De tijd van ons leven

“Pap, wist jij dat we gemiddeld een half jaar van ons leven voor het stoplicht staan?”

Ik had geen idee. Jullie waarschijnlijk ook niet – het is niet iets waar je dagelijks over nadenkt – maar ik ben het eens gaan narekenen en inderdaad: het klopt. Op zich hoeft dat trouwens helemaal geen verloren tijd te zijn. Er ontstaan soms de beste ideeën voor het stoplicht – een idee voor een column bijvoorbeeld – om van opbloeiende romances nog maar te zwijgen.
 
Tijdens de ALV van de Auteursbond, waar Robert Alberdingk Thijm afgelopen zaterdag met een laudatio van Aliefka Bijlsma gekroond werd tot erelid (na het ‘vlammetje’ de hoogst haalbare onderscheiding binnen onze vereniging) moest ik even terugdenken aan de opmerking van mijn dochter.

Robert viel deze eer namelijk te beurt, niet voor zijn prachtige oeuvre, maar voor zijn jarenlange inzet voor de Auteursbond (in zijn tijd nog de Vereniging van Schrijvers en Letterkundigen) en Lira. Robert kennende begon ik eens te rekenen: gesteld dat hij twintig jaar lang, gemiddeld één dag in de week en veertig weken per jaar zich voor het lot van de scenarioschrijver heeft ingespannen – en ik denk eerlijk gezegd dat dit een lage schatting is – dan komt dit ongeveer neer op vier jaar van zijn leven. Acht keer de hoeveelheid tijd die hij voor het stoplicht doorbrengt. Vier jaar van lauwe koffie, oeverloze monologen van medebestuurders, rapporten lezend tot diep in de nacht, actievoerend, onderhandelend, emails en telefoontjes beantwoordend, ruzie makend of juist vrede stichtend… en allemaal ter verbetering van de positie van scenarioschrijvers.
 
Stel je toch voor dat hij die vier jaar van zijn leven aan andere dingen had besteed. De sportschool bijvoorbeeld. Dan was hij veel fitter geweest en had hij een hogere levensverwachting gehad. Men schijnt echter ook heel oud te kunnen worden van een traag en zittend leven. Kortom, er is nog hoop voor Robert en voor ons allen.
 
En wie zijn daar allemaal beter van geworden? Wij! Niet in de laatste plaats financieel. Kijk maar naar jullie Lira-afrekening van de afgelopen drie jaar. Niet alleen Roberts verdienste natuurlijk, maar zijn bijdrage kan moeilijk overschat worden.
 
Ikzelf ben nu drie jaar voorzitter van het Netwerk en ik zie als geen ander wat een bergen werk er door alle bestuursleden verzet worden en hoeveel tijd dat vraagt. En soms – als ik voor een stoplicht sta – dan vraag ik me weleens af: waar doen we het voor?

Dan blijkt dat een medebestuurslid collega’s heeft gesproken die overwegen hun lidmaatschap op te zeggen omdat ze niet goed weten wat het Netwerk eigenlijk doet. Ik kom nu in de verleiding om een enorme opsomming van onze inspanningen te geven, maar laat ik het omdraaien. Denk je dat er iemand iets om de belangen van scenarioschrijvers zou geven als wij ons als beroepsgroep niet verenigd hadden? Was er ooit een tweede steunpakket voor de culturele sector gekomen in deze crisis als de kunstwereld zich niet met één stem had laten horen? Zou er nog één cent aan auteursrecht zijn betaald, als Lira daar niet voor had gevochten (met Robert in de frontlinies)? Zouden wij als schrijvers ooit van elkaar kunnen leren als we elkaar niet zouden spreken, zoals op de Dag van het Scenario (dit jaar virtueel!)?
 
De meest gehoorde klacht van de scenaristen die ik de afgelopen jaren sprak was het gebrek aan artistieke vrijheid die men ondervond bij de omroepen en het Filmfonds. Mede dankzij onze lobby stelde het Filmfonds vervolgens de scenarioaanvragen open voor (ervaren) scenaristen zonder producent. Er blijkt maar spaarzaam gebruik van te worden gemaakt. Niet meer in ieder geval dan toen het nog ‘vrijplaats’ heette. Makers vragen dus om vrijheid, maar als deze hun gegund wordt, grijpen ze de kans niet.  Dat is opmerkelijk.
 
Gelukkig wordt de weg naar de STARTREGELING SCENARIO (deadline 30 september!) wel gevonden.
 
Het was een lang gekoesterde wens van het Netwerkbestuur dat er in navolging van de DirectorsNL Awards een nieuw loket zou komen waar scenaristen onafhankelijk van anderen een ontwikkelingssubsidie kunnen aanvragen voor prille projecten. Het Filmfonds verdient een groot compliment dat het met de Fast Forward-regeling, op het hoogtepunt van de crisis, met succes een gelijksoortig initiatief heeft opgetuigd. Ook bij ons eigen clubje is dit idee (met dank aan Lira en OC&W) nu verwezenlijkt.  We hopen dat de regeling zo’n succes blijkt te zijn dat hij later een vaste vorm kan krijgen.

En stel je toch voor dat er tussen al dat oude en nieuwe talent dat hiermee weer een kans krijgt, ook weer een nieuwe Robert Alberdingk Thijm opstaat. Iemand die zich, met gevaar voor eigen leven, hard wil maken voor ons prachtige vak en voor elkaar.
 
Zelfs als het niet altijd gezien wordt. Dank, Robert!

Wat zoek je?