De Koek-methode
Niet meer weg te denken uit de Nederlandse filmwereld: Wijo en Anya Koek. Broer en zus waren samen dan wel apart verbonden aan hits als Flodder, Costa!, Zoop, Vet hard!, Spangas en nog heel veel meer. De laatste jaren was het, mede door corona, wat stiller, maar deze zomer keerden ze met twee als duo geschreven titels terug in de bioscoop: de jeugdfilm Boeien en de romantische komedie Hart op de juiste Plek. “Wat helpt is dat we hetzelfde referentiekader hebben. De Donald Duck is onze Wikipedia.”
Wijo en Anya Koek werden geboren in Zwolle en groeiden op in Nijmegen. Ze waren al vroeg creatief bezig: tekenen, verhalen verzinnen, muziek maken. Allebei gingen ze naar de kunstacademie: Anya studeerde beeldhouwen in Den Bosch, Wijo volgde de opleiding vrij tekenen en schilderen in Arnhem.
“Ik wilde eigenlijk striptekenaar worden”, vertelt Wijo op het terras van De Balie in Amsterdam. “Daarom leek het een logische keus. Maar rond het derde jaar besefte ik dat ik de ziel miste van het vrije kunstenaarschap. Met mijn klasgenoten praatte ik over series uit mijn jeugd, zoals The Thunderbirds. Hoe hebben ze dat gedaan? Die special effects, vliegtuigen, explosies. Zo kwamen we op het idee om zelf een sciencefictionfilm te gaan maken. We hebben alles zelf gedaan. Script, storyboard, regie. Het Polygoonjournaal is nog op de set langs geweest om een item te maken.”
“Ik speelde een rolletje”, vertelt Anya. “Ik wilde heel graag meedoen. Mijn favoriete film was Alien, en Sigourney Weaver was mijn rolmodel. Ze zochten nog een commandant voor het ruimteschip, maar ik dacht als ik als de zus van Wijo ga auditeren, dan word ik het sowieso niet. Wijo begreep dat ook. Dus ik heb onder een andere naam auditie gedaan voor hem en zijn vrienden – en de rol gekregen.”
Wijo: “We hebben de hele draaiperiode gedaan alsof we elkaar niet kenden.”
Anya: “Dat was het betere acteerwerk!”
Hoe ging het daarna verder?
Wijo: “Ik heb af en aan tien jaar scenario’s geschreven voor de Donald Duck. Mijn tekenstijl was niet Disney-achtig genoeg, maar het verzinnen van leuke plots, omkeringen, clous en eindes bleek een goede leerschool. Ik was opgegroeid met de Donald Duck, dus ik kende alle personages en verhaallijnen. Ik wist hoe het zat met de dynamiek tussen de biggetjes en de grote boze wolf.”
Anya: “Ik heb veel geëxposeerd als beeldhouwer. Daarnaast deed ik performancetheater. Maar het lukte me niet om er mijn geld mee te verdienen. Ik kwam terecht in een Melkert-baan als assistent in een kunstenaarscentrum, maar ik was vooral de wc’s aan het schoonmaken. Wijo had het inmiddels razend druk met de door Johan Nijenhuis bedachte serie Westenwind en hij zei dat hij nog wel wat hulp kon gebruiken. Ik kon nog niet eens een foutloze Nederlandse zin schrijven. Maar hij zei: Je kan wel verhalen verzinnen. Daar gaat het om. Alle andere dingen kun je leren.”
De rest is, zoals dat mooi heet, geschiedenis. Anya was ook een van de schrijvers van Rozengeur en Wodka Lime (van Karin van der Meer) en mocht daarna van Nijenhuis de dagelijkse soapserie Zoop ontwikkelen.
Wijo schreef met Nijenhuis het kassucces Costa! en werkte met het jonge talent Tim Oliehoek aan de actiekomedie Vet Hard. Ook werkte Wijo door de jaren heen veel samen met Dick Maas, van de Flodder-serie, tot en met diens meest recente speelfilm Prooi. “Ik ben altijd een van zijn sparring partners geweest.”
Toen het succes van de Zoop-serie zo groot werd dat er ook bioscoopfilms kwamen, vroeg Anya haar broer – die al speelfilmervaring had – om ze samen te schrijven, wat leidde tot Zoop in Afrika en India en Zuid-Amerika.
Anya: “Het was de eerste keer dat we echt samenwerkten. Ik had natuurlijk veel van hem geleerd, maar het was nog altijd een soort meester leerling-verhouding. Bij de Zoop-films waren we voor het eerst echt gelijkwaardig. Niet alleen als broer en zus, maar ook als schrijvers hebben we altijd een klik gehad. We begrijpen elkaar, maken elkaars zinnen af. In onze jeugd verzonnen we al samen verhalen. Wat ook helpt is dat we hetzelfde referentiekader hebben. De Donald Duck is onze Wikipedia.”
Na Zoop ontwikkelde Anya de dagelijkse serie Spangas, die eveneens een lang leven beschoren was en veel deed op het gebied van diversiteit en inclusiviteit. Wijo schreef ondertussen voor Arne Toonen (Dik Trom) en natuurlijk Johan Nijenhuis (o.a. Bennie Stout).
Halverwege het vorige decennium hadden beiden nog volop werk, vervolgens gooide corona roet in het eten. Anno 2022 is er vanuit de markt behoefte aan Nederlandse films, die voor een bescheiden budget gemaakt kunnen worden, om zo nog enig tegenwicht te bieden aan de dominantie van de grote Hollywood-titels.
Deze zomer keerden Koek Industries (zoals Wijo zijn website ooit noemde) dan ook terug in de bioscoop, eerst met de jeugdfilm Boeien en vorige week met de romantische komedie Hart op de juiste Plek. Beide geproduceerd door Messercola Films en uitgebracht door Just Films. Omdat op het moment van het interview Hart op de juiste Plek nog niet te zien was – ook niet voor de schrijvers – praten we verder over Boeien. Een vrolijk maar ook spannend verhaal over de elfjarige Ravi en haar achtjarige stiefbroertje Benja, die tijdens een cruisevakantie worden ontvoerd door een paar boeven, die in de veronderstelling verkeren dat hun ouders steenrijk zijn.
Hoe zijn jullie op het idee van de film gekomen?
Anya: “Ik ken producent Lucio Messercola al vanaf zijn zeventiende, toen hij een jaar in het schrijversteam van Spangas zat. Ik merkte toen al dat hij een producentenhart had en ik dacht: dat is iemand van wie we later nog gaan horen. En inderdaad: vorig jaar belde hij bij ons met de vraag of we twee films voor hem wilden schrijven.”
Wijo: “De pitch voor deze film was eigenlijk Home Alone in een vakantiepark. Dat hebben we weer losgelaten. De arena van het stoomschip vonden we spannender omdat je op zee echt van de wereld bent afgesloten. De andere elementen hebben we er zelf bij verzonnen. De ouders bijvoorbeeld zijn er, in tegenstelling tot Home Alone, wel bij. En het is een samengesteld gezin, met een jongen en een meisje die elkaar niet mogen. Eenmaal ontvoerd worden ze gedwongen om met elkaar samen te werken. Zo krijgen ze meer waardering voor elkaar.”
In een ideale wereld zou een film als Boeien een ruim arsenaal aan special effects hebben gehad en een groot aantal draaidagen maar Wijo en Anya wisten vooraf al dat ze binnen beperkingen moesten werken. Zo waren er maar tien draaidagen.
Wijo: “We hebben de kapitein zoveel mogelijk op een enkele locatie gehouden, zodat het financieel mogelijk was om daar een high profile acteur als Cees Geel voor te casten.”
Wijo was al bekend met het stoomschip, de SS Rotterdam, want op deze plek speelde zich ook de film Bobby en de Geestenjagers af, die hij schreef voor regisseur Martin Lagestee. “Omdat je alles op de boot draait, heb je weinig verplaatsingen, maar op de boot zelf heb je veel verplaatsingen, dus dat is nog best lastig. Ook daar hebben we bij het schrijven rekening mee gehouden.”
Anya: “We hebben een dag op het stoomschip rondgekeken om te zien hoe we de aanwezige props in de film konden verwerken. Er zit bijvoorbeeld een scène met een schoenpoetsapparaat in omdat het ding daar stond. Als je als schrijver mee mag op locatiebezoek, dan kun je dat meenemen in het schrijfproces.”
Plot-collega Brian DeVore heeft met jullie gewerkt en prees jullie Amerikaans aandoende vakmanschap, waaronder jullie vermogen om minimaal drie verhaallijnen door elkaar heen te laten lopen zonder dat die hopeloos in elkaar verstrikt raken of dat er allemaal losse eindjes blijven hangen.
Anya: “Ik heb inderdaad een hekel aan losse eindjes. We lopen alle verhaallijnen keer op keer af om te zien of alles goed doorloopt en of alles goed wordt afgerond.”
Wijo: “Ik probeer me altijd in de kijker te verplaatsen en hem of haar te verrassen. Soms stuur je aan op een afronding, bijvoorbeeld dat het weer goed is tussen de ouders en kinderen, dat is waar je als schrijver naartoe hebt gewerkt, en dat is ook waar je als kijker op zit te wachten. Maar dan is er nog een smeulend lontje, want er is nog steeds een gevaar en er zijn twee andere kinderen die ook nog gered moeten worden.”
Anya: “Het is waar dat we veel van Amerikaanse films hebben opgestoken. Ik hou zowel van Pippi Langkous als van E.T., maar van de films van Spielberg heb ik het meeste geleerd.”
Wijo: “Je neemt onbewust de wetten over van de films die je hebt gezien. In het midden van de film moet bijvoorbeeld altijd een omdraaiing zitten. Maar we hebben ook de theorie bestudeerd, Syd Field enzo.”
Anya: “We brainstormen samen, we maken de treatments samen, we bedenken de scènes samen. En dan verdelen we het schrijven van de scènes. En omdat je alles goed hebt doorgesproken, weet je waar de ander ongeveer gaat eindigen en pak je het daar weer op.”
Dat de kinderen bij de derde poging worden ontvoerd, is dat een toepassing van de Regel van Drie?
Wijo: “Klopt! Het is een bewuste keuze. Het is een getrapt systeem. De eerste poging overkomt de jongen. Dat leidt tot een conflict tussen broer en zus. Vervolgens worden ze bijna samen ontvoerd.”
Anya: “Dan staan ze met zijn tweeën lijnrecht tegenover de ouders.”
Wijo: “Na de tweede keer worden ze door Nora in verzekerde bewaring gesteld. En dat mondt uit in de derde poging, de feitelijke ontvoering. Ook hier gaat het om de twist. Nora zegt: we gaan jullie ouders erbij halen. Dus daar bereidt de kijker zich op voor. En dan gebeurt er weer iets nieuws, want dan komen opeens de boeven binnen. Dat soort twists vinden we hartstikke leuk.”
Anya: “Het is een mix van intuïtie en techniek. Ik zou niet alleen op techniek kunnen schrijven.”
Wijo: “Ik soms wel. Ik maak gebruik van verschillende methodes. Er zijn er zoveel om uit te kiezen. Save the Cat is bijvoorbeeld heel bekend, maar Het Geheim van Hollywood van Paul Ruven is ook heel leuk. Hij gaat ervan uit dat er altijd een plan moet zijn. Dat plan gaat fout en dan komt er een volgend plan. Het is een heel leuke checklist.”
Anya: “Met soms op de minuut af wanneer dingen moeten gebeuren.”
Wijo: “Als ik op de intuïtieve manier een verhaal heb bedacht, ga ik dat vervolgens in verschillende schema’s onderbrengen om te zien hoe het er dan uitziet. Dan kom je er vanzelf achter: hee, op die vraag heb ik eigenlijk nog geen antwoord. Dus dan ga ik daaraan werken.”
Anya: “Je begint op je eigen manier, maar daarna is het goed om je verhaal tegen het licht te houden.”
Wijo: “Wat bij Boeien heeft geholpen, is dat regisseur Bob Wilbers heel erg in beweging dacht. Hij wilde shot-tegenshot zoveel mogelijk vermijden. En omdat het op een echte boot speelde en niet op een set, kon hij ook 360 graden draaien wanneer hij dat maar wilde. Ondanks de letterlijk beperkte beenruimte, want het waren allemaal smalle gangetjes, wist hij toch altijd beweging te creëren, of in de camera of met de acteurs.”
Anya: “Het ritme van de film was voor hem heel belangrijk. Het is prettig om iemands manier van werken te leren kennen, dat kunnen we meenemen naar het script van de volgende film. Voordat we door Lucio Messercola met elkaar in contact werden gebracht, kenden we elkaar niet. Maar in de loop der tijd zijn we met zijn allen een goed team geworden.”
Wijo: “Dus wie weet, misschien gaan we samen meer films maken.”
Boeien draait sinds 20 juli in de bioscopen, Hart op de juiste Plek sinds 18 augustus.