Als mens kun je je eigen verhaal schrijven

Michiel ten Horn staat al sinds zijn ontroerende eerste speelfilm De Ontmaagding van Eva van End bekend als een verteller van veelzijdige verhalen. Met de vlotte dertigerskomedie Aanmodderfakker en de fantasierijke familiefilm Hotel Sinestra leverde hij nog twee hooggewaardeerde speelfilms af, terwijl hij met de horrorproductie Ares mede verantwoordelijk was voor de eerste Nederlandse Netflix-serie. Met Fabula, dat eerder dit jaar als openingsfilm van het Internationaal Film Festival Rotterdam fungeerde, voegt hij een bijzondere nieuwe film toe aan zijn oeuvre.

Still uit Fabula

In Fabula is een glansrol weggelegd voor Fedja van Huet, die gestalte geeft aan de Limburgse crimineel Jos, die zijn beste tijd lijkt te hebben gehad. Zijn vrouw en dochter hebben nauwelijks nog respect voor hem en in het dorp staat hij te boek als een geboren verliezer. Zijn toekomstige schoonzoon Özgür (Sezgin Güleç) is de enige die nog naar zijn goedkeuring hengelt. Als Jos samen met zijn broer Hendrik (Georg Friedrich) een drugsdeal probeert te sluiten, die helemaal uit de hand loopt, moet hij alles op alles zetten om zijn eigen vege lijf te redden en de buit terug vinden. Samen met Özgür en zijn gehandicapte vader (Michiel Kerbosch) begint hij aan een rondreis door het Limburgse landschap in een wanhopige zoektocht die van het ene sterke verhaal in het volgende overloopt.

Ten Horn komt zelf uit Horst, een dorpje in de buurt van Venlo, maar hij verhuisde al vrij jong naar Amsterdam, waar hij onder andere de op persoonlijke ervaringen gebaseerde tv-film Alex in Amsterdam (2009) maakte. 

Is Fabula de eerste film waarmee je je Limburgse identiteit volledig omarmt?
“Dat durf ik niet met zoveel zekerheid te stellen. Fabula is voor mij een verzonnen en geen persoonlijk verhaal. Het is wellicht verweven met allemaal persoonlijke Limburgse dingen waar ik me niet zo van bewust ben. Ik heb een rijke jeugd gehad wat betreft het vertellen van verhalen. En of dat nu komt door carnaval, het katholicisme, de verhalen van mijn vader of zelfs door sprookjes, de liefde voor verhalen is natuurlijk wel in Limburg ontstaan.”

Michiel ten Horn (foto Noelle Wigman)

Hoe ben je op het idee gekomen voor Fabula? Waar is het mee begonnen? 
“Volgens mij is het nooit één helder idee geweest. Bij De Ontmaagding van Eva van End of bij Aanmodderfakker, net als Alex in Amsterdam geschreven door Anne Barnhoorn, was het heel duidelijk één idee, terwijl Fabula volgens mij bestaat uit een samenklontering van verschillende ideeën. Ik wilde iets doen met het vertellen van verhalen en meer specifiek de rijkdom van Limburgse verhalen.  

Tegelijk had ik een idee over een crimineel die hopeloos op zoek is naar verlossing. Hij vraagt zich af: door wie word ik gestraft? Terwijl hij overduidelijk zelf de oorsprong is van zijn eigen problemen. Los daarvan wilde ik altijd al een film in Limburg maken, in de Limburgse taal. Uiteindelijk is Fabula een kruisbestuiving geworden van die drie wensen.”

Laten we het toch even over de titel hebben. Vanwaar Fabula? 
“Fabula is Latijn, het heeft meerdere betekenissen, maar voor mij is het een verhaal in de breedste zin van het woord. En een film is ook een groot verhaal, of misschien wel een sprookje. In het geval van deze film zitten er in het grote verhaal heel veel kleinere verhalen verstopt. De film knalt er bijna van uit zijn voegen. De kijker krijgt ook allerlei handvaten aangereikt in de vorm van stijlmiddelen, zoals flashbacks, droomsequenties, hoofdstukaanduidingen en voice-overs. Daarnaast vond ik Fabula ook een mooie, mystiek klinkende titel. Die weliswaar licht pretentieus is, maar die tegelijkertijd ook goed samengaat met het onnozel zoekende hoofdpersonage. Daar zit een ironie in die ik zelf heel fijn vind.”

Waar komt die liefde voor het vertellen van verhalen vandaan? Is dat echt iets Limburgs? 
“De vraag is me weleens gesteld, waarom er zoveel regisseurs en filmmakers uit Limburg komen en niet uit bijvoorbeeld Gelderland of Overijssel. Ik denk dat het toch de katholieke kerk is. Niet dat ik zo gelovig ben opgevoed, maar het was een best wel aanwezig onderdeel van mijn jeugd. Het katholicisme gaat heel erg over het vertellen van verhalen en misschien nog wel meer over goed en kwaad. Misschien dat het bij mij als kind wel een en ander heeft aangezwengeld. Maar daarnaast…”

Ten Horn aarzelt even. “Ik heb geen God en ik geloof niet in iets hogers. Dus verhalen en kunst zijn voor mij het spirituele in mijn leven. Door een verhaal te vertellen kun je dingen duiden en waarde geven. Het idee dat er bij het kampvuur een spannend verhaal wordt verteld, het sentiment dat daar omheen hangt, dat is alles voor mij.”

Ook al ben je zelf niet gelovig, als het katholicisme zo aanwezig is in Limburg, wat betekent het dan voor jou? 
“Ik zie het als een traditie die voor een bepaalde structuur zorgt. Iedereen met wie ik vroeger in de klas zat, deed de communie en het vormsel. We baden voor de les begon, terwijl niemand echt geloofde. Maar het hoorde erbij. Het is  een soort duiding der dingen, het betekent dat je binnen de gemeenschap deel uitmaakt van hetzelfde grote geheel. Ik heb het ook nooit als iets dwingends ervaren. Mijn ouders bidden zelf helemaal niet en ik mocht er ook altijd mee stoppen als ik dat wilde.”

Fabula combineert verschillende stijlen: magisch realisme, misdaad, zwarte komedie, karaktergedreven drama, folkverhalen. Het is ook nog een film op de grens tussen genrefilm en arthouse. Gebeurde dat vanzelf of dacht je: dit is mijn eerste zelfgeschreven speelfilm, ik ga gewoon helemaal voor?
“Ik had inderdaad wel de ambitie om met dit project all-in te gaan, risico te nemen en het helemaal vol te proppen. Ook voor Jos, omdat hij, net als bijvoorbeeld de zoekende hoofdpersoon in Inherent Vice van Paul Thomas Anderson, wil begrijpen hoe het mysterie in elkaar zit. Wat betekent het allemaal? Om juist daardoor hopelijk bij iets heel kernachtigs te komen.”

Waar zit voor jou die kern van het verhaal?
“Voor mij is de kern van de film dat je als mens je eigen verhaal kunt schrijven. Ook al heeft ons bestaan geen betekenis, je kunt er betekenis aan geven door zelf iets te omarmen of troost te vinden in een verhaal. Dat is denk ik het enige wat er op zit. Het verhaal als troost te nemen. We zwerven allemaal een poosje rond op deze planeet die door het heelal zweeft, en dat betekent eigenlijk niks. Je kunt je nog zo voorbereiden op wat er gaat komen, maar je weet nooit echt wat er gaat gebeuren. Je hebt familie en de natuur, dat zijn elementen waar je veel aan kunt hebben, maar die ook verraderlijk kunnen zijn. Aan een verhaal kun je je vastklampen als een drenkeling in een oceaan door er betekenis aan te geven. Dat is denk ik voor mij de kern.”

Toch is Jos aanvankelijk iemand die niet veel van sterke verhalen moet hebben.
“Hij is iemand die wars is van verhalen omdat hij zo bang is voor dat ene verhaal: Wij zullen allemaal mislukken. Wij zijn nu eenmaal ‘geboren losers’. Maar gedurende de film gaat hij noodgedwongen meer openstaan voor verhalen. En via een hele omweg komt hij uit bij: ik kan mijn eigen verhaal vertellen en ik kan mijn kleinkind iets anders gaan vertellen over onze bloedlijn. Hij zet het leven eindelijk naar zijn eigen hand.”

Still uit Fabula

Ik wil even een inzoomen op een detail: wat is de betekenis van die mysterieuze teek, die zich in het begin van de film vastzet in Jos’ nek? 
“In zekere zin is het gewoon het goddelijk perspectief van de alwetende verteller. Die vertelstem had bij wijze van spreken ook in een spreeuw kunnen zitten of in een stuk schimmel. Maar er zitten momenten in de film dat Jos zegt: ‘Er zit iets slechts in mij, ik weet het zeker, er zit iets slechts in mij.’ En dat is eigenlijk de teek die hij voelt. Het gif van de teek, dat als een medicijn werkt voor hem en waardoor hij in beweging komt. Dat vond ik een interessant idee. De teek stuurt hem een beetje bij: “Ga eens die andere kant op. Ga eens weg bij je vastgeroeste visie op de dingen.” 

Hoe kom je op zo’n element? 
“Dat weet ik echt niet meer. Opeens stond het op de pagina, zoals wel meer dingen. Dat ik veel dingen niet meer weet, komt ook doordat ik er zo lang mee bezig ben geweest. Ik ben er acht jaar geleden mee begonnen. Ik ben er zeker niet acht jaar mee bezig geweest, maar ik heb het vaak weggelegd, opgepakt, herzien. Op een gegeven moment wordt het dan wazig wanneer iets verzonnen is, of waar iets vandaan komt. Sowieso werkt vrij associëren vaak het beste voor mij. Waardoor dingen uit het niets kunnen ontstaan.”

Je hebt ervoor gekozen om het script in het Venlo’s dialect te schrijven. Vanwaar die keuze? 
“Ik wilde dat het Limburgs in de film goed te plaatsen zou zijn. Aangezien ik uit Horst kom, in de buurt van Venlo, ken ik dat dialect goed. Ik had ook het idee dat ik de acteurs zelf zou kunnen coachen en ze waar nodig bij zou kunnen staan. Ieder Limburgs dorp heeft een ander dialect. Maastrichts klinkt echt totaal anders dan Venlo’s. Ik wilde ook heel graag een dialect in plaats van een accent. Dat geeft de acteurs meer houvast. Daardoor konden ze echt transformeren.”

Hielp het ook bij het schrijven van de dialoog? Want het klinkt echt zoals in geen enkele andere Nederlandse film. 
“Het hielp wel een beetje. Als jongen vond ik Van God los echt een te gekke film. Alleen praten alle acteurs met een accent, terwijl ik toen al dacht: de mensen over wie het gaat, die praten dialect met elkaar, niet met een accent. Dus ik dacht: als ik dat ooit ga doen, dan wil ik dialect. Als het over mensen uit de buurt van Venlo gaat, dan moet dat ook kloppen. Daar ben ik streng in geweest.”

Een aspect dat ook heel goed gelukt is betreft de casting. Fedja van Huet kennen we natuurlijk al heel lang als een geweldig acteur, maar hij krijgt tijdens zijn rondreis door Limburg fantastisch tegenspel van stand-up comedian Sezgin Güleç, die schoonzoon Özgür speelt, en van Michiel Kerbosch, die de gebrekkige vader van Jos speelt. Hoe ben je bij hen terechtgekomen? 
“Sezgin zat er vanaf het begin bij, nog voor Fedja. Het was meteen duidelijk toen ik hem voor de eerste keer zag. Zo’n grote aardige, zachtmoedige en tegelijk heel aanwezige kerel. Hij heeft ook aan de grappen bijgedragen. Hij is echt die rol geworden.

En wat betreft Michiel Kerbosch: dat is een acteur die momenteel veel gecast wordt door regisseurs van mijn generatie. Hij heeft al met Sam de Jong gewerkt en hij zit ook in de nieuwe film van Noël Loozen. Mijn theorie is dat wij hem vroeger al geweldig vonden als Wegwijspiet in het Sinterklaasjournaal en dat we hem daarom in onze films willen hebben.”

Fabula draait sinds 10 april in de bioscopen.

Wat zoek je?