Disaster, low, medium, high, hit case-scenario

Dutch Filmworks viert dit jaar het 25-jarige jubileum. De grootste onafhankelijke distributeur van Nederland heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot hofleverancier van de toegankelijke Nederlandse speelfilm. Alleen al dit jaar brengt DFW gemiddeld een Nederlandse film per maand uit. Een gesprek met co-CEO Marcel de Block over DFW en de Nederlandse filmwereld.

Aan de muur bij DFW in het kantoor vlak buiten Utrecht hangen de Gouden en Platina films van hun grootste successen: Soof 3, Bankier van het Verzet, Alles is zoals het zou moeten zijn, 100% Coco, Hotel Sinestra, Mijn beste Vriendin Anne Frank, Luizenmoeder – De Film, etc. Daarnaast was DFW de afgelopen jaren verantwoordelijk voor Netflix Originals als De Familie Claus, de serie Keizersvrouwen, en bracht men tevens Hollywood-films uit als The Hitman’s Bodyguard en The Wolf of Wall Street.

Marcel de Block begon als country manager bij Universal, maakte daarna een uitstapje naar de NBA in Londen en begon in 2009 bij DFW. Eerst als Finance Manager, tegenwoordig is hij co-CEO naast CEO Willem Pruijssers.

“Ik denk dat we nu tien jaar lang onafgebroken het grootste marktaandeel hebben op het gebied van de Nederlandse film. Dat is inderdaad een focuspunt, want daarmee maak je het verschil. Een Amerikaanse film met Gerard Butler, daar heb je er per jaar wel vier van. Maar je hebt maar één Soof,  één Candy & Bonita en één Het Geheugenspel. Dat is echt iets onderscheidends.”

Jullie werken samen met partijen van buitenaf, maar jullie initiëren zelf ook projecten. Wanneer is een Nederlandse film geschikt voor Dutch Filmworks? 
De Block denkt heel even na. “Wij hebben zo’n diversiteit aan films. Het gaat van kinderfilms, via films met vloggers, tot natuurfilms als De nieuwe Wildernis, naar een komedie als Candy & Bonita, tot een oorlogsfilm als Bankier van het Verzet. Het is enorm divers. Maar er is een duidelijk kenmerk, en dat is geen exacte wetenschap, maar het zijn allemaal mainstream films. Voor een groot publiek, dus. En wij denken op voorhand te weten wie de doelgroep van de betreffende film is. En ook of die doelgroep bereid is om daar een kaartje voor te kopen. Dat is puur vanuit onze ervaring met de markt.”

Hoe maken jullie dan de keuze welke films bij jullie passen?
“Het kan zijn dat wij een idee initiëren. Dat wij een boek lezen en denken, hé dat is tof. En dan benaderen we een producent die bij dat project past om mee samen te werken. Het kan ook zijn dat de producent naar ons toe komt, zoals in het geval van Het Geheugenspel, dat gebaseerd is op een boek van Nicci French. Wat weinig mensen weten is dat Nederlanders de grootste Nicci French-lezers ter wereld zijn. Dus een goed idee om dat te verfilmen. Maar het kan ook zijn dat een regisseur of een scenarist met een idee naar ons toe komt. We staan open voor iedere vorm van samenwerken.”

De Block noemt als voorbeeld De Familie Claus. “Wij hebben een aandeel in Dinghy, een Vlaams productiehuis. En De Familie Claus is een idee dat zij hebben ontwikkeld en inmiddels drie wereldwijde Netflix Originals heeft opgeleverd.”

Wat sprak jullie daarin aan? 
“Er worden nooit zoveel kerstfilms gemaakt in Nederland. Wij doen al twaalf jaar een sinterklaasfilm, maar wij vieren kerst nooit in Nederland op de manier zoals we dat met Sinterklaas doen. We vieren het met familie, maar mijn dochter gelooft wel in Sinterklaas, maar niet in de kerstman. Dus het is een ander soort vehikel. Toen kwamen Dingie met een idee om een film met een internationale appeal te maken. Een bijna Amerikaanse sprookjesvertelling. En dat was ook de ideale manier om die film bij een streamer als Netflix te kunnen neerleggen. 

Voor de bioscoop is een kerstfilm best wel lastig. Je kan hem namelijk maar op één tijdstip uitbrengen: met Kerstmis. En als de kerst voorbij is, dan is het publiek niet meer geïnteresseerd. Voor VOD is dat ook heel ingewikkeld. Want men gaat pas weer de volgende kerst naar die film kijken. Dus het is een heel raar exploitatiemodel. Maar voor een streamer is het super interessant om een lokaal geproduceerde kerstfilm te hebben. Die kan je elk jaar weer prominent op de interface zetten.”

Het bijzondere was dat we de Vlaming Jan Decleir als de kerstman hadden, in combinatie met een Nederlandse cast, met o.a. Bracha van Doesburgh. We hadden dus een hybride model, dat opeens interessant was voor België en voor Nederland. Want Nederlandse films doen het in Nederland goed. Vlaamse films doen het in België goed. Maar in tegenstelling tot tientallen jaren geleden zijn er eigenlijk geen voorbeelden meer te noemen van films die het in beide landen goed doen. 

Maar bij een streamer is de drempel minder hoog. En dat hybride model heeft gewerkt. Dat was fantastisch om te doen. En Netflix is er ook heel blij mee. Anders bestellen ze er geen drie.’

In hoeverre hechten jullie aan een goed scenario? 
“Het is de basis van je film. Zonder een goed scenario geen goede film. Maar ik geef toe: toen we tien jaar geleden begonnen met het werken aan Nederlandse films, hebben we weleens onze neus gestoten. Het was de tijd van de snelheid. Dus vandaag produceren, en zo snel mogelijk de bioscoop in. Dat werkt niet. Daar hebben we van geleerd. Want je kan pas gaan plannen, je kan pas gaan produceren als je een goed scenario hebt. En daar is tijd voor nodig.”

De Block benadrukt wel dat wat hij een goed verhaal voor DFW vindt niet per se overeenkomt met de smaak van de critici. “Er wordt vaak heel neerbuigend geschreven over romantische komedies. Dat irriteert me mateloos.”

De Block is bijvoorbeeld trots op de Daphne Deckers-verfilming Alles is zoals het zou moeten zijn van Ruud Schuurman. “Daar heeft scenarist Anna Pauwels echt heel serieus aan gewerkt. Ik denk dat ze wel vijftien scenarioversies heeft geschreven. Dat script is tot in het kleinste detail uitgewerkt.”

Misschien dat recensenten een Daphne Deckers-verfilming sowieso niet zo zien zitten? Hoe kijken jullie daar tegenaan?
“Daphne schrijft op een manier die heel aanstekelijk is. Heel snappy, heel scherp, heel snedig, heel grappig. Dus toen we dat boek lazen, dachten wij meteen, hier zit echt een heel grappige film in. Wij wilden graag iets maken dat qua comedy lekker scherpe tonen had. Daphne is er een kei in dat om dat te schrijven. En gelukkig is het, zo vinden wij, een heel leuk film geworden. Als je het nu hebt over scenarioschrijven: het boek is zo’n 500 pagina’s, en om daar een scenario van te maken van 105 pagina’s, dat is ingewikkeld. Voor het project bij DFW kwam, hadden anderen het al geprobeerd. Maar iedereen stuitte steeds op: hoe maak je hier nu een film van? Dus wij kwamen toen uit bij Anna Pauwels, die we onder andere kenden van Zwaar Verliefd. Ze kwam terug met twee A4’tjes en zei: ik denk dat dit de film is. Ze was spot on.”

De Block is enthousiast over de samenwerking met Pauwels. “We brengen in augustus een film uit, Only You, die gebaseerd is op een origineel script van Anna. Dat is echt het eerste scenario waarvan ik bij de eerste versie dacht, wow, wat is dit te gek. Het is geen makkelijke film, het is geen romcom, het is een romantisch drama, maar het is zo prachtig, met een lach en een traan.”

Een film die geen geld opbrengt, maar wel Kalveren wint, daar kunnen wij onze broek niet mee ophouden

De Block benadrukt nog eens open te staan voor meer directe samenwerkingen met makers. “Wat ik leuk vind is dat je met schrijvers eigenlijk altijd goede gesprekken hebt, juist omdat wij anders tegen dingen aankijken. Dat brengt elkaar alleen maar heel veel meer. Wij zijn geen schrijvers, wij denken niet dramaturgisch, wij hebben daar niet voor gestudeerd. Maar wij kijken met de ogen van het publiek en de markt. En dat levert altijd een interessante discussie op. We hebben allemaal onze eigen waarheid. Een schrijver heeft het idee, daar zitten gedachtes achter over karakters en verhaalontwikkeling. Maar het publiek is ook heel belangrijk. Die wisselwerking heeft in het verleden tot prachtige scenario’s geleid.”

Als mooiste film die DFW heeft uitgebracht, noemt De Block zonder aarzeling The Wolf of Wall Street van Martin Scorsese, met Leonardo DiCaprio. “Uniek voor ons, omdat je als onafhankelijke distributeur eigenlijk nooit de kans krijgt om zo’n grote studiofilm uit te brengen. Die herinnering zal ik altijd blijven koesteren.”

Wat Nederlandse films betreft was De Block heel blij met Bankier van het Verzet. “Dat was ook uniek. Een film die heel succesvol was in de bioscoop en ook nog veel Gouden Kalveren won. Dat was een unicum.”

Zijn prijzen belangrijk voor jullie?
“Nee, want wij steken heel veel eigen middelen in een film. Dus we kunnen dat alleen maar doen als we dat geld ook weer terugverdienen, zodat we met dat geld weer nieuwe films kunnen ontwikkelen of distribueren. Dus een film die geen geld opbrengt, maar wel Kalveren wint, daar kunnen wij onze broek niet mee ophouden. Dus het is leuk als het gebeurt, maar onze focus ligt echt op publiek en bezoekers.”

Kun je uitleggen hoe jullie te werk gaan om geld uit de markt te halen? 
“Het is grotendeels ons eigen geld dat we daarin steken. Het komt wel voor dat we op voorhand de televisierechten verkopen aan een zender. Maar het grootste deel van het risicodragende geld dragen we zelf aan.”

Wat is een recent voorbeeld waarbij dat goed heeft uitgepakt?
“De thriller Faithfully Yours is een goed voorbeeld. Daar hebben we zelf flink in geïnvesteerd en die hebben we behoorlijk succesvol in de bioscoop uitgebracht. Bovendien hebben we die wereldwijd verkocht aan Netflix. Maar ook een film als Soof 3 is een voorbeeld waar we gigantisch succes mee hebben gehaald. Er zijn genoeg andere voorbeelden te bedenken, want dat is ons model. Als dat niet werkt, dan kunnen we niet door blijven investeren.

We kijken in ons exploitatiemodel nooit alleen maar naar de bioscoop. We kijken altijd wat er gebeurt over de eerste vijf jaar. Zo bepalen we of een film de investering waard is. Want het kan tegenvallen in de bioscoop. Maar door de combinatie met TVOD, SVOD en televisie moet je businessmodel kunnen kloppen. Wij rekenen dat altijd in een vijftal scenario’s uit, van een disaster case tot een hit case. Dus: disaster, low, medium, high, hit, dat is hoe wij kijken naar een film. En dat berekenen we tot op de komma. Een disaster is het slechtste wat we denken dat het kan doen. En dat risico moet opwegen tegen de hitpotentie die het kan hebben.’

Fien & Teun is een zekerheidje. En als je een paar zekerheidjes hebt, dan kun je ook titels met wat meer risico doen. Dat is hoe wij het bekijken

Het zou mooi zijn om een glazen bol te hebben waarmee je alles precies kunt voorspellen. “Maar je weet dat als je tien films uitbrengt, die tien films niet allemaal in een medium scenario uitkomen. Dat is onmogelijk. De een gaat iets beter, de ander gaat iets slechter. Maar over alle tien films zou je eigenlijk gemiddeld goed uit moeten komen. Het lijkt een beetje op een aandelenportfolio. Je hebt titels met een hoger risico, titels met een lager risico, maar je moet de risico’s zo spreiden dat je over het algemeen oké bent.”

Want hoe vervelend is het als het een keer echt misgaat?
“Dat is heel zuur. Om meerdere redenen. Een is omdat je er met je hele team hard aan hebt gewerkt. Van ontwikkelen samen met de producent tot marketing en distributie. Het doet pijn als iets waar je met ziel en zaligheid aan werkt het niet doet. Een film gaat uit op donderdag en op vrijdag zie je de cijfers. Dat is een leuke dag of een hele teleurstellende.

Financieel is het natuurlijk zeer onprettig. Dat is ook een reden om risico’s te spreiden. We brengen bijvoorbeeld ook Fien & Teun, een heel lieve, kleine film voor preschoolers uit. Daar zit niet veel risico aan. Ook niet veel upside, maar die heb je ook nodig. Fien & Teun is een zekerheidje. En als je een paar zekerheidjes hebt, dan kun je ook titels met wat meer risico doen. Dat is hoe wij het bekijken. We hebben Amerikaanse films die bijna niemand kent omdat ze straight to VOD gaan. Dat zijn gewoon degelijke omzetten die je nodig hebt, zodat je de risico’s bij meer risicodragende films beter kunt managen.”

Ik kan me voorstellen dat je bij een film die het in de bioscoop iets minder doet toch wel uit de kosten komt, omdat er zoveel andere verdienmodellen zijn, zoals VOD en streaming?
“Dat verandert nog weleens. Er was een tijd dat we na de bioscoop-release veel DVD’s verkochten. Toen dat wegviel, zat er een enorm gat in de exploitatie. De opkomst van digitaal kijken heeft dat gat in het begin een beetje opgevuld. Daarna kwamen de streamers en die hebben dat gat nog weer meer opgevuld. Dus het blijft altijd verschuiven. Nu komen er nog steeds partijen bij, dus die markt is nog steeds in ontwikkeling. Maar dat duurt niet lang meer, want alle streamers zijn wel zo’n beetje gearriveerd. Het publiek gaat ook kiezen welke ze echt willen, mensen gaan geen abonnement nemen op acht streamers, en zeker niet behouden.”

We werken in een wereld die constant verandert. Dat maakt het een interessante uitdaging om in te blijven spelen op de ontwikkelingen in de markt en het gedrag van het publiek. De trend van thuis content kijken via een streamer hoort daar ook bij, maar het grote scherm blijft natuurlijk altijd een belangrijke plek voor de ultieme filmbeleving.

Wat zoek je?