De auteurs zijn de bron
Cynisme is mij vreemd, maar sommige zaken zijn te wrang om onopgemerkt te laten. We weten allemaal dat het roerige tijden zijn, nationaal en internationaal, maar ook lokaal en in ‘filmclubverband’. Aanslagen op het vrije woord, terreurdreiging versus privacy, onderhandelingen over wetsvoorstellen en kabelgelden, en ook de NS-dienstregeling ligt eruit als het per ongeluk een dag ‘poedersneeuwt’.
Op de buitengewoon goed bezochte en gezellige nieuwjaarsborrel van alle (film)beroepsverenigingen in het EYE werd openlijk gesproken over de glimlach op de gezichten van de onderhandelaars van RoDAP en PAM. Mensen die glimlachen betekenen over het algemeen goed nieuws, Anthony Hopkins in Silence Of The Lambs even buiten beschouwing latend. Er werd en wordt overeenstemming verwacht in een al tijden slepend verschil van inzicht over re-transmissierechten, kabelgelden, billijke vergoedingen, BMS, EMS en nog wat ingewikkelde juridische voetangels. Elkaar begrijpen en gunnen, ofwel vermenigvuldigen door te delen lijken mij onuitgesproken richtlijnen in dit ‘ongoing’ proces.
En toen kwam Parijs. Niet dat die aanslag enige invloed had op de onderhandelingen, maar het zette mij wel aan het denken. De daders wisten waar ze moesten zijn. Ze kenden de namen van de cartoonisten en auteurs. Ze hadden voor hun aanslag tegen het door ons zo vaak gememoreerde ‘Goed van het vrije woord’ en het in hun ogen ‘Kwaad van de laster en blasfemie’ de verantwoordelijken opgezocht en gevonden: de auteurs. Niet de drukkerijen of de drukkers van Charlie Hebdo werden bezocht, niet de transporteurs van het blad, noch de chauffeurs die het bezorgen, niet de kiosken en winkels waar de Charlie Hebdo te koop lag. Nee, de auteurs, die hadden het gedaan.
En die hebben het ook gedaan! Die tekenen de tekeningen en schrijven inderdaad de teksten. Maar zonder drukkers en zetters en transporteurs en kiosken en providers en noem ze allemaal maar op, kunnen wij consumenten geen Charlie Hebdo en ook geen Linda en zelfs de Plot (sinds vandaag digitaal!…) niet lezen. Zij zijn net zo belangrijk in de keten van idee naar consument! Zeker zijn zij belangrijk, maar er is één cruciaal verschil. Als de drukker wegvalt, of de winkelier, of de chauffeur, of de vrachtwagen is stuk dan komt er een andere drukker, winkelier, chauffeur of vrachtwagen en blijft de inhoud van het blad onveranderd. Als de cartoonist er niet meer is, als de schrijver er niet meer is, komt er wellicht een andere cartoonist of andere schrijver op de opengevallen plek, maar verandert de inhoud fundamenteel! Er is na de moord op Theo van Gogh, geen Theo van Gogh-film meer gemaakt. De specifieke stijl, toon, inhoud, gekte en overtuiging van de gedode Hebdo-cartoonisten is met hun dood ook verdwenen. Anderen zullen het op een andere manier weer moeten invullen.
De wereldwijde stortvloed aan adhesiebetuigingen werden verbeeld met pennen en potloden in allerlei prachtige varianten. Geen afbeeldingen van drukkerijen of vrachtwagens of boekwinkels. Nee, pennen en potloden! En dat is de cynische conclusie die zich aan mij opdrong toen twee jihadistische broers besloten om de bron van het kwaad te elimineren: instinctief gaven zij met hun daad blijk meer van het auteursrecht begrepen te hebben dan velen onder ons. De auteurs zijn de bron. Dat kun je goed of kwaad vinden, maar het is een feit. De Charlie Hebdo-auteurs hebben een hoge prijs moeten betalen voor dit onvervreemdbare recht.