De kracht van improvisatie

Margot Schaap (1986) studeerde zes jaar geleden af met Een Dag in ‘t Jaar, een lowbudgetfilm die grotendeels ontstond vanuit improvisatie. Nu maakt ze haar officiële debuut als speelfilmscenarist en -regisseur met Drijfzand, een intiem portret van een verwrongen moeder-dochterrelatie. Wederom was improvisatie een groot onderdeel van het maakproces, ditmaal tijdens het schrijven: “Ik wilde de input van acteurs gebruiken, maar er toch precisie in krijgen.”  

Foto’s Drijfzand: Emo Weemhoff

In Drijfzand leidt de jonge moeder Suze (Hanna van Vliet) een sereen en idyllisch bestaan op Texel samen met haar man en zesjarige dochter, tot haar extravagante moeder Helena (gespeeld door Elsie de Brauw, die er een Gouden Kalf-nominatie voor kreeg) uit het niets contact met haar zoekt. Helena is een gevierd theateractrice, die haar carrière altijd op de eerste plaats heeft gezet en nauwelijks een rol heeft gespeeld in Suze’s opvoeding. Ook nu hebben de twee nauwelijks een band. Het bezoek aan het eiland lijkt in eerste instantie een poging van Helena om haar fouten uit het verleden te corrigeren, maar al snel blijkt dat er meer speelt: ze is gediagnosticeerd met een hersentumor en hoopt dat Suze haar tijdens de ziekte kan bijstaan.

Het echte leven is heel wonderlijk en grappig, daar is zoveel te halen

Met Drijfzand maakte Margot Schaap een intieme, realistische film die uit het leven gegrepen lijkt. “Het voelt als een heel persoonlijke film, maar het is niet autobiografisch”, zegt ze. Wel duiken er geregeld details uit haar eigen leven op in haar scenario’s. “Mijn vriend werkt in het theater en daar kom ik vaak kijken.” Net als Suze dus, die haar moeder in de film geregeld naar repetities brengt. Maar ook opmerkingen of grapjes die Schaap om zich heen hoort, duiken op in haar scripts: “Het echte leven is heel wonderlijk en grappig, daar is zoveel te halen. Tijdens het schrijven ben ik er niet zo mee bezig of ik dingen wel kan gebruiken, maar dan nadert de première en denk ik: oh shit, hier gaan ook mensen naar kijken!” Of mensen zichzelf zullen herkennen in de film, weet ze niet: “Meestal gebruik ik dingen in een andere context”.

Narcistisch

Drijfzand was in totaal zeven jaar in de maak en heeft in die periode een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. In eerdere versies van het script was Helena echt een narcistische moeder en Suze het slachtoffer, maar omdat ik tijdens het schrijven zelf moeder werd, kreeg ik een ander perspectief op het verhaal. Ik ging de film minder bezien vanuit de ogen van de dochter en meer vanuit de moeder.

Maar de grootste veranderingen in het scenario kwamen voort uit een uitgebreide repetitieperiode met de twee hoofdrolspelers, die werd gehouden terwijl het script nog volop in ontwikkeling was. “Tijdens het repeteren kwamen ikzelf en ook de acteurs eropuit dat het jammer is als Helena alleen maar een narcistische moeder is. Toen zijn we de scènes tussen hen meer gelaagd gaan maken.” Het bleek de sleutel om het script naar een hoger plan te tillen. “Je leert elkaar kennen en je ontwikkelt een taal met elkaar die ik kon gebruiken tijdens het schrijven. Na de repetitieperiode wist ik veel beter hoe de twee personages op elkaar en op bepaalde situaties reageerden.”

Margot Schaap. (foto Theunis Zijlstra)

Een ongekende luxe, zo’n lange repetitietijd, beseft Schaap. Bij de One Night Stand Lynn (2009) en Kort! Vanaf hier (2010) die ze eerder maakte, had ze slechts een paar dagen tijd om te repeteren, toen het script al voltooid was. Dat vond ze weinig zinvol: “Dan kom je achter dingen die niet kloppen of beter kunnen, maar dan heb je eigenlijk geen tijd meer om die nog in het scenario te verwerken.” Vandaar dat ze erop gebrand was om het dit keer anders te doen. Ook producent Ellen Havenith van PRPL zag de meerwaarde hiervan in en wist in het budget de ruimte te creëren om deze werkwijze mogelijk te maken.

Nadelen

De losse manier waarop Schaap met haar eigen scenario omging bij Drijfzand was een logische vervolgstap op de werkwijze bij Een Dag in ’t Jaar (2015), een film die ze voor een heel klein budget maakte in het kader van haar masteropleiding aan de Nederlandse Film- en Televisie Academie. “Ik wilde onderzoeken of ik een film kon maken zonder scenario, al improviserend.”

Een Dag in ’t Jaar werd opgenomen gedurende de periode van een jaar, waarbij iedere maand één dag werd gedraaid. Er was geen script, wel een improvisatieplan dat Schaap tussen de draaidagen opstelde. “Ik keek terug wat ik had gedraaid en besloot dan wat ik interessant vond en wat niet, vervolgens probeerde ik te bedenken wat ik daarna nodig had.” Deze werkwijze leverde heel veel op, maar er zaten ook nadelen aan vast: “Er was veel ruimte om dingen te proberen, maar ik miste precisie. Dan waren we wat aan het draaien en dacht ik: dit is goed, maar als dit zou gebeuren zou het echt een goede scène zijn”. Vandaar de beslissing om bij Drijfzand de repetitieperiode in te bouwen in het schrijfproces. “Ik wilde de kracht van improvisatie en de input van acteurs gebruiken, maar er toch precisie in krijgen.”

Elsie de Brauw (links) en Hanna van Vliet

Door de uitgebreide voorbereiding werd tijdens het draaien niet meer veel geïmproviseerd. De ontdekkingen die tijdens het repeteren waren gedaan, hadden immers hun weg in het script gevonden. Toch is Margot Schaap niet een regisseur die het scenario tot op de letter volgt, ze geeft haar acteurs volop de ruimte om scènes op hun eigen manier in te vullen. “Ik wist heel goed wat de kern van scènes was. Daardoor kon ik er wat losser mee omgaan. Ik vind het belangrijk dat acteurs altijd blijven nadenken: Klopt dit nog? Voelt dit goed? Zou ik dit echt zeggen?”

Kindacteurs

Elin Koseci, die de zesjarige dochter Juul speelt, kreeg helemaal geen scenario te lezen. Haar aandeel in de film is grotendeels geïmproviseerd, al week het uiteindelijk niet eens zoveel af van wat er geschreven was. “Het voordeel van improvisatie is dat ze het idee heeft dat wat ze speelt uit haarzelf komt, in plaats van dat het moet. Daarom zou ik zo’n jonge acteur nooit een script laten lezen.” Het is tekenend voor de werkwijze van Schaap, die er alles aan doet om het beste uit haar acteurs te halen. “De chemie is zo belangrijk, zeker met kindacteurs. Ik heb in het verleden veel kinderbegeleiding gedaan op sets. Ik weet niet hoe vaak ik heb meegemaakt dat er ’s ochtends tegen een kindacteur gezegd werd: nou, dit is je moeder in de film. Wat denk je? Dat kind is zes, het is bang!”

Op een of andere manier zien mensen mijn films serieuzer dan ik ze bedoel.

Uiteindelijk werd ook bij Drijfzand een geheel nieuwe scène op de set bedacht. “Er was één scene die steeds maar niet goed voelde”. Schaap zag ertegenop om hem filmen. “De ochtend dat we gingen draaien, dacht ik: fuck, dit is gewoon niet oké. Toen heb ik bij aankomst op de set tegen de first AD gezegd dat we die scène niet konden filmen, maar dat ik ook niet wist wat we ervoor in de plaats konden draaien. Toen zijn we gaan zitten en ben ik met Hanna en Elsie gaan bedenken wat de scène kon zijn, terwijl de hele crew toekeek.”

Dat het schrijven van de film niet stopt bij het opleveren van het script, ondervond Margot Schaap ook in de montage. “De eerste edit was vier uur, dat kon natuurlijk echt niet, maar we hebben ook een versie gemaakt van drie kwartier. Dat was een heel efficiënte vertelling, maar daarmee hadden we ook het leven uit de film gehaald.” In die versie was zelfs een hele subplot rond het personage van Jade Olieberg gesneuveld. Al snel kwam Schaap erachter dat de film niet zonder kon: “Het gaf de film een rare lichtheid die ik heel fijn vind. Het onderwerp is natuurlijk zwaar, maar er zitten ook grappen in. Je mag er best om lachen. Op een of andere manier zien mensen mijn films serieuzer dan ik ze bedoel.”

Het vinden van de juiste toon bleek een kwestie van uitproberen. “Uiteindelijk zijn we ergens ertussenin gaan zitten. Het moet levendig zijn, maar niet alle kanten op fladderen.”

Ruis

Inmiddels kan Schaap haar film niet meer met een onbevangen blik zien. “Ik kan hem wel ontleden, maar hoe het voelt om hem te zien zonder voorkennis kan ik gewoon niet bedenken. Ik zou het wel leuk vinden om nu als gewone kijker naar de film te gaan.” Schaap is ten slotte haar eigen publiek. “Ik vind het heel moeilijk om te denken vanuit een doelgroep. Ik weet wat ik mooi vind of vernieuwend en dat probeer ik te maken. Eigenlijk maak ik films die ik zou willen zien van een ander”.

Schaaps grootste inspiratiebronnen tijdens het maken van Drijfzand waren Le père de mes Enfants (2009) van Mia Hansen-Løve en Still walking (2008) van Hirokazu Koreeda; films die weliswaar een duidelijke plotlijn hebben, maar ook vol zitten met op zichzelf staande momenten die niet direct de plot dienen. “Ik hou van ruis in films.” Die probeert ze dus ook in haar eigen films te leggen. “Ik denk dat veel mensen Drijfzand een trage film vinden, maar dan zie ik die films en dan denk ik; zie je wel, die zijn ook traag. Als je het goed doet, dan kan het.”

Je moet verkeerd om met iemand meeleven, ik ben benieuwd hoe dat werkt

Inmiddels is Margot Schaap al druk bezig met haar volgende film, waar ze samen met Medi Broekman en producent Trent aan werkt. “Hij gaat over een vrouw die geadopteerd is uit Brazilië. Ze heeft haar hele leven geleerd dat ze zich moet aanpassen om geliefd te worden, als een soort kameleon. We leren haar kennen als oude vrouw en gaan terug in de tijd, tot ze een baby is en ontdekken gaandeweg waarom ze zo geworden is.”

Een complexe opgave, vindt Schaap: “Het gevaar van omgekeerd vertellen is dat het intellectueel wordt en ik wil ook dat je met haar meevoelt. Je moet verkeerd om met iemand meeleven. Ik ben benieuwd hoe dat werkt. Maar dat is ook tof om uit te zoeken.” En één ding staat al vast: in de zoektocht mag een uitgebreide repetitieperiode absoluut niet ontbreken.

Drijfzand draait vanaf 21 oktober 2021 in de bioscopen.

Wat zoek je?