‘Werkelijkheid’ in historisch drama
Zodra een historische film uitkomt, kijkt het ene deel van het publiek naar een verhaal dat zich toevallig in een (ver) verleden afspeelt en zit het andere deel er vooral op te letten of het eigenlijk allemaal wel klopt. Zijn de kostuums authentiek? Stonden die gebouwen er toen al? Past het taalgebruik van de personages in de tijd? In dit deel van het tweeluik van Plot: filmmakers en hun omgang met historische onderwerpen.

Zelfs al doen filmmakers er alles aan om een historisch onderwerp getrouw weer te geven, het verhaal dat uiteindelijk op het scherm verschijnt is zelden een weerspiegeling van de geschiedenis. Als je al kunt bepalen wat er echt gebeurd is. Hoe geef je inzicht in de waarden van een verleden dat in veel opzichten wezenlijk anders was dan het heden? Sommige historici stellen dat de feiten moeten kloppen en de historische ervaring en beleving die de film uitdraagt belangrijk is. Anderen zijn wat toleranter over het verleden in bewegend beeld, en realiseren zich dat geschreven geschiedenis net als film ook slechts een interpretatie van de geschiedenis is en niet het verleden zelf.
Vraagtekens
Regisseur Jean van de Velde geeft een treffend voorbeeld. “In 1979 maakten we op de Filmacademie een documentaire, waarbij we historische documenten aan schrijver Hella Haasse gaven en tegelijkertijd aan een Britse regisseur. Haasse kwam met een mooie tekst vol vraagtekens. Ze vroeg zich hardop af of het regende of de zon scheen. De filmer toonde een dialoog. Hij moest daarbij kiezen tussen regen of zon, hij kon dat niet in het midden laten. Ik probeer toch zoveel mogelijk Haasse te zijn als ik film.”

Bij het verfilmen van een historische gebeurtenis zijn er voor makers kennelijk zaken om rekening mee te houden. De emoties en beslissingen van personages hoeven niet altijd te kloppen met de werkelijkheid, zeker als het fictieve personages zijn, maar de meeste historici zijn van mening dat de verhalen over onze voorouders gebeurtenissen op zijn minst moeten respecteren. Net zoals dat geldt – of zou moeten gelden – voor actuele onderwerpen.
Op filmfora struikelen kijkers over elkaar heen bij het opsommen van historische missers: de witte auto in het 13e-eeuwse Schotland van Braveheart (1995), de gastank achterop een antieke strijdwagen in Gladiator (2000), de vos met zomervacht in de barre winter van Nova Zembla (2011). Geinig – en leuk voor de oplettende kijker – maar de discussie overstijgt deze opzichtige missers.
Coppola
Naar aanleiding van de release van Apocalypse Now in 1979 rees de vraag in hoeverre regisseur Francis Ford Coppola zich kon verantwoorden voor zijn verhaal over de Vietnamoorlog. In de Merv Griffin Show vroeg de host hem ernaar. Coppola stelde dat hij het buitengewoon belangrijk vond een integere film te maken.
Het is de vraag of hij de geschiedenis echt getrouw heeft weergegeven. Hij liet delen van het script door de acteurs schrijven en aan het einde van de filmopnamen werd er volop geïmproviseerd. Wel liet hij met zijn film zien dat de Amerikaanse soldaten die naar Vietnam waren gestuurd de situatie daar maar moeilijk konden inschatten. Ze waren zo uit hun alledaagse leven geplukt. Een van de personages, the Chef, heeft voor het leger gekozen om een koksopleiding te volgen. “I just wanted to learn to fucking cook, man!” Coppola heeft de ziel van het verhaal – hoe mensen in oorlogsomstandigheden de controle compleet kunnen verliezen – met deze film perfect getroffen.
Salieri
“Uit onderzoek blijkt dat middelbare scholieren speelfilms zien als feitelijke informatie. Hele volksstammen denken dat Salieri schuldig was aan de dood van Mozart (Amadeus, 1984, red.). Dat schept een verplichting. Ik vind dat je dichtbij de feiten moet blijven en dat je daar heel grondig research naar moet doen”, zegt Paul Jan Nelissen, scenarioschrijver van De Joodse Raad (2024). Ook Bas Kromhout, hoofdredacteur van het Historisch Nieuwsblad, waarschuwde dat films en series invloed hebben op hoe mensen de geschiedenis begrijpen. Veel historici zullen dat beamen.
“Ook als je van plotpunt naar plotpunt schrijft, moet je niet gaan fantaseren,” zegt Nelissen, “maar het grondig uitzoeken. Anders ben je gewoon lui. Het mooiste compliment dat ik kreeg was dat opperrabbijn Binyomin Jacobs door de serie van gedachten veranderde over hoe Cohen en Asscher als voorzitters van de Joodse Raad hadden gehandeld.” Over wat je wel en niet vertelt, zegt hij: “In drama heeft alles een oorzaak en een gevolg, maar in werkelijkheid is alles veel ingewikkelder. Je doet de waarheid daarmee eigenlijk altijd geweld aan, dat zei Aristoteles al in zijn Ethica.” In ons dagelijks denken kennen we maar één soort oorzaak: het causale verband, maar volgens Aristoteles zijn er vier soorten oorzaken en een veelvoud aan aanleidingen voor een gebeurtenis.
Ook Van de Velde hecht aan accuratesse. Zijn Bram Fischer (2017) is gebaseerd op een nogal juridisch boek van een van de advocaten in de zaak-Fischer. “Ik heb veel aanvullend onderzoek gedaan en een heel aantal nog levende gevangenen gesproken. Zo kreeg ik een gevoel bij het onderwerp. Zo vertelde politicus en activist Ahmed Kathrada dat hij als witte in de gevangenis een lange broek mocht dragen terwijl zijn grote held Mandela als zwarte een korte broek aan moest. Een andere gevangene vertelde dat hij de avond voor de belangrijke uitspraak Sarie Marijs zong, een traditioneel Zuid-Afrikaans kinderliedje. Merkwaardig toch, als je vecht tegen datzelfde regime? Dat soort verhalen kleuren mijn gevoel.”
Zwart-wit
Van de Velde realiseerde zich bij de verfilming van Cynthia Mc Leods boek Hoe duur was de suiker (2013) maar al te goed dat we nu een heel andere kijk op slavernij hebben dan toen. “Ook dat moet je goed uitzoeken en meenemen als je erover vertelt. Ik ben op zoek gegaan naar de grijstinten van toen en heb me proberen in te leven.”
Bij de streaminghit Bridgerton (2020), die zich afspeelt in negentiende-eeuws adellijk Engeland, zijn er duidelijk andere keuzes gemaakt. De producent laat veel adellijke personages spelen door acteurs van kleur. Hoewel de makers nooit beoogd hebben een waarheidsgetrouwe serie te maken, gruwen historici ervan. Behalve in de keuze van de cast gaat Bridgerton ook met kleding en verhaallijn flink in de overdrive, zodat je als kijker beseft dat je het historische gehalte van de serie niet al te serieus moet nemen. Toch is de weergave van het social season en alle drama, regels en druk die daarmee gepaard gingen wel degelijk geloofwaardig, waarmee de ‘ziel’ van dit historische drama toch klopt.
Wel raakt door de keuze van de cast het onderwerp slavernij op de achtergrond. Niet alleen historici hebben daarom kritiek op de ruimte die Bridgerton zich hier permitteert. Ook vanuit zwarte Amerikaanse journalisten is er commentaar op het wegpoetsen van de huidskleurverschillen.
Revision history
Quentin Tarantino doet met zijn speelfilm Django Unchained (2012) – een fictief verhaal in een historische setting – bewust aan revision history om zijn kijkers een nieuwe visie te geven op het Amerikaanse slavernijverleden en tot debat aan te sporen. De film zet zich af tegen het gangbare beeld dat over de Amerikaanse burgeroorlog bestaat. Hij zorgt ervoor dat de kijker zich bewust is dat hij naar een fictief werk kijkt. Maar al is de film niet bedoeld om historisch accuraat te zijn, toch verliest hij wezenlijke elementen niet uit het oog; zo benadrukt hij het belang van vrijheidspapieren voor mensen van kleur. Dat versterkt wel degelijk de soul of the past.
Van de Velde “kan met Tarantino niet veel”. Voor hem was het moreel gezien essentieel voor Hoe duur was de Suiker de juiste invalshoek te vinden. Hij heeft scènes toegevoegd die het wrange van het slavernijsysteem benadrukten, maar zonder in obligate geweldsorgies te vervallen. Met het doel om te laten zien dat er in het verleden op slavernij nauwelijks een taboe rustte, waarmee de essentie van de tijd intact bleef. “Ik wil ook authentiek zijn in taal. Achttiende-eeuws Nederlands gaat me wat ver, maar Zuid-Afrikaans of Sranantongo versterkt de beleving. Een Engelssprekende Anne Frank geloof ik niet.” Zo bleef hij in Bram Fischer en Hoe duur was de Suiker dicht op de historische werkelijkheid.
Quentin Tarantino neemt het in zijn films niet zo nauw met de historie, maar hij blijft op zijn manier toch dicht bij de essentie ervan. In Inglourious Basterds (2009) laat hij zien ‒ hoewel de echte Operation Greenup veel minder bloederig verliep ‒ hoe joodse vluchtelingen tijdens de WOII in verzet kwamen. In Once upon a time in Hollywood (2019) herhaalt hij de truc van de uitvergroting. Daarin neemt hij in feite wraak op de Manson Family, waarvan hij het moorddadige en amorele karakter benadrukt. In werkelijkheid pleegden de sekteleden in Los Angeles meerdere moorden, waarvan de zwangere actrice Sharon Tate een van de eerste slachtoffers was. In de film worden de rollen niet alleen uitvergroot, maar ook omgedraaid en worden juist de moordende hippies zelf afgeslacht.
Nuances
Gevraagd naar deze aanpak zegt Paul Jan Nelissen dat veel geoorloofd is als je de kijker maar duidelijk vertelt waar die naar kijkt. Maar net als voor Van de Velde is het zijn smaak niet. “Ik vind waargebeurd gewoon interessanter dan fantasy of fictie, ook als consument.” Nelissen maar ook Van de Velde blijven het liefst trouw aan de geschiedenis, waarbij ze zo dicht mogelijk op de huid van de personages willen komen. Van de Velde wijst in dit verband op Soldaat van Oranje (1977), waarbij de schrijver zich ook vrijheden heeft gepermitteerd. “Daarop worden wel geschiedenisboeken gebaseerd. Je moet daarmee oppassen, want zo verdwijnt de nuance.”
Nelissen verwijst in een ander verband naar Soldaat van Oranje, waarin scenarist Gerard Soeteman historische personages terugbracht tot enkele hoofdpersonen. Als de essentie overeind blijft, vindt hij dat geoorloofd. “Bij De Bende van Oss en Van God los (over de bende van Venlo, red) was er door de regisseurs en anderen al veel research gedaan, waar ik verder mee kon. Ook hier heb ik de geschiedenis zo nauwkeurig mogelijk gevolgd, maar voor de film en omwille van het verhaal heb ik ook personages in elkaar geschoven.” Hij vindt dat je ook dingen kunt weglaten. “We laten de kijker steeds meer zelf invullen. The zone of interest (2023) is daar een krachtig voorbeeld van. Door het kwaad alleen hoorbaar te maken en niet te tonen, activeert Jonathan Glazer het voorstellingsvermogen van de kijker, waarmee het ‘afgrijselijke’ wordt geïnternaliseerd.”
Van de Velde is momenteel bezig met de montage van zijn documentaire over “de mens achter de Soldaat van Oranje”. Daarbij komt natuurlijk ook de verijdelde staatsgreep van 1947 voorbij. “Dan moet je je heel goed inlezen en inbeelden in wat voor tijd van naoorlogse chaos die plaatsvond. De connotatie van de omstandigheden bepalen de kleur van je verhaal. Je moet je verplaatsen in de tijd. Maar ook in het personage. Hazelhoff voelde zich uit Nederlands-Indië verbannen. Onderhandelingen over een onafhankelijk Indonesië vond hij onverteerbaar. Als je dat voelbaar maakt kun je iemands motivatie laten zien en de kijker opnieuw laten kijken.”
De heks van Limbricht
“Bij de Tweede Wereldoorlog is het zaak om niet te verzuipen in alle informatie; er is zoveel over geschreven dat het een heel werk is goed te selecteren”, zegt Nelissen. “Omdat het allemaal gevoelig ligt, mag je – vind ik – niks verzinnen.” Bij De Heks van Limbricht, de boekverfilming waar hij nu aan werkt, ligt dat anders. Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw en ligt daarmee minder gevoelig voor de hedendaagse kijker. “Ook al zijn er nazaten van de ‘heks’ Entgen Luijten, toch vind ik dat ik na twee of drie generaties minder rekening hoef te houden met gevoeligheden.”
Hoewel het een boekverfilming is en er door schrijver Susan Smit al research was gedaan, is hij samen met regisseur Sophie van de Pol toch weer in de archieven gedoken. Daaruit bleek dat Luijten in werkelijkheid niet als heks was aangewezen, maar dat ze zichzelf heeft aangegeven om haar naam te zuiveren. “In dramatische zin werkt dat beter, ze is niet een willoos slachtoffer, maar een handelend personage. En het is nog authentieker ook. Daar hecht ik aan. Er is een soort belang bij waargebeurd. En een belang bij een goed verhaal.” Hij vult aan: “Ik bewerk geen boeken, maar ik sloop ze, zoals je een auto sloopt: in onderdelen uiteen nemen en alleen de voor film bruikbare stukken bewaren.” In de film Oorlogswinter (2008) wordt schurk oom Ben niet toevallig neergeschoten zoals in het boek, maar laat ik dat hoofdpersoon Michiel zelf doen, waarmee zijn karakterontwikkeling wordt getoond. Schrijver Jan Terlouw had daar geen enkele moeite mee.”
Hoewel het lijkt alsof je met de verfilming van historische gebeurtenissen voortdurend op de vingers wordt gekeken, blijft het toch belangrijk deze films te maken. Niet alleen om prachtige verhalen te kunnen vertellen, maar ook om via de geschiedenis te laten zien dat we van andermans ervaringen kunnen leren, ook als die lang geleden plaatsvonden.
Meer lezen:
https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/23990
https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/22515
https://www.vgnkleio.nl/wp-content/uploads/2022/04/KLEIO_2017_JRG-58_NR-06-Kim-Sommer.pdf