Série Series; the European Series Summit
Voor de vijfde keer werd dit jaar het driedaags festival Série Series gehouden in Fontainebleau, een lommerrijk stadje drie kwartier treinen bij Parijs vandaan. Ik was er nog nooit geweest, maar vanwege het feit dat ik leef van het schrijven van series werd het de hoogste tijd. Om het allemaal nog leuker te maken, reisde ik met goede vriend en collega Rogier Proper, en besloten we een plan mee te nemen waarmee we in Nederland tegen een muur aan zijn gelopen. Wie weet wat voor contacten we nog leggen.
Het festival is voor een deel vrij toegankelijk, maar iedereen die het festival professioneel bezoekt, heeft zich van te voren aangemeld en een pas gekocht. De kosten lopen uiteen, schrijvers krijgen korting (dit jaar was het € 219, het volle bedrag is € 450), diners, borrels en eindfeest zijn allemaal inbegrepen, maar je slaapplaats moet je zelf regelen. Vanaf het moment dat je je hebt aanmeldt, kun je beginnen met netwerken. Je kunt gesprekken aanvragen met andere deelnemers, die vervolgens door de organisatie in een schema worden gezet. Zo zijn er tijdens het hele festival speeddatesessies waarin je je idee kunt pitchen, een buitenlandse collega scenarist kunt ontmoeten of op zoek kunt naar een coproducent. De hele dag door zijn er viewings, discussies en masterclasses op twee locatie: het festivaltheater en cinema Paradis, een Pathé-achtige setting op een half uur lopen langs indrukwekkende kasteeltuinen, maar ook te bereiken met een pendeldienst, kleine busjes waarin je ook weer kunt netwerken.
Nog steeds booming
Sahar Bahery is de eerste spreker op het festival en haar uiteenzetting over de ontwikkelingen van dramaseries zet direct de toon. Bahery doet onderzoek naar wereldwijde content strategy en ze vertelt dat series nog steeds booming zijn. De vraag naar fictie stijgt, en het grootste deel van die vraag betreft series, veel meer dan film. De meest populaire genres zijn crime en drama, maar er zijn ook nieuwe trends die inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, wereldnieuws en politiek. Zo zijn series over het leger, oorlog, ingewikkelde gezinssamenstellingen, de mafia, en de gevolgen van de financiële crisis ‘hot’. Ook historisch drama en biopics doen het goed. En hoewel er nog steeds veel wordt geremaked, overheerst de vraag naar origineel drama en raakt een steeds groter publiek gewend aan ondertiteling. Opvallend is dat de vraag naar Amerikaans drama afneemt, terwijl de interesse in herkenbare verhalen uit de eigen cultuur en regio toeneemt. Alle ogen hier zijn op Europa gericht en terecht, er is veel moois te zien.
Met de overvloedige vraag en dito productie wordt de kwaliteit van series steeds belangrijker. De concurrentie is groot, commerciële kanalen zijn overal bezig aan een opmars en weten dat series consumenten trekken. Als je gezien wilt worden moet je niet alleen met een ontzettend goed verhaal en script komen, de production value is minstens zo belangrijk. Dat leidt tot kopzorgen bij de producenten, want overal blijven de budgetten achter en steeds vaker moet gecoproduceerd worden om de financiën rond te krijgen. In de serie Valkyrien (Noorwegen, idee & scenario Thomas Seeberg Torjussen; scenario & regie Erik Richter Strand), waarvan de eerste aflevering op de openingsavond in première ging, zit zelfs geld van een distributeur die ervan overtuigd is dat het een nieuwe Scandinavische hit wordt die de wereld over gaat reizen.
Voet tussen de deur
Hoe groter het budget, hoe groter de belangen en hoe groter de druk op schrijvers. Series maken is serious business en als onervaren scenarist krijg je nergens een voet tussen de deur van een writersroom. Tot grote ergernis van scenaristen die net van een academie komen. Maar volgens de Zweedse producent Lars Blomgren van Filmlance Int. AB (een poot van Endemol Shine) kan een producent met een schrijversteam geen enkel risico nemen. Het moet goed worden, en het moet op tijd af en vooral dat laatste, werken onder grote tijdsdruk, is voor onervaren schrijvers vaak lastig.
Blomgren geeft een lezing over de Deens/Zweedse serie Broen (Deens) of Bron (Zweeds), het origineel van The Bridge, en de manier waarop het thema in de serie, een slachtoffer van een moord dat wordt gevonden op de grens van twee landen waardoor rechercheurs uit beide landen moeten samenwerken, wordt vormgegeven in de verschillende remakes.
Blomgren klaagt over een gebrek aan goede en ervaren schrijvers, een geluid dat we wel vaker horen. De schrijvers die een grote serie aan kunnen, zijn volgens Blomgren ook te vaak bezig zijn met artistieke producten voor een klein publiek, of met projecten die helemaal niet gemaakt worden. Daarnaast ziet hij het feit dat zenders schrijvers eindeloos laten wachten op groen of rood licht voor hun project als nodeloze verspilling. Tijdens die wachttijd willen en kunnen schrijvers zich niet committeren aan andere grote projecten.
Schrijven voor het web
Maar hoe word je een ervaren schrijver als je de kans niet krijgt om in een writersroom mee te draaien? In sommige Scandinavische landen krijgen onervaren schrijvers de mogelijkheid om te beginnen op series met afleveringen van tien minuten die niet voor de public broadcaster wordt gemaakt, maar voor het web. En dat leidt af en toe tot een groot succes, zoals de series Shame en Hashtag.
Shame werd gemaakt in opdracht van NRK, de Noorse omroep. Die wilde de jonge kijker terug naar de zender. Julie Andem, die de serie schreef en regisseerde, deed eerst uitgebreid research naar het leven van de doelgroep. Wat houdt ze bezig? Hoe communiceren ze met elkaar? Ze concludeerde al snel dat het een misvatting is te denken dat de doelgroep ooit nog tv gaat kijken en besloot de groep te bereiken op een andere manier. De research bracht haar op een idee voor de rode draad van het verhaal de serie: adolescente meisjes in hun soms onzekere middelbare schoolperiode laten zien dat ze groeien door hun angsten onder ogen te zien en er iets mee te doen. Ze maakte outlines waarmee al kon worden geproduceerd. Het script werd pas op het laatste moment geschreven.
In de serie wordt gebruik gemaakt van social media en het web, de gecaste personages hebben instagramprofielen en posten foto’s en video’s van hun leven op en buiten school, geheel in het schema van de scholieren (dus geen posts tijdens lesuren, maar in de pauzes). Iedere dag gaat een deel van het verhaal online en aan het eind van de week wordt alles aan elkaar gesmeed tot een aflevering. De promotie van de serie werd onder meer gedaan door iedereen die voor een casting was geweest een promo te sturen. Inmiddels weet 98% van de Noren wat Shame is. Het productieteam is klein, de kosten zijn laag. Voor één miljoen euro worden twaalf afleveringen gemaakt. Shame is indrukwekkend drama dat bovenop de tijdgeest zit van de doelgroep.
Zo ook het Zweedse Hashtag, geïnspireerd op een instagramrel op een Zweedse middelbare school in 2012. Jessica Jankert en Lovisa Löwhagen zijn de jonge scenaristen. Zij hopen dat ze na het succes van Hashtag door kunnen stromen naar 50-minuten drama.
New Formats
Shame en Hashtag vallen op het festival onder de noemer ‘new format’. Er is ook veel ‘work in progress’ te zien. Waaronder: de zevendelige Belgische serie Tytgat Chocolat, over een chocoladefabriek waar mensen met een verstandelijke handicap werken; de zevendelige Noorse serie Monster, over het onderzoek naar een moord op het meest noordelijke puntje van Europa; het zesdelige Italiaanse Rocco Schiavone, over een onaangepaste politieman; het achtdelige Britse drama The Collection over mode; het Zweedse Farang, acht delen over een voormalig crimineel die in Thailand in een getuigenbeschermingsproject zit en wordt opgezocht door zijn vijftienjarige dochter; en het Franse Guyana, een achtdelige serie over een Franse student geologie die op zoek gaat naar goud in Frans Guyana. Vooral op die laatste kan ik nauwelijks wachten. Net zoals op het Deense The Day will come, over een jongensinternaat eind jaren zestig. De eerste aflevering is veelbelovend, hoewel niet vernieuwend of verrassend qua vertelling – we weten inmiddels allemaal van de misstanden in internaten – maar geweldig geacteerd en prachtig gemaakt.
Nederlandse makers
Op het hele festival is deze vijfde editie geen enkele Nederlandse productie te zien. Niets in de categorie work in progress, nieuw format, of vers uit de montagekamer. Hoewel Mylène Verdurmen van AVRO/TROS regelmatig te vinden is in de speeddatehal, op zoek naar co-producenten voor één van de vele projecten die voor AVRO/TROS ontwikkeld worden. En ook Marina Blok van de NTR is aanwezig en Myriam van Lier van het Mediafonds. Maar naast Rogier Proper en mijzelf is Jacqueline Epskamp de enige Nederlandse schrijver die het festival bezoekt. Jacqueline wil volgend jaar zeker weer gaan. Ze vindt het heel inspirerend en het valt haar op met hoeveel zelfbewustzijn scenaristen uit andere landen zich presenteren. En daar heeft ze een punt. In alle Europese landen worden schrijvers van grote series op handen gedragen. Ze spelen een centrale rol in het hele ontwikkelingsproces.
Als ik Klaus Lintschinger, producent, schrijver en hoofd tv-series bij de Austrian Broadcast Corporation, vertel dat in Nederland makers maar zelden in contact komen met de netmanagers, die beslissen wat er op de publieke tv komt, kan hij dat nauwelijks geloven. Ook in Oostenrijk onderkent men het belang van schrijvers bij het maken van series. Dat hoorden we al tijdens de serie-dag op het Nederlands filmfestival 2015 bij een preview van Altes Geld, een miniserie over een kwaadaardige miljonair die een levertransplantatie wil en daarmee een oorlog ontketent tussen zijn kinderen, die azen op de erfenis. Schrijver/regisseur David Schalko kreeg veel vrijheid en dat leverde een eigenzinnige productie op. Helaas deed de serie het op tv minder goed dan gehoopt. Volgens Lintschinger een gevolg van de veranderde manier van kijken. Het publiek raakt gewend aan bingekijken. Een wekelijks uitgezonden serie vereist inmiddels een heel andere aanpak.
’s Avonds, als we gezamenlijk over het door kaarsjes verlichte grindpad naar het chateau wandelen, waar de tafels al zijn gedekt, realiseer ik me hoe belangrijk het is om het moment te pakken nu alle ogen op Europa zijn gericht. Ik hoop van harte dat Nederland tijdens de volgende editie beter vertegenwoordigd is. Het plan van Rogier Proper en mij ligt inmiddels niet bij een buitenlandse producent, maar gewoon weer bij een Nederlandse omroep. Maar daarvoor moesten we wel naar Fontainebleau.
Série Series: programma en trailers