Serie te koop!
Met de komst van streamingplatforms zijn er meer loketten dan ooit waar makers en producenten terecht kunnen om hun idee voor een serie of film te verkopen. Des te meer kans om dat gedroomde project eindelijk gerealiseerd te krijgen, zou je denken. Maar is dat ook zo?
Nu producenten, scenaristen en andere creatieven de weg naar deze partijen massaal gevonden hebben, is de aanwas van nieuwe film- en serie-ideeën (oftewel: pitches) groter dan ooit en is de concurrentie onder makers de afgelopen jaren eerder groter dan kleiner geworden. Hoe kijken scenaristen en producenten tegen deze ontwikkeling aan, wat zijn de voorwaarden waar een succesvolle pitch aan moet voldoen en is het eigenlijk nog wel mogelijk om een project verkocht te krijgen op basis van een goed idee alleen?
“Ik zat in voorbereiding op dit belletje even door mijn oude pitches te bladeren en besefte dat geen van de plannen die ik de afgelopen tien jaar heb ontwikkeld, is doorgegaan. Best wel deprimerend eigenlijk!”, zegt Martijn Smits lachend als ik hem bel om te praten over zijn ervaringen met pitchen. Martijn Smits is scenarist en regisseur van films en series als Superjuffie (2018), Mees Kees: de Serie (2017-2018), Mees Kees in de Wolken (2019) en De allergrootste Slijmfilm (2022). De schrijver en regisseur heeft de afgelopen jaren amper stilgezeten: “Ik mag films maken, dus daar ben ik hartstikke blij mee”, maar eigen werk van de grond krijgen is een ander verhaal. En dat terwijl zijn carrière tien jaar geleden in een stroomversnelling kwam door een komedieserie die hij zelf ontwikkelde samen met collega-regisseur Erwin van den Eshof en die het duo uiteindelijk maakte voor Comedy Central: Popoz (2013-2014).
“Het idee was om een serie te maken over twee verveelde politieagenten die er alles aan doen om actie in hun leven te krijgen en zo hun werk wat op te vrolijken.” Ze pitchten het plan samen met een aantal andere ideeën aan Kaja Wolffers, destijds creative director bij NL Film, maar Popoz sprong eruit. “Hij vond het origineel en omdat het sterk leunde op verbale humor was het bovendien vrij goedkoop te produceren, dat sprak hem ook aan.”
Het duo besloot niet te wachten tot iemand ze groen licht gaf. Met de interesse van NL Film op zak besloten de twee een korte pilotaflevering te maken in eigen beheer met een cast en crew die belangeloos meewerkten, met de insteek dat zij betrokken zouden zijn bij de serie als de pilot een succes was. De pilot gaf de twee makers een kans om te laten zien wat de look van de serie ging worden en wat de toon zou zijn. Dat was cruciaal vonden ze, “omdat komedie moeilijk te vatten is op papier. Het leek ons veel leuker om acteurs de grappen te laten spelen.” Bovendien waren de makers ervan doordrongen dat de mogelijkheden om het plan gerealiseerd te krijgen beperkt waren. “Dit is vóór de dagen van streamers, dus er waren eigenlijk maar twee partijen waar je met een komedieserie naartoe kon. Dat waren Comedy Central en BNNVARA. We zijn als eerste naar Comedy Central gegaan en die zeiden na het zien van de pilot meteen ‘ja’.”
Groei platforms stagneert
Inmiddels ziet de wereld er heel anders uit. In aanvulling op de klassieke lineaire zenders zijn er de afgelopen jaren in rap tempo streamingdiensten als Videoland, Netflix, Amazon en Viaplay bijgekomen; platforms die de Nederlandse markt bestormden met vernieuwende internationale series en films en de belofte om ook de Nederlandse filmwereld te veranderen. Tarik Traidia, creative director bij NewBe, kan zich nog goed de presentaties herinneren die de grote streamers in 2021 gaven bij Series Mania, het gerenommeerde seriefestival in Lille: “Daar was toen echt een hosanna-stemming, met overweldigende trailers van alles wat ze gingen maken en al gemaakt hadden en wat er in de pijplijn zat. We zaten toen vol in coronatijd en de vraag naar content was enorm, iedereen was tegen elkaar op aan het concurreren. Flash forward naar twee jaar later en die boodschap is 180 graden omgedraaid. De groei van veel platforms is aan het stagneren en streamingdiensten zijn nu aan het evalueren waar ze staan. Vele maken nu eerst de titels die ze de afgelopen jaren besteld of ontwikkeld hebben, voor ze weer iets nieuws aannemen.”
De boodschap van een aantal jaar geleden werkt echter nog steeds door. Makers en producenten hebben de afgelopen jaren massaal de weg naar streamers weten te vinden en er wordt meer gepitcht dan ooit: “Er is echt een soort van tsunami van pitches tegenwoordig. Iedereen is aan het pitchen”, aldus Smits. En dus rijst de vraag: is het de laatste jaren eigenlijk makkelijker of moeilijker geworden om een film of serie te verkopen?
Iedereen wil aanvangsbelangstelling, zonder dat krijg je bijna niks meer verkocht
“Ik zou zeggen dat het moeilijker is”, aldus Annemieke van Vliet, producent en oprichter van Fiction Valley. “Er zijn weliswaar meer loketten waar je terecht kan, maar vroeger kon je op een pitchdocument een serie verkopen. Dat is niet meer zo. Tegenwoordig ben je al heel blij als je een aflevering en een bijbel mag schrijven. De ontwikkeltrajecten duren tegenwoordig veel langer, voordat je eindelijk weet of je iets mag maken.” Het bedrijf scoorde de afgelopen jaren met hits als Mocro Maffia (2018-), Sihame (2022) en Sleepers (2022-). Van Vliet is trots op de successen die Fiction Valley de afgelopen jaren heeft gekend, maar ziet ook dat het grote aanbod van serie- en filmplannen ertoe heeft geleid dat streamers en omroepen op safe zijn gaan spelen.
“Iedereen wil aanvangsbelangstelling, zonder dat krijg je bijna niks meer verkocht.” Met aanvangsbelangstelling doelt Van Vliet op de elementen die ervoor zorgen dat een publiek bij voorbaat al geïnteresseerd is: een bestsellerboek, een bekende acteur die aan het project is verbonden, of een scenarist die net twee hitseries gemaakt heeft. Ze moet dan ook hard graven om twee titels te bedenken die het bedrijf verkocht heeft zónder deze verkoopelementen: AAP (2022), een jeugdserie die het productiebedrijf voor Zapp maakte, en een nieuw project dat momenteel gerealiseerd wordt voor omroep Max. Maar laten dit nu net twee kanalen zijn die beide een heel duidelijke doelgroep hebben (respectievelijk kinderen en oudere kijkers) en deze ook goed weten te bereiken. Met andere woorden, de zenders zijn al een betrouwbaar merk, met een eigen signatuur.
Traidia ziet dezelfde ontwikkeling: “‘Gebaseerd op deze bestseller’, ‘Van de makers van deze en deze film’. Dat zijn de marketinghaakjes waar streamers continu naar op zoek zijn.” Een trend die niet alleen in Nederland gaande is, maar ook internationaal. NewBe maakte vorig jaar naam door de reboot van Heartbreak High (2022-) te initiëren en fungeerde uiteindelijk als coproducent van de internationale Netflix-serie. Het is het type project waar iedereen momenteel naar op zoek is. “Bestaand IP (kort voor intellectual property), waarvan je van tevoren al weet dat er kijkers voor klaar zullen zitten.” Niet zo gek als je bedenkt wat deze afnemers uiteindelijk willen bereiken: zoveel mogelijk abonnees aan zich binden. Paula van der Oest, bekend als regisseur van films als Black Butterflies (2011), Lucia de B (2014) en Tonio (2016) en tegenwoordig ook producent, kijkt hier dan ook niet van op: “Er zijn natuurlijk economische belangen die spelen. Netflix moet gewoon scoren met series.”
Toen die streamers net begonnen leek hun hele businessmodel gebaseerd te zijn op het maken van edgy titels en het nemen van risico’s, maar dat lopen ze nu weer actief te ondergraven
“Partijen moeten heel veel geld voor een serie betalen, dus ik snap wel dat ze zeker willen weten dat mensen gaan kijken. Het aanbod is zo groot, ook qua Amerikaanse series, dan moet je echt wel met iets komen”, zegt Van Vliet. De focus op bekende titels van gerenommeerde makers heeft er echter ook toe geleid dat het voor individuele makers steeds moeilijker is geworden om iets van de grond te krijgen puur op basis van de kwaliteit van het idee. Van Vliet betreurt het dat streamers en omroepen niet zoveel risico nemen en ze zou willen dat er meer ruimte was om series te maken die volledig out of the box zijn: “De voorwaarde is dan wel dat je als maker in staat bent om het voor weinig geld te maken, zodat er geen enorme risico’s genomen worden. Dat zou ik graag zien, dat daar ruimte voor is.”
“Als je het niet probeert, zul je nooit weten of het wat wordt”, aldus Bert Bouma, scenarist van onder andere De Veroordeling (2021), Heer en Meester (2012-2016) en Flikken Maastricht (2011-2023). Hij had gehoopt dat de komst van streamers zou leiden tot meer artistieke vrijheid en grotere risico’s in de keuze van projecten: “Toen die streamers net begonnen leek hun hele businessmodel gebaseerd te zijn op het maken van edgy titels en het nemen van risico’s, maar dat lopen ze nu weer actief te ondergraven.” Volgens Traidia is het vooral te wijten aan het feit dat Nederland een klein taalgebied is: “Op internationale schaal kun je risico’s nemen, of een serie maken voor een bepaalde niche, maar in Nederland kan dat gewoon niet, daar is de markt te klein voor.”
‘Dit lijkt me leuk’
Van der Oest is hoopvoller. Zij ziet dat er nog steeds een bereidheid is om risico’s te nemen: “Streamers zoeken echt naar filmmakers met een eigen toon, naar originaliteit. Zij willen de projecten maken die ons allemaal inspireren, zoals Fleabag (2016-2019) of Succession (2018-2023); series met een duidelijk idee, een duidelijke thematiek, aansprekende karakters.”
Wat betreft van der Oest hebben makers nog steeds alle kans van slagen, ook als ze niet een bekende acteur aan zich verbonden hebben of al zelf een reputatie hebben opgebouwd: “Iedereen zoekt naar hét te gekke idee waarmee ze kunnen scoren. Dat kan van alle kanten komen, maar je moet wel goed nadenken over wat je wilt vertellen, welk genre het is, wat de vorm is. Je moet kunnen vertellen waarom het zo nodig gemaakt moet worden. Als je dat zelf al niet voor 100% weet, dan komt het er zeker niet door.” Een idee goed uitwerken vergt tijd en aandacht, aldus van der Oest: “En dat is moeilijk, omdat er in die fase niet veel geld is”.
Die investering kun je niet altijd maken, weet ook Martijn Smits: “Toen we de pilotaflevering voor Popoz maakten, hadden Erwin en ik het niet zo druk, dus dat we besloten om de aflevering zelf te maken was vooral uit wanhoop geboren. Na Popoz kregen we het allebei heel druk.” Vandaar dat Smits bij latere pitches niet weer een proefaflevering maakte: “Ik heb wel wat scripts klaarliggen voor pilots of scènes die ik had willen draaien om een pitch te versterken, maar het is er gewoon niet van gekomen, enerzijds omdat ik het zelf te druk had, maar ook omdat ik me bezwaard voelde om nog eens een gunst te vragen van cast- en crewleden. Er wordt nu namelijk zoveel wordt gepitcht, dat de kans klein is dat zo’n pilot weer iets oplevert.”
Spagaat
Het is de spagaat waar menig maker zich tegenwoordig in bevindt: ga je echt alles op alles zetten om een serie- of filmplan tot in de puntjes uit te werken, als je niet eens zeker weet of het met aandacht gelezen wordt en het onduidelijk is op welke criteria een plan precies beoordeeld wordt? “Kijk, de verkoop is natuurlijk de taak van de producent, dus het is logisch dat zij het contact hebben met omroepen en streamers, maar ik vind het moeilijk om in te schatten hoeveel aandacht er is voor de pitch die ik schrijf. Ik krijg toch vaak het gevoel dat producenten met een koffertje met ideeën langs de streamers gaan en kijken wat goed valt en wat niet”, aldus Bert Bouma.
Traidia nuanceert dit: “Soms kiezen we ervoor om ideeën die nog niet volledig uitgewerkt zijn tegen een omroep of streamer aan te houden, maar om een project uiteindelijk van de grond te krijgen als producent, moet je er echt gas achter zetten. Dat kan betekenen dat je een commissioner op een borrel aanspreekt om eens een balletje op te gooien om een volgende keer meer in de diepte te treden, maar het kan ook betekenen dat je alvast een writers’ room moet preparen of regie aan een project moet verbinden. Dat zijn allemaal dingen die je moet doen om een pitch succesvol te maken.” Met andere woorden: ook voor een producent gaat er veel tijd en aandacht in pitches zitten.
Van Vliet: “We zijn geen autoverkopers. Ik zal nooit zomaar een paar projecten ergens naartoe sturen. Je moet echt goed denken bij wie je een project wilt neerleggen en waarom. Ik kan er daarom ook niet zo goed tegen als een klant ‘nee’ zegt, want ik heb zelf al bedacht dat iets een goede match is. Als ik het er niet mee eens ben, kan ik best pushy zijn.”
Ik zou heel graag zelf met de partijen aan tafel zitten die groen licht geven, dus dat ik als maker mijn pitch mondeling mag versterken en te horen krijg waarom ze het wel of niet willen maken
Wat betreft Smits zou de industrie gebaat zijn bij meer transparantie en direct contact tussen makers en omroepen dan wel streamers: “Ik zou heel graag zelf met de partijen aan tafel zitten die groen licht geven, dus dat ik als maker mijn pitch mondeling mag versterken en te horen krijg waarom ze het wel of niet willen maken. Dat gebeurt nu niet en dat vind ik jammer.” Hij denkt dat het voor makers goed is om te horen waarom een project wel of niet gemaakt wordt en waar streamers en omroepen eigenlijk naar op zoek zijn: “Het zou mij inspireren als ik wist wat ze zoeken en wat niet.”
Van Vliet is er een groot voorstander van om schrijvers nauw te betrekken bij het pitchen van hun project: “Als een schrijver met een idee komt, moet die altijd mee, vind ik. Want niemand kan het zo goed vertellen als de schrijver zelf.” Van der Oest ziet dit steeds vaker gebeuren: “Ik vind het een goede zaak dat makers tegenwoordig zelf naar een omroep of streamer kunnen stappen en een producent in de arm nemen als ze een project verkocht hebben. Dat vind ik eigenlijk wel een interessante volgorde.”
Maar zelfs als makers vaker in contact treden met de partijen die hun projecten kunnen aankopen, blijft één ding overeind: de meeste projecten die worden gepitcht, zullen nooit het daglicht zien. Van der Oest: “Er gaat maar iets van een op de twintig plannen door, dus je moet wel een lange adem hebben, als maker en als producent. Als iets wordt afgewezen, betekent het ook niet dat het een slecht idee is, maar meestal dat het niet past, of dat er al een project in ontwikkeling is wat erop lijkt.” Smits: “Afwijzingen horen er gewoon bij en daar heb ik ook wel een dikke huid van gekregen door de jaren heen. Het is niet persoonlijk, iedereen wil gewoon toffe dingen maken en niemand weet precies wat gaat werken. Als we dat wel zouden weten, dan zouden er alleen maar succesvolle series en films gemaakt worden.”
Dus waarom blijven makers toch continu plannen bedenken als de kans om iets gerealiseerd te krijgen zo klein is? Smits: “Het feit dat ik dit al tien jaar doe, blijkt dat de lol er niet vanaf is. Gisteravond nog zat ik op de bank en kreeg ik ineens een idee. Toen ben ik gaan schrijven en er wat afbeeldingen bij gaan zoeken en voor ik het wist had ik weer een nieuw idee klaarliggen. Als je in dit vak zit, wil je gewoon dingen bedenken waar je enthousiast van wordt. Dat proces stopt bij mij nooit.”