijke rollercoaster van een film vinden ze samen het einde van het verhaal. Maar die tweelingbroer bestaat helemaal niet, hij is fictie. Dus de film is een surrealistisch verhaal over Kaufman zelf, die in een identiteitscrisis belandt.
Charlie Kauffman is een schrijver die bijzondere ideeën met persoonlijke vraagstukken combineert, en hierdoor menselijke verhalen kan vertellen met veel humor. Ik kan daar erg van genieten. En ik denk dat elke filmmaker zich in zijn neurotische personages herkent; ze zijn vaak ambitieus, maar ook heel erg onzeker. Al zijn films zijn uniek. Niet alleen qua personages en vorm, maar ook zeker in plot en structuur.
Wat is uw sterkste punt als schrijver?
Dat vind ik moeilijk om over mezelf te zeggen. Dialoog schrijven vind ik het leukste wat er is, maar dat is denk ik niet mijn sterkste punt. Het structureren van een verhaal en het ontdekken waar de juiste schakels zitten gaat mij doorgaans wel goed af.
Wat moet u als schrijver nog leren?
Alles, alles. Je bent nooit klaar. Ik ben pas drie jaar van de Filmacademie. Hopelijk doe ik dit tot mijn tachtigste, en ben ik dan nog steeds niet klaar. Schrijven is iets wat je elke dag aan het ontdekken bent. Elk verhaal heeft zijn eigen regels, zijn eigen taal. Sommige dingen worden wat makkelijker, of je raakt er bedreven in. Maar ik denk nog altijd bij een nieuw project: hoe werkt het ook alweer?
Van wie heeft u het vak geleerd?
Ik heb natuurlijk veel geleerd op de Filmacademie, van mijn begeleiders Hans Heesen en Rob Arends, en van mijn klasgenoten van lichting 2015.
Maar ik denk dat je als scenarioschrijver toch het meeste leert van heel veel lezen en kijken. Voordat ik naar de academie ging, zette ik elke zondag een film op en downloadde ik het script, dan ging ik scène voor scène door de film heen. Script en film afwisselend. Dan zie je hoe zo’n verhaal tot leven komt en kun je ontdekken waar je zelf van houdt. Waarom personages je aanspreken. Waarom je met ze meegaat. Je leert begrijpen hoe je een verhaal stap voor stap opbouwt en je jezelf daarin kan verliezen.
Ik heb dus geleerd van al mijn favoriete makers. Dat gezegd hebbende, moet ik Clark Accord wel noemen. Mijn oom, onder andere de schrijver van De Koningin van Paramaribo, is een hele grote inspiratie geweest.
Toen ik jong was schreef ik al kleine toneelstukken. Mijn vader speelde toneel, mijn grootvader was cabaretier, wat ik prachtig vond, maar Oom Clark had een geweldige roman geschreven, die ik binnen no time uitlas. Ik was toen een jaartje of veertien, een fervent lezer, en dacht bij mezelf: “Het kan gewoon. Ik kan ook schrijver worden.” Ik denk dat het heel belangrijk is om rolmodellen in je omgeving te hebben die je kunnen inspireren om dingen te proberen die je vooraf niet voor mogelijk hield.
Aan wie moet de Ashar Medina-schrijfbokaal worden uitgereikt?
Aan iemand die iets heeft geschreven dat ik nog niet ken. Iets waarvan ik als ik het lees of zie denk: “Jesus Christ, dit is geniaal.”
Wilt u nog iets kwijt?
Dankjewel voor het interview en de interesse. Dit komt natuurlijk allemaal door het succes van Jungle. Het is heel tof dat mensen de film zo waarderen. Ik vind het prachtig om te zien dat er zoveel belangstelling is voor de film, het team en voor de verhalen die ik schrijf. Dus dank daarvoor.
Foto Ashar Medina: Iñigo Garayo
De film Jungle is hier te zien.