‘Ik droomde hier altijd van’

Marlyn van Erp begon begon haar carrière als digital storyteller en documentairemaker. Haar documentaire Maar ik stop niet (2017), over mensen die weigeren met pensioen te gaan, werd uitgezonden bij RTV Rijnmond en verscheen als interactieve docu online. Maar het verlangen om eigen verhalen te vertellen bleef kriebelen. Na een opleiding aan de Script Academy studeerde ze in 2022 af als scenarist. Ze schreef onder meer de shorts Burners (2024) en Het ligt aan mij (2024), geregisseerd door Abid Chand, met wie ze veelvuldig samenwerkt. De film ging in première op het NFF en draaide in een speciale vertoning in de vrachtwagenbios, die nog steeds heel Nederland doorreist om het verhaal en het bewustzijn over femicide te vergroten.

Marlyn van Erp op set van Het ligt aan mij (foto Wendy Groeneveld)

Schrijf je momenteel aan iets?
Onze Filmfonds-short Jackpot is net klaar. Hij gaat over een Ghanese schoonmaker in Rotterdam die een winnend staatslot in handen krijgt, maar de prijs niet kan innen omdat hij geen identiteitspapieren heeft. Verder zijn Abid en ik geselecteerd voor de NPO Fictie Campus. Ons project heet Brian <3 Iris for Life!!! en gaat over een jongen die denkt dat hij zijn grote liefde moet terugwinnen met een overdonderend romantisch gebaar, terwijl hij beter gewoon met haar zou kunnen praten. Een soort anti-romcom dus.

Ik werk samen met Nathalie Pagie aan de eerste carnavals-slasher: 11/11. Die is net voor scenario-ontwikkeling gehonoreerd door het Filmfonds en wordt geproduceerd door MakeWay Film en geregisseerd door Simone van Dusseldorp. Dat wordt een visueel spektakel!

Is schrijven je hoofdberoep?
Ja. Ik besloot dat als ik dit wil doen, dat ik het echt voor de volle honderd procent moest doen. Ik heb voorlopig ook geen ambitie om te regisseren, ik werk veel met Abid, we begrijpen elkaar, ik vertrouw zijn visie en vertaling. Het fijne aan schrijven is dat je helemaal aan het begin van het proces zit. Je mag alles verzinnen en alles vormgeven. Ik ben wel blij dat ik regie-ervaring heb, want daardoor snap ik de stappen in het proces beter, zoals montage, en dat beïnvloedt weer mijn schrijven.

Word je gelukkig van schrijven?
Absoluut. Schrijven heeft mijn leven echt totaal veranderd. Eigenlijk droomde ik hier altijd al van, maar wist ik niet dat ik het ook kon. Het is magisch om iets te verzinnen en het daarna op het scherm tot leven te zien komen. Dat het van het papier getild wordt door de regisseur, de acteurs, de hele cast en crew. Bij Jackpot bijvoorbeeld: de personages bestonden ooit alleen maar als woorden in mijn hoofd. Nu staan ze daar: ze lachen, maken ruzie, raken mensen. Dat blijft een wonder.

Voor welke film ben je onlangs naar de bioscoop gegaan?
One Battle after another vond ik echt een rollercoaster. De achtervolgingscène is iconisch en het heeft een superactueel thema. Ik ben dol op de klassiekers die tegenwoordig met regelmaat op het grote doek te zien zijn. Recent zag ik The Graduate, die ik als 13-jarige voor het eerst zag en waarover ik vijf pagina’s volschreef in mijn dagboek. Nu viel me zoveel meer op, de humor, de camera, de montage. En de eindscène, het laatste shot is briljant. Ook best wel anti-romcom eigenlijk.

Wat is het laatste toneelstuk dat je hebt gezien?
Bulk
van Wunderbaum. Op locatie in de Rotterdamse haven, met voorbijvarende zeecontainers op de achtergrond, terwijl de spelers onafgebroken spullen opsomden van fruit tot elektronica. Door die ritmische opsomming ontstond een cadans, een verhaal op zich. Ik vond het inspirerend hoe je op zo’n vrije, speelse manier iets kunt zeggen over de wereld.

Weet je wat voor Nederlands drama momenteel op televisie en streamers te zien is?
Ik vond De F*ckelteit echt ontzettend goed. Maar ook de laatste lichting Telefilms zat vol parels. Een van mijn favorieten was We vliegen door de Dagen. Dat vond ik knap geschreven. Hij gaat over een jonge vrouw die euthanasie wil plegen, en het lukt de makers om dat met zo’n warm hart te vertellen (zie hier een eerder Plotartikel over de film). Ik heb een zwak voor het kleinmenselijke: voor verhalen die vanuit empathie en subtiliteit vertellen, zelfs in zo’n horrorspektakel als de aankomende 11/11. Want uiteindelijk onthoud je van een film vooral de personages, niet zozeer het plot.

Welke film had je zelf willen schrijven?
Dog Day Afternoon
is echt een van mijn lievelingsfilms. Maar een recentere film die ik graag had willen schrijven is Drie Dagen Vis van Peter Hoogendoorn. Die is briljant in het kleinmenselijke. Als schrijver leer je: ‘kom laat in, ga vroeg uit’. Maar hij lapt dat aan zijn laars. Hij laat juist al die beleefdheden erin – “Hé, hoe is het?”, “Koffie?” – en maakt ze betekenisvol. Ik zou niet weten hoe ik dat zelf zou moeten schrijven, maar ik bewonder het enorm.

Still uit Jackpot (Lavender Films)

Wat is je sterkste kant als schrijver?
Ik denk dat ik visueel schrijf, maar wel efficiënt en met ruimte voor regie en acteurs. Ik geloof dat het de personages zijn die je bijblijven, daar moet je van gaan houden. Of je moet ze juist haten, maar ze moeten in ieder geval iets met je doen. Ik begrijp natuurlijk het belang van structuur, maar ik hou er niet van als je die té duidelijk voelt. Voor mij bepalen de personages met hun keuzes hoe het verhaal zich ontvouwt.

Wat moet je als schrijver nog leren?
Alles! Omdat ik vanuit karakter werk, denk ik soms te weinig in plotstructuren. En wat ik vooral nog wil verbeteren is focus. Dat alles wat je schrijft echt bij de ruggengraat van het verhaal hoort. “Aandraaien!” zei mijn docent altijd. Ik wil gewoon héél goed worden in dit vak.

Van wie heb je het vak geleerd?
Van de Script Academy en alle docenten daar. Inclusief mijn medestudenten uit The Class of ’22. Dat was echt een slimme, fanatieke groep. Daarnaast leer ik veel van podcasts, literatuur en analyses. Jacob Krueger bijvoorbeeld, die geeft zulke interessante perspectieven op structuur en karakter. Zijn manier van kijken naar het vak inspireert me.

Aan wie moet de Marlyn van Erp-schrijfbokaal worden uitgereikt?
Dat zou natuurlijk een mooie manier zijn om iemand te ontmoeten die ik anders nooit zou spreken. Dus dan zou ik zeggen: Martin Scorsese. Wat een fenomeen. En als ik hem aan iemand zou mogen geven die niet meer leeft, dan Billy Wilder. Zijn dialogen zijn razendsnel en zijn vrouwenrollen zijn sterk en zelfstandig. Hij was vrijgevochten en zijn tijd ver vooruit.

Wil je nog iets kwijt?
Bij het afgelopen Gouden Kalf Gala zei regisseur Cyriel Guds: “We moeten het met z’n allen doen.” Dat raakte me, want het is echt zo. De filmindustrie staat onder druk, op de NPO wordt bezuinigd, het Filmfonds heeft minder middelen, daardoor komt creativiteit in het gedrang. Dat vind ik zorgelijk. Maar we moeten niet cynisch worden. We moeten blijven vechten, samen, om geweldige, eigenzinnige films te maken. En vooral: blijf naar de bioscoop gaan. Dat is waar het allemaal begint.

Wat zoek je?