Wat doet een schrijver met zijn verleden?

Zo’n veertig jaar geleden, net afgestudeerd aan de Filmacademie, begon ik met scenarioschrijven. Met Pim de la Parra, de helft van het illustere duo Pim en Wim*, zat ik drie maanden lang in café ‘Bekijk het maar’ aan de Prinsengracht. Daar schreven we het scenario voor de film Mijn nachten met Susan, Olga, Albert, Julie, Piet en Sandra, in de woorden van Pim een sex-and-psycho-suspense-mystery-thriller. Ik verdiende nog vrijwel niks, maar Pim betaalde de drankjes. Acteurs en actrices kwamen langs en kregen een rol in de film. Ik zat er bij en keek ernaar – er ging een wereld voor me open.

Daarna volgde een lange loopbaan van vallen en opstaan, al doende leren, en vooral veel plezier en afwisseling. Het Debuut voor Nouchka van Brakel, heel veel tv-series voor de Ikon in de tachtiger jaren, en een lange vruchtbare samenwerking met Hugo Heinen en Willem Capteyn. We schreven series als De zomer van ’45, Zwarte Sneeuw en De 9 dagen van de gier. Later volgden verschillende telefilms, de serie IJS, de film Moonlight, te veel om op te noemen.

Mijn werkkamer staat tot de nok toe vol met wat je mijn werkverleden zou kunnen noemen

Vanaf dat allereerste begin ben ik ook alles gaan bewaren: kladversies, researchmateriaal, knipsels, brieven, alles wat met m’n werk te maken had. Dat kon, zolang we steeds in een groter huis gingen wonen. Maar nu gaan we binnenkort kleiner wonen, en zal ik drastisch moeten opruimen. Mijn werkkamer staat tot de nok toe vol met wat je mijn werkverleden zou kunnen noemen. Daar moet minstens de helft van weg. En omdat ik denk dat collega’s daarmee misschien ook ooit te maken zullen krijgen, zal ik hier proberen de zaak te inventariseren.

Wat treffen we zoal aan? Alle versies van de scenario’s die ik sinds de Filmacademie, dus zeg maar in de afgelopen vijfenveertig jaar heb geschreven, met daarbij recensies, knipsels, briefwisselingen, commentaren. Researchmateriaal. Verslagen van het Scenario Seminar in het Vondelpark in 1981. Verslagen van de cursus Method-Acting van Delia Salvi, en van allerlei andere workshops. Verslagen van de toelatingsexamens van de Filmacademie, waar ik een aantal keren in de commissie zat. Scripties en theoretische verhandelingen over film en televisie. Prospectussen van filmfestivals die ik heb bezocht. Foto’s uit films, soms gesigneerd door de acteurs. Jaarverslagen en jaarboeken van Bioscoopbond, Filmfonds, Stimuleringsfonds en Filmacademie. Scenario’s van anderen; bekende en minder bekende schrijvers. In de tijd dat ik voor Pim en Wim werkte, gaven ze me soms scenario’s mee: van Scorpio-films, maar ook van Hollywoodscripts zoals American gigolo en Grand Prix. Verder heb ik complete jaargangen van Kritisch Filmforum, Skoop en Skrien. Dan een kast vol met boeken over film en over scenarioschrijven, en daarnaast een kast met videobanden.

Daar begint een ander probleem: mijn werk overlapt een aantal fasen in de techniek, van videoband naar dvd, van schrijfmachine naar tekstverwerker. Ooit schreven we een eindversie op een machine met correctielint – als je bovenaan de pagina een fout ontdekte, dan ging die bladzij eruit en begon je opnieuw (‘ja ja, opa vertelt’). Idem dito met de computer: we begonnen op de Schneider Joyce, met kettingformulieren. Daarna kwam WordPerfect, daarna allerlei scenario-formats, van zelfgemaakte tot de professionele systemen als Final Draft. Ook dat overlapt elkaar allemaal.

Niks heeft eeuwigheidswaarde

Ik weet wel – niks heeft eeuwigheidswaarde, en als je er zelf niet meer bent staat alles de volgende dag aan de straat. Aan de andere kant denk ik dat Willem, Hugo en ik een interessante periode hebben meegemaakt: de jaren dat het scenarioschrijven met vallen en opstaan enigszins professioneel begon te worden. En daarbij zijn er een paar zaken die ik voor het nageslacht zou willen bewaren, zoals de dagboeken die ik heb bijgehouden van het schrijfproces van Zwarte Sneeuw en De 9 dagen van de gier. Van dag tot dag is daarin de ontwikkeling van de scenario’s vastgelegd, ik vind dat nog steeds fascinerend om terug te lezen. En dan heb ik het nog niet eens over mijn ‘grote’ dagboek, dat inmiddels de 5.000 pagina’s is gepasseerd, vol anekdotes, roddels, ruzies en geluksmomenten. Ik lees er soms stukjes uit terug, het leest als een roman.

Wat zou je willen, hoor ik iemand vragen. Ik weet het niet, vandaar dit artikel. Een behulpzame stagiair, om alles eens mee door te vlooien? Iemand die zegt: laat mij maar wat uitzoeken, kijken of er iets van m’n gading bij zit? Een plankje in het scenario-archief (bestaat dat nog?). Of gewoon goeie raad van een collega, horen hoe iemand anders hiermee is omgegaan. Zeg het maar.

* In de zestiger en zeventiger jaren hadden Pim de la Parra en Wim Verstappen het productiehuis Scorpio, waar ze vrijwel ieder jaar een film maakten, beurtelings als regisseur en producent. Met de film Blue Movie verdienden ze miljoenen, zodat ze hun films uit eigen zak konden financieren. Ze hadden zelfs een stempel met de tekst ‘Deze film is opnieuw gemaakt zonder geld van het Productiefonds’.

Wat zoek je?