Casablanca, een legendarische film met vele schrijvers

In de zomer van 1938 maakte aspirant-auteur Murray Burnett met zijn vrouw een reis door Europa, waar hij getuige was van het racisme, de wetteloosheid en vluchtelingenstromen onder het oprukkende fascisme. Hij hielp bezittingen van joodse familieleden uit Oostenrijk te smokkelen. In Marseille bezocht hij een nachtclub waar een bonte verzameling van vluchtelingen vrolijk feestend stoom afblies. Dit leek hem een geschikte setting voor een toneelstuk. Terug in de VS verwerkte hij samen met zijn schrijfpartner Joan Alison zijn ervaringen in het toneelstuk ‘Everybody Comes To Ricks’, dat de basis werd van een van de meest geliefde films aller tijden: Casablanca.

Tot de mythologie is gaan behoren dat het bronmateriaal niet veel meer was dan een broddelwerkje, dat weinig overeenkwam met het eindresultaat, maar dat is niet waar. Veel van de personages en dialogen uit de film zijn terug te vinden in Burnett en Alisons werk, en ook de plot is vrij letterlijk overgenomen. Het verhaal gaat over Rick, een cynische Amerikaanse nachtclubeigenaar in Frans Marokko, die zich afzijdig houdt van de oorlog. Maar dan loopt zijn grote liefde zijn bar binnen met haar echtgenoot, een voor de nazi’s voortvluchtige verzetsleider, en Rick is de enige die hen kan helpen.

‘Everybody Comes To Ricks’ was bestemd voor Broadway, maar werd nooit opgevoerd. Wel maakte het een rondgang door Hollywood, waar het paar dagen na de aanval op Pearl Harbor belandde bij Warner Bros. In dit stuk zag de meest fervent antinazi-studio de door haar gedeelde opvatting terug, dat in de strijd tegen tirannie niemand onpartijdig mocht blijven. Rick en zijn dilemma stonden symbool voor het nog neutrale Amerika dat zich in de strijd moest voegen. De filmrechten werden aangekocht en als prestigeproject geplaatst onder de hoede van topproducer Hal B. Wallis.

Wallis, die de film omdoopte tot Casablanca, zag dat het verhaal grote potentie had maar dat er nog veel moest aan gebeuren. Het script werd ontwikkeld door verschillende scenaristen, die allemaal hun eigen persoonlijke touch toevoegden. Eerst was dat de tweeling Julius en Philip Epstein, Warner Bros’ sterschrijvers voor komedies met een brutaal tintje. Zij waren verantwoordelijk voor de geestige dialogen tussen Rick en de opportunistische politieprefect Renault en voor de talloze nauw verholen seksuele insinuaties. Volgens de legende waren de broers zo op elkaar ingespeeld dat ze de befaamde zin “Round up the usual suspects” tegelijktijdig bedachten.

Casablanca zou bijna een lichte film zijn geworden, als het script ook niet door de handen was gegaan van de ernstige en geëngageerde Howard Koch. Hij gaf Rick meer diepgang met een verloochend antifascistisch verleden; intensifieerde hoezeer Marokko onder het Vichy-regime een politiek kruitvat was; en bracht het thema opportunisme versus commitment meer naar voren. Kortom, Koch gaf de film meer suspense en politiek drama.

Koch en de Epsteins werkten afwisselend aan het script en werden uiteindelijk op de credits vermeld, maar een vierde scenarist bleef onvermeld. Of Casey Robertson werkelijk aan de film heeft geschreven of eerder de rol vervulde van invloedrijk dramaturg, is niet helemaal duidelijk. Vast staat dat hij meer vuur gaf aan de romantische component van het verhaal. Op zijn aandringen veranderde bijvoorbeeld de vrouwelijke hoofdpersonage van een wereldwijze Amerikaanse van bedenkelijke zeden in een meer deugdzame en nobele Zweedse.

En zo deden tal van Warner Bros employees hun duit in het zakje. Hoofdrolspeler Humphrey Bogart bedacht de catch phrase “Here’s looking at you, kid”. En de wereldberoemde slotwoorden “I think this is the beginning of a beautiful friendschip” waren van producent Wallis, die het hele proces coördineerde en, voorzover daar sprake van is, kan worden beschouwd als de auteur achter Casablanca.

The rest is history. Casablanca werd een enorme hit, won drie Oscars, waaronder die voor beste scenario, en wordt bijna tachtig jaar later steeds weer ontdekt, opnieuw bekeken en aangehaald door filmliefhebbers. Zoals dat wel vaker gaat, bleven scenaristen tot aan het einde van hun dagen steggelen over wie nou wat had geschreven.

Maar wat gebeurde er met dat toneelstuk waarmee het allemaal was begonnen? In 1991 werd het eindelijk opgevoerd in een Londens theater met in de hoofdrol Eastenders-acteur Leslie Grantham. Het stuk bleef slechts een maand op de planken, maar Murray Burnett en Joan Allison, respectievelijk 80 en 90 jaar oud, maakten het nog net mee en waren zo trots als een pauw.Geraadpleegde bron: Noah Isenberg – ‘We’ll always have Casablanca’ 

Wat zoek je?