Afscheid Kees Holierhoek – Trots op het aanboren van zoveel geldbronnen

Hij heeft een succesvolle carrière achter zich als schrijver van proza, scripts en toneelstukken en werkte mee aan het scenario van de legendarische Verhoeven-film Soldaat van Oranje. Maar tegenwoordig is Kees Holierhoek (Delft, 1941) vooral bekend als bestuurder van een hele rits organisaties die zich inzetten voor versterking van de positie van schrijvers en voor het te gelde maken van hun auteursrechten. Op 1 januari stopt hij als bestuurder van onder andere Lira, de stichting waarvan hij sinds de oprichting in 1986 voorzitter is geweest en waar alles begon.

Exact op het afgesproken tijdstip komt hij aanlopen over de parkeerplaats van het Amsterdamse Hiltonhotel. Lange donkere jas, felrode das, een kleine gestalte onder de kale winterse bomen. Goed oplettend waar hij zijn voeten zet. De enigszins stijve tred waarmee hij zich voortbeweegt is het gevolg van drie keer vallen, zal hij tijdens het gesprek uitleggen. Zijn beide schouders en een enkel moesten worden vastgezet met metaal.

Het is nogal een lijst van functies die Kees Holierhoek bekleedt: voorzitter Stichting Lira, voorzitter Stichting Lira Fonds, voorzitter Stichting Cedar, voorzitter Stichting Contractenbureau, voorzitter Stichting Rechtshulp Auteurs (SRA), voorzitter Secties Geschriften en Multimedia van Stichting Leenrecht, penningmeester Stichting Pensioenfonds der Vereniging van Schrijvers en Vertalers, penningmeester Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen, penningmeester en secretaris Stichting Leenrecht, lid Commissie van belanghebbenden bij het VOI©E-keurmerk voor cbo’s, voorzitter Stichting Dramaastricht en voorzitter Stichting Auteursraad.


Vorig jaar stopte hij al met twee activiteiten, Brein en de Federatie Auteursrechtbelangen, maar eind december is het tijd voor de ‘grote klap’, zoals hij zegt na de fotosessie voor het Hilton als we zijn neergestreken in het hotel. Dan beëindigt hij zijn werk voor de meeste organisaties en treedt hij onder andere af als voorzitter van Lira, de club waar het allemaal begon. Lira, een zogeheten collectieve beheersorganisatie (cbo), groeide onder Holierhoek uit tot een stichting waarbij inmiddels meer dan 12.000 romanschrijvers, vertalers, dichters, scenaristen, journalisten en andere schrijvers zijn aangesloten. Lira zet zich in voor een betere positie van auteurs zoals (scenario)schrijvers, vertalers en freelance journalisten ‘door uitoefening, bescherming en bevordering van auteursrechten’ en onderhandelt namens de schrijvers over vergoedingen voor leenrecht, reprorecht en thuiskopie. Bij scenarioschrijvers is Lira het bekendst als de stichting die opkomt voor vergoedingen voor kabeluitzendingen en nieuwe digitale exploitatievormen, zoals video on demand.

Detectiepoortjes

De laatste jaren was het hard tegen hard, mede door de digitalisering en de ontoereikende, verouderde wetgeving, vertelt Holierhoek. Onder de vlag van het Platform Audiovisuele Makers (PAM) streed Lira samen met de cbo’s van regisseurs en acteurs, Vevam en Norma, jarenlang voor én goede nieuwe wetgeving én voor uitbetaling van kabelvergoedingen. Die vergoedingen waren eind 2012 eenzijdig stopgezet door Rodap, de koepel van kabelexploitanten, distributeurs, omroepen en producenten. Het Gerechtshof bevestigde afgelopen oktober nog in hoger beroep dat dat niet op die manier had gemogen, waarmee voor de makers materieel een belangrijke overwinning werd geboekt. “De laatste drie jaar heb ik de rechtbank vaker van binnen gezien dan me lief was”, zegt Holierhoek. “Vroeg opstaan, jezelf verzorgen, de bus vanaf Leiderdorp, dan de trein – meestal waren de rechtszaken in Amsterdam. En dan elke keer gedoe om binnen te komen, omdat je met dat metaal in je lichaam door de detectiepoortjes moest.”

Over de kabelvergoedingen is hij inmiddels optimistisch. “Ik zeg niet dat we het hebben opgelost, de onderhandelingen met Rodap zijn nog niet voltooid. Maar we hebben wel een belangrijk succes geboekt in de nieuwe wetgeving, die nu bepaalt dat de belangrijkste audiovisuele makers aanspraak hebben op een proportionele, billijke vergoeding. Dat is een heel sterke vordering. Dus er zijn belangrijke stappen gezet en met mijn medebestuurders denk ik dat we er bijna zijn. Als alles meezit kan het in 2017 geregeld zijn.”

Weduwe Vestdijk

Een vergoeding ontvangen voor exploitatie van je werk. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar begin jaren tachtig was het iets totaal nieuws, althans voor schrijvers. “In die tijd incasseerde de Buma alle kabelgelden. Zij deden dat met het oog op de musici, maar ik kreeg van toenmalig Buma-directeur Jan Verhagen het verzoek om iets te regelen zodat ook een deel van het geld – maar liefst twee miljoen gulden per jaar – zou worden verdeeld onder schrijvers. Dat was een enorme verrassing. Aanvankelijk had ik grote moeite om het geld uit te geven. Je hield er toch rekening mee dat er opeens iemand zou opstaan en zeggen: ‘Vergissing! Geld terug’!

In 1986 hebben we toen Lira in het leven geroepen. Ik kreeg aanvankelijk heel merkwaardige reacties. Schrijvers begrepen het niet, ze waren op dat moment gewend een honorarium te krijgen en verder niets. Dan legde ik uit dat er geld was verdiend met hun werk en dat dat kon worden uitbetaald als ze zich aansloten bij Lira, maar sommige mensen werden daar heel erg boos over. ‘Je blijft met je fikken van mijn werk af!, kregén we dan te horen. Ik herinner me nog dat de weduwe van Simon Vestdijk zich opwond toen Lira zich bij haar meldde met leenrechtgeld in het handje. Ze moest aanvankelijk niets van ons hebben. Ik heb het gelukkig kunnen uitleggen. Toen ze me eenmaal vertrouwde deed ze nog wel eens een beroep op me in andere zaken.”

Het voorzitterschap van Lira luidde een periode in dat Holierhoek zich steeds minder richtte op schrijven – hoewel hij dat altijd is blijven doen – en steeds meer op het behartigen van de belangen van auteurs. “Ik heb twee kanten, een heel organisatorische kant en een schrijfkant”, zegt hij erover, “Dat organisatorische had ik op middelbare school al. En vanuit mijn succes als schrijver werd ik opnieuw gevraagd voor vertegenwoordigende functies. Vóór de Lira-tijd onderhandelde ik al met het honorariumcollege van de NOS bijvoorbeeld.” Trots noemt hij zijn drie dochters, die soms ook het zelfstandig ondernemerschap met bestuursfuncties combineren. “De gelijkenis is frappant. De oudste is onder andere voorzitter van twee verenigingen van garnalenvissers in Zeeland. En voor haar werk inspecteert en taxeert ze grote zeevrachtschepen. In mijn gedachten zweeft ze regelmatig aan touwladders boven het zeewater.”

Trots

Terugblikkend op zijn werk, zegt Kees Holierhoek vooral trots te zijn op “het aanboren van al die bronnen van geld die voorheen niet aangeboord werden. Per jaar gaat er toch minimaal zo’n  tien miljoen euro naar schrijvers, vertalers, journalisten. En we zijn op weg naar twintig miljoen.”
Al waren dertig jaar van vergaderen en onderhandelen zeker niet altijd een feest. “De jaren 2012 tot en met 2014/15 waren moeilijk, maar dat ligt gelukkig achter ons. Momenteel  is het leenrecht een ingewikkeld dossier. Er ligt nog heel erg veel open en de tegenstellingen zijn groot, ook weer door de digitalisering die alles overhoop heeft gegooid. Het is geestelijk een behoorlijk zware last. Na mijn besluit om per 1 januari op te stappen, merkte ik ook dat ik een zekere opluchting ervoer omdat niet alle problemen meer direct langdurig op mijn schouders komen te liggen. Ik weet uit eigen ervaring hoe zwaar mijn medewerkers en medebestuursleden het gaan krijgen. Je kunt af en toe ernstig verontrust raken over dingen die dreigen te gebeuren.

Het gaat altijd over heel veel geld. We onderhandelen niet over honderdduizend euro, het gaat al snel over tien miljoen. Of over hoe je de vijf miljoen euro per jaar verdeelt die beschikbaar is voor regisseurs, schrijvers of acteurs. Dat is nogal wat. Ik ben ook wel vrienden kwijtgeraakt door dit werk, zeker tijdelijk. En er zijn bijvoorbeeld uitgevers geweest met wie ik het persoonlijk goed kon vinden, maar die tijdens onderhandelingen lijnrecht tegenover je kwamen te staan. Iedereen heeft zo zijn eigen verdedigingsmechanieken. Die had je dan een tijd niet gehoord, en dan waren ze er opeens weer met hun bekende grappen. Heel doorzichtig. Daar kon ik me heel boos over maken.”

Spel

“Het is de truc het spelkarakter van onderhandelingen te blijven inzien. Er plezier in te houden. Als je niet meer kunt slapen ben je op de verkeerde weg. Dat hakt ernstig op je in. Het gebeurt mij maar heel zelden, maar onlangs kon ik toch een keer de slaap niet vatten na gesprekken over dat leenrecht.  Niet kunnen slapen ontstaat doordat je de greep op dingen kwijtraakt. Als je de materie meester bent, kun je de uitkomsten veel beter aanvaarden. Dus ik zet heel vaak dingen op een rijtje. Letterlijk. Net nog, in de trein op weg hiernaartoe, heb ik zitten nadenken over dat leenrecht en hoe ik een wordpagina in tweeën ga delen zodat ik kan overwippen van de ene naar de andere kant. Dan zet ik aan de ene kant de wensen van de auteurs en aan de andere kant wat de uitgevers wensen. Dan krijg je natuurlijk een aantal tegenstellingen en daar ga je dan verder over denken en proberen met voorstellen te komen die recht doen aan de zorgen en wensen van beide partijen.”

Holierhoek begrijpt goed dat veel scenarioschrijvers het regelen van de auteursrechten een ingewikkelde materie vinden en vaak niet verder komen dan de verzuchting dat ze zich er eigenlijk meer in zouden moeten verdiepen. “Het is ingewikkeld. Te ingewikkeld voor de meeste schrijvers. Gelukkig zijn er steeds meer auteurs die het belang ervan inzien en bereid zijn om op dit terrein iets te doen, in een bestuur of een commissie. Ze mogen er eigenlijk op vertrouwen dat Lira het voor ze doet, maar als ze er zelf bij betrokken willen zijn is dat natuurlijk ook goed.”

Opvolger

Het is een goed moment om te vertrekken, vindt Holierhoek. “Ik ben nu 75 en stop tien jaar later dan veel andere mensen. Tot mijn 170e doorgaan is geen optie. En er staan goede opvolgers klaar, medebestuurders met wie ik jaren heb samengewerkt, die weten hoe het werkt en die je het kunt toevertrouwen. Er zijn periodes geweest dat het anders was, dat met mijn opstappen alle ervaring meteen weggeweest zou zijn.”

Dat Holierhoek nauw betrokken is geweest bij zijn eigen opvolging is duidelijk. “Mijn overtuiging was dat Lira zich meer moest gaan begeven op het politieke veld en dat je dat goed zou kunnen doen aan de hand van een politiek geschoold en ervaren persoon als Felix Rottenberg. Want veel van wat wij als collectieve beheersorganisatie willen is zeer afhankelijk van de politiek, met name ook de Europese politiek. Rottenberg heeft de uiterst lastige onderhandelingen met Rodap heel goed gedaan, daar weten we al van dat hij een uitstekende bestuurder is.”

Ook met het leenrechtoverleg, dat hem in de trein nog zo bezighield, stopt hij per 1 januari. Loslaten is lastig, erkent hij. Alles uit zijn handen laten vallen doet hij ook zeker niet. Bij drie clubs blijft hij betrokken. Zo blijft hij voorzitter van de Stichting Rechtshulp Auteurs (SRA), die individuele auteurs steunt in conflicten.  “De SRA is een heel groot succes geworden. Producenten deinzen nu vaak al terug als een in het nauw gebrachte auteur meldt dat hij naar de SRA gaat. Dat is natuurlijk het mooiste, dan werkt het terwijl het niks kost. Doordat ze weten dat wij in conflicten tot het uiterste gaan om mensen te verdedigen.” Daarnaast blijft hij verbonden aan het Contractenbureau en aan de Stichting Dramaastricht, die eens in de twee jaar een conferentie organiseert voor Nederlandse en Vlaamse drama-auteurs en hun organisaties, dus tv, film en toneel.  

Vanaf 1 januari, heeft Holierhoek zich voorgenomen, gaat hij weer wat systematischer schrijven. “Behalve nieuwe dingen maken, wil ik ook oud materiaal redigeren. Er ligt nog een heleboel, ik ben benieuwd hoe het is om dat na zoveel jaar te herlezen.”

Wat zoek je?