Het slot van Karakter
Het ontstaan van een scenario is vaak een spannend verhaal op zich. Bij de film Karakter bracht een vergeten novelle uitkomst bij het schrijven van de ontknoping.
Uitgekookte scholieren die geen zin hebben om hun leeslijst door te ploegen, baseren hun boekverslagen soms op verfilmingen. Riskant, films wijken nog wel eens af. Neem de met een Oscar bekroonde verfilming van Bordewijks Karakter. Die eindigt veel grootser dan het boek. Toch is ook het slot geïnspireerd op Bordewijk.
Er miste iets. Rond 1928 schreef Ferdinand Bordewijk een novelle. Hoofdpersoon was een jongeman zonder geld of toekomst, Katadreuffe, die continu werd dwarsgezeten door Dreverhaven, een meedogenloze deurwaarder. Wrang genoeg ontdekt Katadreuffe dat de man niet alleen een zakelijke tegenstander is, maar ook zijn vader.
David en Goliath als verwanten, een spannend conflict. Toch twijfelde Bordewijk. Tijdens het schrijven ontdekte dat hij van de vader “nog wat meer moest maken dan enkel een wreedaard”, zo schreef hij later. “Vandaar dat hij zich eindelijk ontpopt tot iemand die ook voor zijn zoon goed wil zijn.” In het dramatische slot van het boek, staat Katadreuffe oog in oog met zijn sadistische senior. De man is levensmoe en hoopt vurig dat zijn zoon de moed heeft om hem te vermoorden. “God, hoe heb ik dat verlangd, dat jij mij ook eens bij de kraag zou durven pakken.”
Alle kwellingen moesten Kattadreuffe kneden tot een waardige zoon. In de novelle vind je dit element vooral terug tussen de regels. Het verhaal verscheen in 15 delen in het weekblad De Vrijheid onder de titel ‘Dreverhaven en Katadreuffe’. Maar Bordewijk was nog lang nog niet klaar met het gegeven.
In 1938 verscheen Karakter. Roman van een zoon en een vader. Wederom heet de hoofdpersoon Katadreuffe. Ook nu wordt hij dwarsgezeten door zijn hardvochtige vader. Maar Katadreuffe is nu uit een iets ander hout gesneden. In de novelle bleef hij vooral een slachtoffer. Nu groeit hij juist uit tot een streber, die zich ondanks alle weerstand opwerkt van straatjongen tot advocaat. De tegenwerking van zijn vader maakt hem sterker, maar wel tegen een hoge prijs. Als hij een baan krijgt op een groot kantoor, ontmoet Katadreuffe de intelligente Lorna Te George. Zij lijkt even de deur te openen naar menselijk geluk, maar Katadreuffe verkiest zijn zakelijke ambities boven de liefde. Dit verhaal sprak talloze lezers onmiddellijk aan. Karakter groeide uit tot een klassieker en de novelle uit 1928 verdween in de schaduw van de roman.
Begin jaren negentig was Karakter nog altijd een Klassieker. In 1971 verscheen er al een tv-serie, met toneelkanon Ko van Dijk als Dreverhaven tegenover ‘ideale schoonzoon’ Lex van Delden als Katadreuffe. In 1987 verwierf de Amsterdamse productievereniging Cineventura de filmrechten. Er ontstond een scenario, geschreven door Rudi F. Kross en Ruud den Drijver. Uiteindelijk nam producent Laurens Geels van First Floor Features (Abel, Flodder) de rechten en het project over. De verfilming kwam niet direct van de grond. Er was wel een jongere filmmaker die bij First Floor regelmatig scripts las en fungeerde als scriptdoctor: Mike van Diem. Die wilde zijn tanden er wel in zetten. Zijn CV was kort, maar dat wat er op stond was veelbelovend. Van Diem studeerde in 1989 af van de Filmacademie met Alaska, een opvallend geraffineerde korte film, verteld vanuit drie perspectieven. Hij ontving er niet alleen een Gouden Kalf voor, maar ook nog eens een studentenoscar. Nadat hij als regisseur ervaring opdeed bij de advocatenserie Pleidooi, voelde hij zich rijp genoeg voor Karakter. En hij begon aan een nieuw scenario.
In de herfst van 1994 belde Van Diem met een oude bekende, schrijver Ruud van Megen. De twee kenden elkaar al sinds de jaren zeventig. Beiden maakten deel uit van De Kromme Nieuwe Scène, een toneelgroep voor studenten. Kon Van Megen niet helpen met het script?
Ruud van Megen hapte toe. Na herlezing van het boek begon hij niet aan een synopsis of treatment, maar “aan een soort essay”. Hierin zette hij zijn visie op de verfilming uiteen, bijvoorbeeld over de thematiek. “Wie er alles voor over heeft, zal bereiken wat hij wil”, stelde hij in het stuk. “Maar in dat ‘alles’ kan net zo goed de kern van je levensgeluk zitten. En dan heb je wel bereikt wat je wil, maar het blijkt betekenisloos te zijn.”
Aan de hand van dit essay werden bij Geels thuis de verschillende ideeën over de film geordend. Van Megen schreef daarop een eerste step outline. Die moest een globale indruk geven van de filmstructuur en het resultaat bood voldoende stof voor een film van vijf uur.
Ondanks deze overvloed miste er iets. Een stevig slot. De climax van het boek werkte op papier, maar was te klein voor meeslepend filmdrama. In de roman komt Katadreuffe zijn vader melden dat hij zich heeft opgewerkt tot advocaat en vertelt hem dat hij hem nooit meer wil zien. Dreverhaven suggereert dan dat hij zijn zoon misschien wel heeft geholpen in plaats van tegengewerkt. Katadreuffe gaat daar niet op in en vertrekt. Dat moest anders.
Begin jaren tachtig trof de dochter Nick Funke-Bordewijk, dochter van Ferdinand Bordewijk, tussen het werk van haar vader de vergeten novelle aan. In 1981 verscheen Dreverhaven en Katadreuffe voor het eerst in boekvorm. Ruud den Drijver was eind jaren tachtig al met Nick Funke-Bordewijk overeengekomen om het einde van het eerdere scenario dat hij schreef met Kross te baseren op de novelle. Ook Mike van Diem vond Dreverhaven en Katadreuffe “een sterkere basis voor een verfilming”. Deze voorstudie eindigde wel met een krachtige confrontatie.
Op basis van de roman, de step outline en de novelle begon Van Diem aan het scenario, geflankeerd door Geels en Van Megen. Uiteindelijk ontstond er een raamvertelling, waarin de zoon al in het begin zijn vader aanvalt. Hij wordt ingerekend door de politie. Tijdens een langdurig verhoor licht Katadreuffe zijn daad toe door het vertellen van zijn levensverhaal. Dat eindigt met een grootse climax, die weliswaar bedacht is voor de film, maar wel werd opgebouwd met elementen uit de novelle.
Zo werd een vergeten werkje, waarvan de auteur vond dat er meer in had gezeten, uiteindelijk het ingrediënt dat het scenario helemaal ‘af’ maakte.
Dit artikel verscheen op 23 augustus online in een andere versie. Op basis van recent verkregen informatie is de tekst aangepast.
Bronnen:
Dreverhaven Katadreuffe, F. Bordewijk, met een nawoord van Pierre Dubois, 1981
Het schrijven van de film Karakter, artikel door Ruud van Megen, Plot, lente 1997
Discipline en zitvlees, interview met Mike van Diem door Dick Willemsen, Het Nederlands Scenario, 1998
Ruud den Drijver