Scenaristen in films: eenlingen in een verrotte wereld

David Finchers nieuwste film Mank vertelt het verhaal van Herman J. Mankiewicz, die het scenario schreef voor Citizen Kane. Wat zeggen Mank en soortgelijke films over scenarioschrijven? En over de scenarioschrijvers zelf?

Het idee voor Mank ontstond decennia geleden al. Davids vader Jack Fincher schreef in de jaren negentig, nog voor de grote doorbraak van zijn zoon, een eerste versie van het script, maar vader en zoon werden het maar niet eens over de insteek van het verhaal en het project kwam op de plank terecht, tot David het een paar jaar geleden – Jack Fincher was inmiddels overleden – alsnog oppakte.

Centraal in Mank staan de gebeurtenissen die Mankiewicz deden besluiten de pen op te nemen tegen krantenmagnaat William Randolph Hearst. Mankiewicz was een ex-toneelschrijver en kunstcriticus uit New York, die jaren eerder de overstap naar Hollywood had gemaakt. Eind jaren dertig was echter hij door meerdere studio’s de laan uitgestuurd vanwege zijn alcohol- en gokverslaving en zijn rebelse gedrag, maar Orson Welles durfde het risico aan en huurde Mankiewicz in voor zijn ambitieuze eerste studioproject.

Vanuit een ranch in de woestijn waar Welles hem naartoe sommeerde en waar hij vanwege een gebroken been aan bed gekluisterd was, schreef Mank in twee maanden tijd het scenario voor wat nu bekendstaat als de beste en meest baanbrekende film uit de filmgeschiedenis.

Om Hearst aan te pakken had je een bepaalde driestheid nodig die niet veel mensen bezaten

Mankiewicz kende Hearst en zijn meer dan dertig jaar jongere vriendin Marion Davies persoonlijk en was regelmatig te gast op Hearsts immense San Simeon-landgoed. Ook studiobaas Louis B. Mayer, die goed bevriend was met Hearst, kwam er over de vloer. In de visie van vader en zoon Fincher zorgt de giftige dynamiek tussen de drie mannen, waarbij Mank (gespeeld door Gary Oldman) steeds meer gedesillusioneerd en verbolgen raakt, er uiteindelijk voor dat hij besluit af te rekenen met een van de machtigste mannen van Amerika.

De eerste versie van het script, dat Jack Fincher schreef, volgde de claim van Pauline Kael, die in haar beruchte artikel uit 1971 beweerde dat Welles geen scenariocredit verdiende voor Citizen Kane. Dat argument is later door diverse deskundigen ontkracht (zie ook het Plot-artikel Wie schreef de beste film aller tijden?), maar duidelijk is wel dat het basisidee van Mankiewicz kwam.

Aanvankelijk vond David Fincher zijn vaders script te negatief naar Welles toe. “Die eerste versie voelde echt als wraak”, vertelt hij in een interview met Vulture. “Het ging over een groot schrijver die uit de geschiedenis werd gegumd door een megalomaniak. Ik vond dat het script veel meer moest gaan over afgedwongen samenwerking. Het is misschien niet leuk dat je met zoveel andere mensen rekening moet houden bij het maken van een film, maar als je dat niet onderkent, schiet je mis. Je kunt niet simpelweg je eigen ding doen als je een film maakt.”

Welles en Mankiewicz konden niet zonder elkaar, stelt Fincher in het interview. “Om Hearst aan te pakken had je een bepaalde driestheid nodig die niet veel mensen bezaten. Mankiewicz wilde de strijd aangaan, maar het was de ondeugende grijns van een 23-jarige snotneus die ervoor zorgde dat het ook van de grond kwam. Daar wilde ik het over hebben, over samenwerking. Hoe los je een probleem als Herman Mankiewicz op? Hoe duw je hem uit zijn comfortzone? Je haalt hem weg van alle verleidingen, zet hem ergens in de woestijn en onderwerpt hem aan een strak schema. Het werd nog steeds een zootje, maar er kwam wel interessante materie uit voort.”

Jack Fincher verwerkte in het script voor Mank ook een verhaallijn over de socialist Upton Sinclair en de republikein Frank Merriam, die het in 1934 tegen elkaar opnamen voor het gouverneurschap van Californië. MGM-producent Irving Thalberg liet nepnieuws-filmpjes maken om Sinclair in een kwaad daglicht te stellen en zijn baas Louis B. Mayer, op dat moment bestuursvoorzitter van de republikeinse partij in Californië, aan de overwinning te helpen.

De scenarist is meestal ondergewaardeerd, onbegrepen en moet zich staande zien te houden tussen megalomane, zelfingenomen opportunisten

In 2017 pakte David Fincher het script voor Mank weer van de plank en opeens zag hij de urgentie van deze verhaallijn en de parallellen met de huidige tijd. Het zijn deze filmpjes die Mankiewicz in de film de ogen doen openen over het belang van zijn werk. Pas als Mank ziet dat de nepnieuwsberichten daadwerkelijk effect sorteren, beseft hij hoeveel invloed fictie op de werkelijkheid kan hebben. “Filmbezoekers zijn bereid hun ongeloof bij binnenkomst achter te laten. Wij als schrijvers hebben een enorme verantwoordelijkheid”, laat Fincher hem zeggen.

Mankiewicz gaf tijdens zijn scenarioschrijfjaren niet veel om credits. Ook toen Welles hem inhuurde tekende hij aanvankelijk een contract waarbij hij geen credit zou krijgen, maar dat veranderde toen het script van Citizen Kane vorm kreeg. Mank had bij dit verhaal voor het eerst het gevoel dat het van hem was, dat er iets van hemzelf in zat, en ging alsnog de strijd met Welles aan voor een credit, die hij uiteindelijk ook kreeg.

Heksenjacht

Het gouden Hollywoodtijdperk tussen 1910 en 1960 is blijkbaar een interessante periode voor films over scenarioschrijvers. Zo speelt Trumbo (uit 2015) zich af tijdens de heksenjacht op communisten in de jaren vijftig en net als Mank is Trumbo gebaseerd op ware gebeurtenissen. De film volgt een periode uit het leven van de gevierde scenarioschrijver Dalton Trumbo (gespeeld door Bryan Cranston), een van de tien scenaristen die verhoord werd door het ‘House Committee on Un-American Activities’ en vervolgens meer dan tien jaar op een zwarte lijst stond. Trumbo wordt gedwongen stiekem en onder zijn niveau te gaan werken. Hij wint Oscars die hij niet kan komen ophalen omdat zijn naam niet op de aftiteling staat, tot hij in 1961 gerehabiliteerd wordt.

Ook Trumbo is alcoholverslaafd en daarnaast heeft hij oppeppende middelen nodig om met alle stress om te kunnen gaan. Ook is hij een workaholic, die zijn gezin tot het uiterste tergt en doet hij zijn werk liefst liggend in bad. Het grote verschil met Mankiewicz is dat Trumbo door politieke gebeurtenissen gedwongen werd een andere manier te vinden om te blijven werken, terwijl Mank die gebruikte als inhoudelijke brandstof. 

Barton Fink (1991) speelt zich in dezelfde periode als Mank af. Net als Mankiewicz is Fink (John Turturro) een toneelschrijver, die uit New York is weggelokt met het grote geld in het vooruitzicht (een goed schrijver kon in die tijd duizenden dollars per week verdienen). Toch zien we in de film van de broertjes Coen een heel andere schrijver dan in Mank. Fink mag gaan proberen een worstelfilm te schrijven, maar is onzeker en kampt met een writer’s block. Waar Mankiewicz gepokt en gemazeld is en alle gekkigheid met ironische afstand overziet, staat bij nieuwkomer Fink permanente verbazing en ongeloof in zijn gelaat gegrift. Toch is hij tegelijkertijd ook arrogant. Hij ziet zichzelf als een intellectueel, die denkt dat hij de ‘gewone man’ begrijpt, maar er tegelijkertijd op neerkijkt. “I am a writer, you monsters!”, schreeuwt hij op een gegeven moment in een danszaal tegen een groep matrozen. “I create for a living. I am a creator!”

Barton Fink is Hollywood-satire, waarin een zogenaamd groot collega-schrijver (die eveneens de overstap naar Hollywood heeft gemaakt) een dronken idioot blijkt te zijn die zijn vriendin alles laat schrijven, en waarin de studiobazen onvoorspelbare korte lontjes hebben. Even satirisch is The Player (1992), waarin niet de scenarist centraal staat, maar de man die tegenover hem aan tafel zit. Griffin Mill (Tim Robbins) is een studiobaas, die moet beoordelen welke filmideeën het waard zijn om aan te kopen. Hij krijgt er per jaar 50.000 aangeboden en mag er maar twaalf selecteren.

Robert Altman schetst Hollywood als een opportunistische dog eat dog-wereld, waar de druk torenhoog is, pitches op de gekste plekken plaatsvinden en schrijvers ofwel wanhopige stalkers, ofwel boze verongelijkten zijn. Mills concullega Barry Levy vindt overigens dat de studio’s prima zonder schrijvers kunnen. Ideeën kunnen ze zelf wel bedenken, als er maar grote sterren in zitten.

Al net zo zwartkomisch is State and Main (2000) van David Mamet, waarin een filmploeg een klein stadje overneemt. Ook hier uitvergrote stereotypen: de acteurs zijn egocentrische kinderen, de regisseur en de producent blaffende bully’s, die neerkijken op de provinciaaltjes en die hun personeel niet eens verlof geven voor een bevalling. Scriptschrijver Joseph Turner White (Philip Seymour Hoffman) is een van de zachtaardigere karakters in de film. Hij wordt gedwongen het keiharde spel mee te spelen, maar worstelt met zijn geweten.

In Sunset Boulevard heeft ook William Holden last van zijn geweten. In deze klassieker van Billy Wilder uit 1950 heeft de scenarist geen werk en geld meer en is hij wanhopig, tot hij bij toeval de voormalige stomme-filmvedette Norma Desmond ontmoet. In deze inktzwarte vertelling over de valkuilen van roem houden Holden en Desmond elkaar in een verstikkende greep, tot het noodlot toeslaat.

Holden voelt zich ondergewaardeerd als scenarioschrijver. “Het publiek heeft er geen idee van dat films daadwerkelijk geschreven worden”, verzucht hij op een gegeven moment. “Ze denken dat de acteurs het ter plekke verzinnen.” Ook in Mank staat de schrijver niet bepaald bovenaan de filmhiërarchie. Als Mankiewicz op een filmset arriveert, moet Irving Thalberg Louis B. Meyer eraan herinneren wie hij is en wat hij voor MGM heeft gedaan. “Wie is dat ook alweer?” vraagt Meyer opnieuw wanneer Mank wegloopt. “Gewoon, een schrijver”, antwoordt Thalberg.

En dan is er nog Adaptation uit 2002. Laat het maar aan scenarist Charlie Kaufman over om, samen met regisseur Spike Jonze, een hyperzelfbewuste metavertelling over het schrijfproces te maken. Kaufman zette zich ooit aan de verfilming van de roman The orchid Thief, maar kreeg het niet voor elkaar en besloot in zijn wanhoop dáár dan maar een film over te schrijven. Hij verzon ook een fictieve tweelingbroer, die daadwerkelijk een schrijfcredit kreeg (en zelfs werd genomineerd voor een Oscar).

Charlie en zijn broer Donald staan voor verschillende soorten schrijvers, of twee kanten van dezelfde schrijver. Waar Charlie genadeloos zelfkritisch is en een afkeer heeft van schrijfformules en clichés, is Donald zijn extraverte tegenpool die zijn eerste formulescript direct voor een groot bedrag verkoopt.

De centrale vraag van Adaptation is hoe de mens (de schrijver in het bijzonder) zich moet aanpassen om te overleven. Het creatieve proces zélf wordt tot plot gesmeed. De film bevat talloze grapjes voor ingewijden, zoals darlings die letterlijk gekilld moeten worden en scenariogoeroe Robert McKee die met wijsheden strooit als: “Wow them in the end and you’ve got a hit”. De plot vliegt, trouw aan McKee’s advies, aan het einde dan ook gierend uit de bocht.

De zuiverste blik

In alle genoemde films heeft de scenarist het moeilijk, zwoegt en ploetert hij, is hij soms zelfs wanhopig en altijd ligt het writer’s block op de loer. Hij is anders, vaak sociaal onhandig, maar ook hyperintelligent. Hij wordt meestal ondergewaardeerd, is onbegrepen en moet zich staande zien te houden tussen megalomane, zelfingenomen opportunisten.

Maar de scenarist is ook degene met het scherpste observatievermogen, die dingen doorziet waar anderen blind voor zijn. Mankiewicz wordt in Mank meermaals een hofnar genoemd, maar uiteindelijk heeft hij de zuiverste blik op wat om hem heen gebeurt. Diezelfde kwaliteiten hebben ook de schrijvers in State en Main en Trumbo en in de andere films komen vergelijkbare thematische tegenstellingen voor: zuiverheid versus corruptie; waarheid versus leugen; carrière versus geweten.

Na Citizen Kane heeft Orson Welles nooit meer zo’n buitengewone film gemaakt. Kane werd genomineerd voor negen Oscars, waaronder die van Beste Film, Beste Regisseur en Beste Acteur, maar won uiteindelijk in slechts één categorie: Beste Scenario. Welles, het genie voor wie de auteurstheorie lijkt uitgevonden, kon uitblinken dankzij die onzichtbare schrijver, suggereren vader en zoon Fincher. Zowel Welles als Mankiewicz was overigens afwezig bij de uitreiking, maar Mank eindigt met een beeld van Mankiewicz die alsnog zijn Oscar in ontvangst neemt en niet kan nalaten te vermelden dat hij dat doet net zoals hij de film heeft geschreven: in afwezigheid van Welles.

Wat zoek je?