Werelden bouwen in drama

Onbekende landstreken, bewoonde planeten, parallelle universa. Het scheppen van werelden is voor veel schrijvers onderdeel van het werk. Ze verzinnen nieuwe religies, politieke systemen, soms zelfs talen. Zijn schrijvers een soort God? Nee, want een wereld bouwen in zeven dagen lukt ze niet. Daarnaast lenen schrijvers veel uit de bestaande wereld.

Moviestillsdb

“Heb je je nog nooit afgevraagd wat er nog meer is?” Met dit prikkelende zinnetje opent de teasertrailer van The Lord of the Rings: The Rings of Power. Deze nieuwe serie verschijnt pas op 2 september op Amazon Prime, maar de verwachtingen beginnen al steeds hoger op te lopen. De trailer beleeft z’n première op 12 februari, in een van de reclameblokken rond de Super Bowl. Dit is de jaarlijkse American Football-ontknoping, waarbij tientallen miljoenen mensen voor de buis zitten. Een uitgelezen tijdstip om het grote publiek warm te maken voor een peperdure serie.

Je kunt je wel afvragen of deze reeks reclame nodig heeft. The Lord of the Rings, gebaseerd op het werk van de Britse fantasyschrijver John Ronald Reuel Tolkien, is een megamerk. De trailer duurt krap een minuutje, maar deze zestig seconden zijn kort na de lancering niet alleen miljoenen keren bekeken, maar ook tot in het detail geanalyseerd.

De boeken en de succesvolle verfilmingen door regisseur Peter Jackson, gelden als klassiek. Maar uit de trailer wordt meteen duidelijk dat gekozen is voor een afwijkende aanpak. Ondanks de titel van de serie wordt dit geen herverfilming van The Lord of the Rings. De reeks staat goeddeels op zichzelf maar laat zich inspireren door de zogenoemde ‘Appendices’.

Dit zijn teksten die Tolkien schreef om Midden-aarde, de wereld waarin zijn bekendste werken zich afspelen, verder te ontwikkelen. Hij ging onder meer dieper in op de geschiedenis van de wereld, op de stambomen en kalenders. Zelfs de talen en de spelling kwamen aan bod.

Eigenlijk is deze peperdure prequel dus vooral gebaseerd op de wereld waarin ook de bekende verhalen zich afspelen

Een handvol beelden geeft nog weinig inzicht in hoe schrijvers dit materiaal vertalen naar verhaallijnen. Wel is bekend dat de reeks is gesitueerd in ‘het tweede era van Midden-aarde’: meer dan duizend jaar voor de gebeurtenissen in The Lord of the Rings. Eigenlijk is deze peperdure prequel dus vooral gebaseerd op de wereld waarin ook de bekende verhalen zich afspelen.

Fans zitten er niet mee. Zij houden er wel van om te speculeren over fictieve werelden. Kijkers verslinden ook series als Game of Thrones, The Wheel of Time of The Mandalorean. Ze kopen tickets voor de Star Wars-films, Dune en verkennen gretig alle uithoeken van het Marvel-universum.  Allemaal producties die zich afspelen in fictieve werelden. En de omgeving is in deze voorbeelden meer dan narratief behang.

Het publiek maakt niet alleen kennis met onbekende landstreken, volkeren en wezens, maar ook met nieuwe religies, economieën en politieke systemen. Hieruit vloeien talloze intriges voort. De schrijver houdt zich niet alleen bezig met personages, structuur of thema, maar construeert vaak consistente, gedetailleerde werelden. Dit fenomeen noemen ze niet voor niets worldbuilding.

Het bouwen van werelden wordt vaak geassocieerd met fantasy of science fiction, maar je ziet het terug in de meest uiteenlopende genres. De animatiereeks Ducktales, te zien op Disney+, speelt zich bijvoorbeeld af in het aloude Duckstad. De habitat van Donald Duck is een moderne stad met een haven, een hoge skyline en één markant gebouw: het geldpakhuis van oom Dagobert, de rijkste eend ter wereld. Ook de historie van dit oord speelt een rol in de serie. Zo nu en dan duikt het standbeeld op van Cornelius Coot, stichter van Duckstad, over wie de kijker en passant veel te weten komt.

Komeet

Soms lijken fictieve werelden angstvallig veel op de onze. Neem de veelbesproken satire Don’t look up. Hierin ontdekken twee Amerikaanse wetenschappers dat er een komeet op de aarde afsuist. Dit kan het einde betekenen van de wereld zoals wij die kennen. Student Kate Dibiasky (Jennifer Lawrence) en Dr. Randall Mindy (Leonardo di Caprio) trekken aan de bel bij politiek en media om aandacht te genereren voor deze snel naderende catastrofe.

De film probeert duidelijk te maken hoe lastig het is om de wereld te overtuigen van een ongemakkelijke waarheid: de komeet is een metafoor voor klimaatopwarming. Scenaristen Adam McKay en David Sirota schetsen een overtrokken versie van de Verenigde Staten om commentaar te leveren op de huidige samenleving. De president heet nu Orlean (Meryl Streep). Vrijwel even machtig is het techbedrijf BASH. Dibiaski en Mindy moeten met hun boodschap aanschuiven in de fictieve babbelshow The Daily Rip. Allemaal geserveerd onder een behoorlijke laag overdrijving. Toch stond die de geloofwaardigheid niet in de weg: klimaatwetenschappers bleken zich te herkennen in deze film.

Ook dichtbij huis vind je fictieve werelden. Neem de serie BuZa, geschreven en geregisseerd door Frank Ketelaar. De arena is herkenbaar: politiek Den Haag. Om precies te zijn: het ministerie van buitenlandse zaken. Ketelaar won informatie in bij onder meer oud-minister Ben Bot en voormalig woordvoerder Job Frieszo.

Worldbuilding is erop gericht om de fantasie een zeker realisme te geven

Maar BuZa is geen docudrama, maar pure fictie. De naam van de premier is niet Rutte maar Van Maurik (Jacob Derwig). De minister van buitenlandse zaken heet Maarten Meinema (Kees Prins). Een deel van het verhaal is gesitueerd in de stad Georgetown, gelegen in de republiek Santa Luca. Er komt zelfs een kaart in beeld. Daarop ligt het landje ingeklemd tussen Mexico, Guatemala en Belize. In de Bosatlas is het onvindbaar, want fictief. De Volkskrant noemde BuZa “waarachtig” en “bevolkt met echte personages”. Fictie staat de geloofwaardigheid dus niet in de weg. Sterker nog, worldbuilding is erop gericht om de fantasie een zeker realisme te geven.

Daar was behoefte aan. Fictieve werelden bestaan natuurlijk al eeuwen, maar in de afgelopen decennia worden daar steeds andere eisen aan gesteld. Hoe geloofwaardiger de fantasiewereld, hoe meer het publiek zich erin zou kunnen verplaatsen. 

Een eeuw geleden was de setting vaak minder ingevuld. Klassieke sprookjes bijvoorbeeld spelen zich af in een “een land hier ver vandaan”. Sneeuwwitje is prinses, maar geen mens weet van welk koninkrijk. Het Wonderland waar Alice doorheen dwaalt lijkt afkomstig uit de droom: bijna alles kan. Volgens de schrijver van Peter Pan, James M. Barrie, is het eiland Neverland voor iedereen weer anders. 

Entzauberung der Welt

Zowel bij verhalenvertellers als bij het publiek ontstaat in de loop van de twintigste eeuw behoefte aan meer context. Volgens literatuurwetenschappers hangt dit samen met maatschappelijke ontwikkelingen. De wetenschap ontpopt zich vanaf de negentiende eeuw tot een geduchte concurrent van religie en magie. Technologie maakt het onmogelijke opeens mogelijk. De Duitse socioloog Max Weber spreekt in 1919 van “die Entzauberung der Welt”: de onttovering van de wereld. Het leven wordt praktischer, maar verliest ook een beetje aan glans.

In de kunst veroorzaakt dit oprukkende rationalisme uiteenlopende reacties. De surrealisten vormen een tegenbeweging: zij omarmen juist het irrationale. Dit resulteert in werk waarin de inhoud zich soms niet laat verklaren. Maar er zijn ook creatieven met een andere visie. Een ervan is, daar hebben we hem weer, JRR Tolkien. Elementen uit sprookjes, mythen en volksverhalen verdienen volgens hem een voorname plek binnen de cultuur, maar hij mist wel iets: interne logica. 

Op acht maart 1939 houdt Tolkien een lezing op de universiteit van St. Andrews. De titel: On Fairy-Stories. Twee jaar eerder heeft hij naam gemaakt met The Hobbit, or there and back again. Dit verhaal situeert hij in de fictieve Midden-aarde, een plek die hij blijft doorontwikkelen. Tijdens zijn lezing ontvouwt hij zijn ideeën over het bouwen van werelden.

Zijn invloedrijke tekst is terug te lezen in de bundel Sprookjes en vertellingen, nauwgezet vertaald door Max Schuchart. Tolkien introduceert hierin een aantal ideeën en begrippen. Zo noemt hij de dagelijkse werkelijkheid de “primaire wereld”. Maar een schrijver kan deze herscheppen. Dan ontstaat er binnen een verhaal een “secundaire wereld”, “waarin je geest kan binnentreden”. “Daarbinnen is wat hij (de schrijver) vertelt ‘waar’; het stemt overeen met de wetten van die wereld. Daarom geloof je het terwijl je er als het ware binnen bent. Op hetzelfde ogenblik dat het ongeloof opkomt, wordt de betovering verbroken: de magie, of liever, kunst, heeft dan gefaald.”

Myhologische bronnen

Maar hoe zorg je ervoor dat de kunst niet faalt? Wie het internet afspeurt naar informatie over worldbuilding vindt een wildgroei aan tips. “Teken een landkaart”, “Bedenk een taal” en vooral: “Maak een lijst van regels en wetten”. Dit soort dingen deed Tolkien zelf ook. Natuurlijk is het goed om voorwerk te verrichten, maar wie werkt vanuit deze alomvattende visie heeft een hoop wereld te vullen. Waar haal je dan je inspiratie vandaan?

Veel worldbuilders doen uitvoerige research. Zelf raadpleegt Tolkien oude mythologische bronnen, maar hij ontleent ook veel aan de realiteit. Dit zorgt ervoor dat de secundaire wereld naast geloofwaardig ook herkenbaar blijft. De kleinzoon van Tolkien stelt dat The Lord of the Rings deels is geïnspireerd op de ervaringen van zijn opa tijdens de Eerste Wereldoorlog. De schrijver vocht tijdens de slag om de Somme en verloor vrienden op het slagveld. Dit zou de gedetailleerd beschreven veldslagen uit het boek verklaren.

De Canadese schrijver Margaret Atwood is een fan van The Lord of the Rings, al hekelt ze het geringe aantal vrouwelijke personages. Als het gaat om worldbuilding lijken zij en Tolkien geestverwanten. In 1985 schreef ze de toekomstroman The Handmaid’s Tale. Deze vormt in 2017 de basis voor de gelijknamige serie die nu onder andere te zien is op Videoland. De reeks loopt al vier seizoenen en het verhaal uit het boek is inmiddels behoorlijk aangevuld met nieuwe ontwikkelingen, maar de geest van Atwood waart nog steeds rond.

Roman en serie lenen zich voor een case study: ze laten helder zien hoe je een geloofwaardige secundaire wereld kunt opbouwen op basis van de realiteit. The Handmaid’s Tale speelt zich af in een toekomst die zeer nabij voelt. Plaats van handeling is Gilead, ooit onderdeel van de Verenigde Staten. De geboortecijfers zijn schrikbarend gedaald. Mannen grijpen deze ontwikkeling aan om de klok terug te draaien. Er ontstaat een christelijke dictatuur. Vruchtbare vrouwen worden eigendom van de staat. Ze worden verplicht rode gewaden te dragen en hun hoofd te bedekken met een kuis wit kapje. Hun opdracht: kinderen baren.

Uit protest tegen abortuswetgeving in Ohio verschijnen vrouwen met witte kapjes en rode gewaden in het regeringsgebouw

Een van hen is June (Elisabeth Moss). Als zij wordt toegewezen aan commandant Fred (Joseph Fiennes) verandert haar naam in Offred. De serie voelt actueel aan. In een land waarin abortuswetten worden aangescherpt, bepaalde geloofsgemeenschappen de Bijbel letterlijk nemen en iemand die “Grab’em by the pussy” roept de sleutels krijgt van het Witte Huis, is een dergelijke wereld verontrustend voorstelbaar. Hoezeer deze serie aansluit bij de tijdgeest blijkt in 2017: uit protest tegen de nieuwe abortuswetgeving in Ohio verschijnen vrouwen met witte kapjes en rode gewaden in het regeringsgebouw.

Al voelt het verhaal actueel aan, het boek stamt uit de jaren tachtig. Tijdens het schrijven van The Handmaid’s Tale woont Margaret Atwood in West-Berlijn. De koude oorlog is nog niet ontdooid. Soms begeeft ze zich aan de andere kant van de muur. In het communistische Oost-Berlijn krijgt ze het gevoel dat iedereen wordt bespioneerd. Gesprekken vallen stil, of mensen stappen over op en ander onderwerp. En dat terwijl Berlijn niet eens zo lang geleden bekend stond als een bruisende stad.

Onder bepaalde omstandigheden kan echt alles gebeuren, beseft Atwood. Overal. Dat gevoel probeert ze te vangen in haar boek. Tijdens het schrijven legt ze zichzelf een strenge regel op: de dingen die mensen elkaar in het boek aandoen, moeten gebaseerd zijn op waargebeurde verhalen. Ze beschrijft ook alleen technologie die echt bestaat. De groepsverhangingen, het gedwongen verwekken van kinderen, het uiteenrukken van mensen: het is allemaal al eens gebeurd. Sommige dingen in nazi-Duitsland, andere tijdens de Argentijnse dictatuur of de slavernij. Waarschijnlijk draagt deze aanpak sterk bij aan de geloofwaardigheid.

Contrast

Hoe zet je zo’n wereld neer in een serie? Naast uitgekiende design vallen op scenarioniveau twee audiovisuele stijlmiddelen op. Showrunner Bruce Miller en zijn team maken veelvuldig gebruik van flashbacks en voice-overs. Schrijvers worden vaak gewaarschuwd voor deze technieken. Vaak zijn ze overbodig of maken ze een scenario uitleggerig. Maar voor wie een geheel nieuwe wereld moet introduceren, zijn deze middelen soms functioneel.

In The Handmaid’s Tale dragen flashbacks bij aan het unheimische gevoel dat de wereld plotsklaps kan veranderen. Als Offred terugblikt ziet de kijker beelden van het hedendaagse Amerika. Het is een moderne samenleving, herkenbaar voor de kijker. En als na een flashback wordt teruggeschakeld naar de conservatieve dictatuur uit het fictieve heden, lijken de makers te benadrukken hoe snel de Amerikaanse maatschappij is veranderd. Het scherpe contrast draagt bij aan het gevoel dat zo’n omwenteling mogelijk is.

De voice-over werkt hier minstens zo effectief. Offreds vertelstem wordt nauwelijks ingezet om uitleg te geven. De voice-over is monologue interieur. Het publiek hoort hoe Offred de nieuwe maatschappij ervaart. Alles wat ze niet mag zeggen, wordt toch verwoord. Het maakt de fictieve wereld invoelbaar.

Risico’s

Worldbuiling is niet zonder risico’s. Soms zijn werelden zo gedetailleerd dat personages en verhaal in het niet vallen. Alles valt of staat met de dosering. Te veel informatie maakt een verhaal saai. En minder geloofwaardig. The Eternals, een van de minder succesvolle Marvelfims, begint met een ‘scroll’: in beeld verschijnt een lange tekst waarin allerlei termen worden geïntroduceerd: ‘the six Singularities’, ‘the Celestials’, ‘The Deviants’, ‘The Eternals’ en er is natuurlijk ook een ‘prime Eternal’. Dat is een hoop om te onthouden, en lang niet alle info is even relevant. De wereld moet de film dienen, niet andersom.

Ten slotte is er iets anders. Moet een secundaire wereld wel altijd zo doorwrocht zijn? Een imaginaire wereld is toch ook geschikt om in te verdwalen? De aanpak van Tolkien en geestverwanten wordt soms verheven tot een gouden standaard, maar er is nog een andere smaak. De Nieuw-Zeelandse schrijver Timothy Hickson maakt onderscheid tussen ‘hard worldbuilding’ en ‘soft worldbuilding’. Onder de eerste categorie vallen bijvoorbeeld  The Lord of the Rings, Game of Thrones en Dune. De secundaire werelden hierin zijn complex uitgewerkt.

Bij soft worldbuilding wordt meer overgelaten aan de verbeelding

Daartegenover zet hij het lossere soft worldbuilding: die is niet vrijblijvend, er is nog steeds nagedacht over de wereld, maar er wordt meer overgelaten aan de verbeelding van het publiek.

Een voorbeeld dat Hickson zelf noemt is de klassieke animatiefilm Spirited Away (2001) van Hayao Miyazaki. Hierin maken we kennis met de verwende Chihiro. Samen met haar ouders belandt ze in een verlaten stad. Daar veranderen haar ouders in varkens. Chihiro blijft achter, maar is niet alleen. De wereld om haar heen wordt beheerst door geesten en heksen. Wat volgt is een ongrijpbare parade van creaturen: een zesarmige man, een aangeklede kikker en een levensgrote zuigeling. Uitleg is er nauwelijks.

Door te kiezen voor logische verhaallijnen “offer je de creativiteit op”, vindt Miyazaki. De beelden hebben wel een duidelijke oorsprong. Miyazaki laat zich inspireren door het shintoïsme. In deze oude Japanse religie worden natuurgeesten aanbeden. Ook grijpt hij terug op volksverhalen en traditioneel design.

Spirited Away barst bijna uit zijn voegen van de ideeën en invloeden. Dat dit niet overheersend wordt, is te danken aan de goed gekozen hoofdpersoon, een karakter met wie het publiek zich kan identificeren. Doordat het publiek alle mysterieuze taferelen door de ogen van Chihiro ziet, blijft de focus helder. We zien hoe ze door alle onvoorspelbare ervaringen wordt gevormd en van verwend meisje een zelfredzame tiener wordt. En ook dat voelt geloofwaardig. Misschien is dat wat geldt voor alle worldbuilding: een nieuwe wereld verken je toch het beste aan de hand van de inwoners, de personages.

Wat zoek je?