Vijf lessen van Preston Sturges

Vanaf 21 september is in het Eye Filmmuseum in Amsterdam een groot aantal films te zien van schrijver-regisseur Preston Sturges. Zijn naam doet niet bij iedereen een belletje rinkelen, maar hij wist met zijn vindingrijke komedies generaties makers te inspireren. Op welke manier vind je zijn invloed nog terug in andere films?

The Miracle of Morgan’s Creek

“Toevallig ben ik er dol op als mensen op hun achterste vallen, maar zoals bij alles wat ik leuk vind zijn er anderen die daar een afkeer van hebben, en vice versa. Mijn dierbaarste vrienden en strengste critici dringen er constant op aan om de stuntelmomenten van vijf terug te brengen naar drie.”

Deze uitspraak siert de achterflap van het boek Preston Sturges by Preston Sturges, his life in his own words. In deze postuum verschenen autobiografie wemelt het van dit soort citaten. Filmmaker Sturges (1898-1959), werd regelmatig geprezen om zijn geraffineerde sociale satires, zoals The Lady Eve of Sullivan’s Travels, maar was allesbehalve vies van ordinaire slapstick. Je zou Preston Sturges kunnen omschrijven als een fijnzinnige Filistijn. Hij bracht geen hiërarchie aan in humor.

Er mag dus gelachen worden in Eye, waar van 21 september tot en met 15 oktober 2023 een retrospectief van zijn klassieke komedies is te zien. Op 1 oktober zal Martin Koolhoven samen met scenaristen Annelouise van Naerssen (Toscaanse Bruiloft) en Luuk van Bemmelen (Rudy’s grote Kerstshow) proberen te achterhalen waarin het talent en vakmanschap van Sturges als scenarist schuilt. Wie zijn paradoxale oeuvre analyseert, vindt mogelijk interessante aanknopingspunten in zijn jeugd.

Dit klinkt riskant. Iemands oeuvre duiden door in te zoemen op diens prille jaren leidt vaak tot tenenkrommende amateurpsychologie. Maar toch, in het geval van Sturges lijkt deze aanpak relevant. Bovendien: Sturges doet het zelf ook. In zijn autobiografie schrijft hij pas vanaf hoofdstuk 39 over zijn schrijfcarrière. Ver over de helft. Zijn jeugd is zelf een film waard. Bij zijn geboorte heette hij nog Edmund Preston Biden. Die achternaam erfde hij van zijn vader, bepaald geen president, maar een verwarde ziel die meermaals dreigde zijn echtgenote en daarna zichzelf neer te schieten.

Het huwelijk was van korte duur. De levenskoers van de jonge Preston werd voornamelijk bepaald door zijn onconventionele moeder. Deze Mary Estelle Dempsey leefde voor de kunst. Met haar tweejarige zoontje reisde ze af naar Parijs in de hoop door te breken als zangeres. Die ambitie verwaterde, maar zij zou zichzelf en haar zoontje onderdompelen in de kunsten. Mary Dempsey verbleef in culturele kringen, leefde en werkte met allerlei artiesten en uiteindelijk stichtte ze onder de naam Mary Desti een succesvolle cosmeticafirma.

Door haar flamboyante levensstijl ontmoette de jonge Preston beroemdheden zoals de legendarische tenor Enrico Caruso, de occultist Aleister Crowley en de Amerikaanse danseres Isadora Duncan, de “moeder van de moderne dans”. Vooral die laatste drukte een flinke stempel op zijn vorming. Duncan bracht hem in contact met de werken van Shakespeare, Goethe en de oude Grieken. Preston ging als jongetje soms gekleed in een klassiek tuniek.

Achter de schermen bij The Lady Eve.

Tussen haar reizen door vond zijn moeder nog tijd om te trouwen met Solomon Sturges, effectenmakelaar uit Chicago. Zijn nieuwe vader adopteerde Preston en gaf hem behalve een achternaam ook een ander perfectief op de wereld mee. De zakelijke Solomon Sturges leek in alles het tegenovergestelde van Mary Dempsey. Toch ging hij akkoord met het onorthodoxe levensritme van zijn aangenomen zoon. Preston verbleef steeds een halfjaar bij hem in Chicago, om daarna als kleine bohemien de overige zes maanden door Europa te reizen.

Het lijkt aannemelijk dat zo’n levenswandel sporen achterlaat in iemands oeuvre. Hij zei altijd dat hij omgeven was door cultuur”, vertelt actrice en vriendin Frances Ramsden in de documentaire Preston Sturges: The Rise and Fall of an American Dreamer. “En dat hij daar een hekel aan had.” Sturges beweerde tegen haar dat hij nooit klassieke muziek opzette of een ballet bezocht. “Ik rende weg van cultuur.”, zou hij hebben gezegd. Ramsden glimlacht. “Maar het is aanwezig als je zijn films ziet, je ziet het terug in dialogen in sommige van zijn films en de grote verscheidenheid van dingen die hij daarin aansneed. Daaruit krijgt je toch wel het idee dat hij niet van de straat is.”

Sturges op zijn beurt is weer een inspiratiebron voor anderen, onder wie fans als de gebroeders Coen, Quentin Tarantino en Wes Anderson. Zijn invloed is nog op vele manieren terug te vinden, zelfs in recente films. Vijf ervan lichten we hier uit.

1. Herhaling en vaart

Preston Sturges startte met schrijven in een ziekenhuisbed. Wachtend op een blindedarmoperatie kreeg hij een inval en vroeg zijn vader om boeken over toneelschrijven te kopen. Een van de titels die Solomon Sturges meenam was A Study of the Drama, geschreven door academicus Brander Matthews. Een boek waarvan Sturges bewees dat het hem alles leerde wat hij nodig had. Hij begon te schrijven en niet zonder resultaat. Veel van zijn stukken bereikten Broadway. Het schrijven van dialogen was een van zijn specialiteiten. Naar verluidt vloeide de tekst van zijn theaterhit Strictly Dishonorable (1931) voort uit twee terloops opgekrabbelde zinnetjes: “What are your intentions?” en “Strictly dishonorable”.

Sturges grossierde in dit soort gevatte vraag antwoord-spelletjes. Hij wist zijn taalgevoel later in filmscenario’s te verfijnen. Zijn beste dialogen kernmerken zich door twee elementen: herhaling en vaart. Sturges varieerde soms eindeloos op één woord of idee. In de film Unfaithfully yours zegt een bewonderaar tegen een beroemde dirigent: “There’s nobody who handles Handel like you handle Handel.” Dit voortborduren op een idee kon eindeloos door blijven gaan. Sturges zocht bij het schrijven naar ‘the hook’: “Een woord of een idee dat door het ene personage wordt uitgesproken en dat het volgende personage iets geeft om aan vast te houden in een reactie.”

Soms gaf zo’n haakje een personage de kans om van gezichtspunt te wisselen. Een goed voorbeeld hiervan is te beluisteren in Sullivan’s Travels. Deze komedie gaat over een regisseur van komedies, die de roeping voelt om nu eens een serieuze film te maken. O, Brother where art thou, moet zijn magnum opus gaan heten (inderdaad, die titel is later geadopteerd door de Coen-broers). Dit drama moet gaan over de problemen van arme mensen. Zijn onwillige producenten laten doorschemeren dat hij voor serieuze kost volledig ongeschikt is. Een van hen benadrukt dat ze hem aanvankelijk vijfhonderd dollar per werk betaalden. “En zevenhonderdvijftig toen je vierentwintig was”, vult een ander aan. “Duizend toen je zesentwintig was.” “Toen ik zelf zesentwintig was kreeg ik slechts achttien”, wrijft een andere producent hem in. En zo gaat het eindeloos door, totdat een producent verzucht:  “Ik geloof dat jullie me proberen te vertellen dat ik niet weet hoe het is om in de problemen te zitten. Op een prettige manier.”

Sturges geeft de zinnen vaart door ze kort te houden en ze ook nog eens razendsnel uit te laten spreken. Dat was destijds niet ongebruikelijk in komedies, maar juist in combinatie met herhaling ontstaat een meeslepend ritme. Het lokt de acteurs uit tot energiek spel, dat aantrekkelijk is om naar te kijken. Zo wordt verbaliteit opeens visueel. In dit soort soepele dialogen kun je bovendien veel exposé en karaktertekening kwijt.

Inmiddels is het een beproefde methode, die je onder anderen terugvindt bij Sturges-fan Quentin Tarantino. In Pulp Fiction hangt hij bijvoorbeeld een ellenlange dialoog op aan het begrip voetmassage. “Het was een voetmassage, een voetmassage is niets, ik geef mijn moeder een voetmassage”, etc. etc. Klinkt als Sturges toch?

2. Goedgekozen namen

In het recente Astroid City van Wes Anderson lopen personages rond met namen als Schubert Green, Augie Steenbeek en Salzburg Keitel. Het magazine Little white Lies vroeg hem naar zijn namenbeleid. Anderson vond het nog wel meevallen. “In een film van Preston Sturges gaan ze nog veel verder. Daar is echt iedere naam een grap.”

The Lady Eve

Dat is wat overdreven, maar het is waar dat Sturges vaak koos voor buitenissige namen. Dat was in de jaren dertig en veertig overigens niet ongebruikelijk: de personages van komiek WC Fields hadden namen als Elmer Prettywillie. Ook Sturges bezondigde zich wel aan dubbelzinnigheden. Zo heet de heldin van zijn The Miracle of Morgan Creek Gertrude Kockenlocker. Maar hij zocht wel naar de balans. Tegenover iedere Bildocker, Hillbeiner of Dibblebock plaatste Sturges een Mac Donald, Parker of Murphy.  Namen zeiden vaak iets over de afkomst of positie van de personages. Een naam met veel lettergrepen voor een dikdoenerige directeur en een Ierse of Joodse naam voor de working class.

Sturges dacht er goed over na. De hoofdpersoon in zijn film Unfaithfully yours is de arrogante dirigent Sir Alfred de Carter (Rex Harrison). Het personage was enigszins gebaseerd op de Brit Thomas Beecham. De grootvader van deze destijds beroemde dirigent was de uitvinder van Beecham’s Pills, een bekend laxeermiddel. Sturges noemde zijn personage naar een ander medicijn Carters Little Liver Pills, eveneens goed voor de stoelgang.

3. Voice-over heeft voordelen

In 1931 verscheen het door Sturges geschreven The Power and the Glory in de bioscoopzalen, geregisseerd door William K. Howard. Hiervan wordt wel eens beweerd dat het de eerste film was die voice-over inzette als vertelmiddel. Een wat lastig te checken claim, omdat er in de eerste jaren van geluidsfilm veel werd geëxperimenteerd. Maar de vertelstructuur van The Power and the Glory was zeker voor die tijd zeer opvallend. De film opent met de begrafenis van spoorwegbaas Tom Garner. Een bezoeker staat op. Dit is Henry, een trouwe vriend van Garner. Bij thuiskomt voelt hij zich nog wat bedrukt. Henry’s vrouw kan Garner echter missen als kiespijn. Henry probeert begrip te kweken voor de overledene. Hij begint het levensverhaal van Garner te schetsen. Het publiek wordt meegenomen door de tijd. De gebeurtenissen in deze raamvertelling zijn niet chronologisch.

Sturges baseerde Tom Garner op de overgrootvader van zijn toenmalige vrouw Eleanor, CW Post. Deze maakte fortuin met de productie van levensmiddelen, zoals ontbijtgranen. Eleanor vertelde allerlei anekdotes kriskras door elkaar. Sturges merkte dat het gebrek aan chronologie de verhalen niet minder boeiend maakte, integendeel, soms kwamen ze daardoor juist beter uit de verf. Als bindmiddel gebruikte hij de vertelstem van Henry.

Deze manier van vertellen was destijds nog zo gedurfd dat de afdeling publiciteit het procedé voorzag van een lekkere pompeuze term: narratage. “Het was noch een stomme film, noch een geluidsfilm”, vond Sturges. “Maar eerder een combinatie van beide. Het combineerde de visuele actie van een stille film, het geluid van de vertelstem en de verhalende economie en de rijke karakteriseringen van een roman.” De New York Times vond de raamvertelling in 1933 nog “interessant als nieuwigheid en bij uitstek geschikt voor dit specifieke verhaal.” Maar het was nog maar ”de vraag of het net zo succesvol zal blijken bij andere producties.” Wel dus. Volgens sommige bronnen was The Power and the Glory van zelfs een invloed op een andere a-chronologisch biografie: Citizen Kane (1941) .

4. Een regisserende schrijver

In veel publicaties wordt gesuggereerd dat Preston Sturges de eerste schrijver-regisseur was.. Zijn zoon Tom werkte zelfs mee aan een boek over zijn vader onder de titel: Preston Sturges: The last Years of Hollywoods First-Writer Director. Dit is een hardnekkige mythe. Buster Keaton en Charles Chaplin regisseerden al hun eigen films. Ook in Europa was het niet ongebruikelijk.

Wel is het zo dat in het studiosysteem waarin Sturges werkte, de disciplines strikter waren gescheiden. Het succesvolle schrijfduo Ben Hecht en Charles MacArther kreeg de kans om te regisseren, maar oogstte nauwelijks succes. Robert Riskin, huisschrijver voor regisseur Frank Capra, mislukte ook in de regisseursstoel. Sturges, die zo nauwgezet schreef dat hij min of meer regisseerde op papier, zat als scenarist aan zijn plafond. Hij was vaak ontevreden over de verfilmingen van zijn werk. Sturges moest en zou regisseren. Hij speelde het hoog. Zijn nieuwe scenario The great McGinty verkocht hij voor een dollar (volgens sommige bronnen 10 dollar) aan Paramount als hij de film zelf mocht regisseren.

Unfaithfully yours

Ze gunden het hem. Preston Sturges voelde zich op de set als een vis in het water. En dat niet alleen: The great McGinty deed in 1940 goede zaken aan de kassa. Vanaf dat moment begon er van alles te veranderen. Filmhistoricus Tom Stempel omschrijft de periode die volgde als ‘The flood’. Door het succes van Sturges zette hij de deuren wagenwijd open voor andere schrijvers-regisseurs, John Huston volgde, net als Billy Wilder, Joseph L. Mankiewicz en vele, vele anderen.

5. Controleer de chaos

De films van Sturges zijn vaak onvoorspelbaar, ontsporen weleens en hebben soms bizarre ontknopingen. Maar niets is wat het lijkt: de chaos wordt strak gecontroleerd.

De meeste van zijn scenario’s zijn in boekvorm uitgegeven en wie ze leest, ziet dat ze veel concreter zijn opgebouwd dan dat ze op het doek overkomen. Sturges schiet niet zomaar van scène naar scène, maar deelt zijn scenario’s strak op in sequenties. Die duidt hij allemaal aan met een letter, bijvoorbeeld A tot en met F. Hierin worden scènes die samen een eenheid vormen op een hechte manier gegroepeerd. Je kunt hierdoor helder zien hoe de gekte in de plots stapje voor stapje wordt opgebouwd. De introductie van allesbepalende plotwendingen verloopt vaak terloops. In Christmas in July (1940)stuurt de naïeve Jimmy een hele beroerde slagzin in voor een wedstrijd. Hij hoopt veel geld te winnen. Enkele van zijn collega’s willen een geintje met hem uithalen en sturen hem een neptelegram waarin hij uitgeroepen wordt tot winnaar. Deze practical joke krijgt wel aandacht, maar het verhaal lijkt op dat moment vooral te gaan over de liefde tussen Jimmy en zijn vriendin Ellen, totdat hij het telegram leest en hij de boodschap gelooft. En hij niet alleen. Mensen zien ineens kwaliteiten in zijn slechte slogan. Het neptelegram ontketent een hele rits misverstanden. Juist door de wending niet al te vet aan te zetten, voelen de gevolgen groot aan.

Ook in The Sin of Harold Dibblebock (1947) begint de gekte met iets kleins. In deze film wordt het titelpersonage, de laatste filmrol van komiek Harold Lloyd, ontslagen. Hij sjokt een bar binnen en bestelt voor de eerste keer in zijn leven alcohol. Als hij de volgende ochtend ontwaakt, weet hij niks meer. Maar hij is tot zijn verbazing wel directeur van een circus. En o ja, hij is ook nog eens getrouwd. Weer een terloopse wending met grote gevolgen. De film was destijds een grote flop. Sturges was eind jaren veertig niet meer de wonderboy van weleer. Maar ook Dibblebock is niet zonder invloed. In 2009 ziet Tom Sturges The Hangover. Ook een film waarin de hoofdpersonen zich door de drank niets meer herinneren van de avond ervoor. Een ervan blijkt opeens te zijn gerouwd. Frappant: de kersverse circusdirecteur Dibblebock heeft een leeuw in zijn huis, de mannen in The Hangover staan bij het ontwaken oog in oog met een tijger. Toeval? Een reactie van de The Hangover-schrijvers blijft uit. Tom Sturges maakt zich niet kwaad en ziet The Hangover als een tweelingzus van Dibblebock. Waarom ook niet? Dat ook succesfilms uit onze eeuw nog sterk lijken op het werk van Sturges, onderstreept zijn blijvende invloed.

Wat zoek je?