De scheidslijnen tussen propaganda en engagement

Waar ligt in film de grens tussen engagement en propaganda, of – erger – desinformatie? Het is niet toevallig dat er dezer dagen meerdere films in de bioscoop draaien die zich met de vraag bezighouden. In tijden van oorlog en desinformatie moet je voortdurend op je hoede zijn voor manipulatie, toont ook de documentaire De Propagandist (2024) van Luuk Bouwman aan. Met films, series en documentaires kunnen we niet alleen vermaken, maar het publiek bewust maken, misschien mobiliseren, zelfs manipuleren, leren ook recente films ons. Maar wat is propaganda precies?

Jan Teunissen, hoofdpersoon in De Propagandist (Still uit de film)

Door de polarisatie onder Trump, Poetin en onze eigen Wilders lijkt de noodzaak om geëngageerde verhalen te vertellen – en tegelijk alert te zijn op propaganda – groter dan ooit. “Propaganda kan de publieke opinie heel succesvol manipuleren. Als je kijkt naar hoe verkiezingen beïnvloed worden, denk aan Cambridge Analytica, dan moeten we zeker beducht zijn. De hoeveelheid sociale media-kanalen neemt alleen maar toe, wat het nog complexer maakt om zaken te volgen en duiden”, zegt Luuk Bouwman.

In De Propagandist (2024) onderzoekt Bouwman het leven van zelfbenoemd filmtsaar Jan Teunissen, de regisseur die in 1941 hoofd van de NSB Filmdienst werd en voor de partij een propagandaplan uitstippelde. De film werd op het IDFA bekroond als beste Nederlandse film. Eerder maakte Bouwman onder andere documentaires als Het nieuwe westen (2006), Allen tegen allen (2019) over fascisme en het verstilde Gerlach (2023) over een sympathieke akkerbouwer.

Luuk Bouwman (foto André Bakker)

De Propagandist is een griezelig en alarmerend verhaal over de manipulatieve kracht van het medium. De NSB liet films maken die inspeelden op nationalistische gevoelens, angst voor ‘de ander’, en het verlangen naar orde. De boodschap was helder maar eendimensionaal. Er was geen ruimte voor twijfel, tegenspraak of nuance. Langzaam werd systematisch nazipropaganda doorgevoerd. Vanuit het stereotype beeld van Hollandse molens en klompen ging het stapje voor stapje naar een schokkende tekenfilm over verderfelijke neushoorns, waarin duidelijk de parallel met de verdrijving van de joodse gemeenschap te zien is.

Bouwman schetst het ontluisterende beeld van een rancuneuze man zonder enige zelfreflectie, die gaandeweg de documentaire steeds absurdere en abjectere uitspraken doet. “Teunissen zat eigenlijk vast in het verhaal dat deze mannen zichzelf vertelden tijdens de oorlog. Ik denk dat hij kwetsbaarheid als zwakte zag, iets wat ik veel in gesprekken met andere fascisten hoorde. Een stoer en hard pantser om maar niet weg te zakken in een moeras van twijfel”, aldus Bouwman. Het verhaal is opgebouwd aan de hand van oude filmbeelden, commentaar van historici Rolf Schuurman en Egbert Barten, en veel correspondentie van en met Jan Teunissen zelf. Het geeft een schokkend en fascinerend beeld van de Nederlandse filmwereld in oorlogstijd.

Sinds verschillende filmmakers, ook de NSB’er Teunissen uit Bouwmans documentaire, zich in de vorige eeuw voor de karretjes van allerlei dubieuze dictatoriale regimes lieten spannen rust er nogal een taboe op propaganda. Aan het begin van de eeuw werd in de gloednieuwe Sovjet-Unie de eveneens kersverse cinema er echter nog vol voor ingezet. Regisseur Sergej Eisenstein wilde met zijn Pantserkruiser Potemkin een zo groot mogelijke emotionele invloed op het publiek hebben en slaagde daarin door te experimenteren met montage. Beroemd werd de scène waarin tsaristische soldaten burgers beschieten die zich van de trappen van Odessa haasten. Tussen de vluchtende mensen door rolt een eenzame kinderwagen naar beneden. De scène is herhaaldelijk in andere films geparafraseerd. Eisensteins experiment was zo succesvol, dat de Duitse rijksminister van Volksvoorlichting en Propaganda Joseph Goebbels ervan onder de indruk raakte, al werd de film zelf in nazi-Duitsland verboden.

Riefenstahl

De misschien wel beruchtste regisseur op dit vlak is de Duitse Leni Riefenstahl met onder andere Triumph des Willens (1935) en Olympia (1938). Hoewel de films cinematografisch hoogstandjes waren, is haar werk toch vooral verguisd. Zelf was ze zich van geen kwaad bewust. “Ik weet niet waarvoor ik me zou moeten verontschuldigen. Al mijn films hebben prijzen gewonnen.” De films, die de propagandamachine van diezelfde Goebbels ondersteunden, hadden een weinig verborgen agenda: het volk overtuigen van de grootsheid van het Derde Rijk. Andres Veiel toont in zijn documentaire Riefenstahl (2024) andermaal aan dat Riefenstahl de nazi-ideologie onderschreef. Hij laat de complexiteit van de regisseur als persoon zien en onderzoekt de ethische grenzen van cinema. Ook Führer und Verführer (2024) van Joachim A. Lang reflecteert op het thema door de griezelige effectiviteit van de propagandamachine van Goebbels in al zijn lelijkheid te laten zien.

Wikipedia hanteert voor propaganda de definitie van ‘een vorm van communicatie, waarbij door een belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen. Door het bewust verspreiden van eenzijdige, selectieve of misleidende informatie, wordt geprobeerd de publieke opinie te bespelen.’ Filosoof Hannah Arendt benadrukt in The Origins of Totalitarianism (1951) dat politieke manipulatie en propaganda kunnen leiden tot een gevoel van collectiviteit en een verlies van de individuele verantwoordelijkheid. En als in een democratie individuele rechten verloren gaan, kan het kwaad zich eenvoudig manifesteren.

De propagandisten van het fascisme wisten dat verhalen gevaarlijker zijn dan knokploegen

Hoewel de propagandamachine van nazi-Duitsland, de Sovjet-Unie en ook die van Teunissen inderdaad veel kwaad aanrichtte, omschrijft Bouwman propaganda liever als het inzetten van communicatiemiddelen om mensen achter een bepaald gedachtegoed te krijgen. “Niet alle propaganda is per se leugenachtig of slecht. Maar de propagandisten van het fascisme wisten dat verhalen gevaarlijker zijn dan knokploegen. Macht werd het doel, propaganda het middel om zoveel mogelijk mensen achter die eenduidige boodschap krijgen.”

Consumentenproducten

De Encyclopedia Britannica stelt dat niet alleen totalitaire regimes met een machtsdoel zich bedienen van propagandatechnieken, maar ook bijvoorbeeld fabrikanten. Veel educatieve films en ook reclamefilms – of ze nu consumentenproducten of vakantiebestemmingen proberen te verkopen – zijn in feite voorbeelden van propaganda. Filosoof Noam Chomsky en econoom Edward S. Herman betoogden in Manufacturing Consent (eerste editie 1988) iets soortgelijks en stelden onomwonden dat de Amerikaanse overheid en het grote bedrijfsleven de massamedia manipuleren.

Historicus en communicatiewetenschapper Etienne Augé van de Erasmus Universiteit maakt onderscheid tussen desinformatie – waarbij opzettelijk wordt gelogen – en propaganda. Volgens hem is propaganda diffuser. Het is een strategie van massacommunicatie die gericht is op het beheersen van de overtuigingen van mensen, waarbij een zwart-witbeeld wordt geschetst dat makkelijk te begrijpen is en mensen in de onderbuik raakt. “Behalve onze negatieve perceptie ervan is propaganda in wezen hetzelfde als public relations”, legt hij uit.

Bernays kreeg in de jaren dertig met een uitgekiende campagne voor de American Tobacco Company de vrouw aan het roken

De aartsvader van de public relations, Edward Bernays, was een van de eersten die probeerden de massa te manipuleren door het onderbewuste aan te spreken. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog zorgde hij er met zijn patriottische teksten in kranten en pamfletten voor dat het publiek steeds positiever dacht over de Amerikaanse deelname aan de oorlog. Later legde hij in Propaganda. The public mind in the making (1928) uit dat je een product niet moet verkopen door een beroep te doen op het intellect van mensen, maar dat je ze een goed gevoel moet geven om het product te hebben of gebruiken. Zo kreeg hij in de jaren dertig met een uitgekiende campagne voor de American Tobacco Company de vrouw aan het roken. Een actie waar hij later overigens spijt van had. Het zal hem ook niet lekker hebben gezeten dat Goebbels dankbaar gebruikmaakte van zijn technieken.

Ruim na de Tweede Wereldoorlog bedient het Amerikaanse leger zich nog altijd van de methode. Het gaat meerdere keren samenwerkingen met Hollywood aan. Voor films als Top Gun (1986), Argo (2012) en Zero Dark Thirty (2012) ontvangen de filmmakers ondersteuning in de vorm van technisch advies, manschappen en materieel. In ruil krijgt het leger een mooi verhaal. De populariteit van Top Gun leidde zelfs tot een aantoonbare toename in aanmeldingen voor het leger, dat zijn imago met de film had opgepoetst. Argo kreeg een Oscar voor Beste Film, maar kreeg ook kritiek omdat de film geen melding maakt van Amerikaanse medeplichtigheid aan de dictatuur van de sjah of van CIA-operaties die vanuit de Amerikaanse ambassade werden uitgevoerd, terwijl ook de cruciale rol van Canada in de gijzelingscrisis in 1979 niet wordt genoemd. Zero Dark Thirty, over de gevangenneming van Osama bin Laden, werd bekritiseerd omdat het een wel erg heldhaftig, pro-Amerikaans beeld schetste van de operatie. Hoewel het niet verplicht is voor producenten om hun scripts naar het Ministerie van Defensie te sturen, beïnvloedt de samenwerking blijkbaar toch de films. Wellicht speelt mee dat voor het grote publiek een heldhaftig zwart-witverhaal aantrekkelijker blijkt dan iets vol nuances.

Deze films worden aangeduid met de term ‘zachte’ propaganda (soft propaganda), die de publieke perceptie van oorlog en het Amerikaanse leger beïnvloedt. Desinformatie probeert de publieke opinie te bewerken door opzettelijk te liegen. ‘Gewone’ propaganda overtuigt een massapubliek zo onopgemerkt mogelijk om een specifiek idee te geloven en ernaar te handelen. Een idee dat op de emotie speelt, makkelijk te begrijpen is en iedereen aanspoort vooral niet achter te blijven. Zachte propaganda is zo subtiel dat we het nauwelijks opmerken; het is bijna onzichtbaar. Het laat een specifieke versie van de waarheid zien. Niet door regelrechte desinformatie of leugens te tonen, maar door feiten weg te laten. Zachte propaganda verhult meer dan het onthult en is ingebed in populair entertainment, waardoor het moeilijk te identificeren is; daarin schuilt de kracht ervan. Het is propaganda die perfect weet te verbergen dat het propaganda is. Films die enkel hun eigen gelijk willen bevestigen, een zwart-witbeeld neerzetten, lopen het risico propagandistisch te worden.

Is deze zachte vorm van propaganda geoorloofd en waar gaat die over in engagement? Is engagement, waarbij een maker zich nogal betrokken voelt bij het onderwerp van zijn film, af te keuren? Waar ligt de ethische grens? Neem bijvoorbeeld An Inconvenient Truth (2006), waarin Al Gore in de registratie van een lezingenreeks de wereld probeert wakker te schudden over de klimaatcrisis. Ook hier een duidelijke boodschap, ook hier een overtuiging die de film kleurt. Maar de toon is anders. Gore presenteert feiten (hoewel die ook niet altijd blijken te kloppen), stelt vragen, roept op tot actie – maar hij laat ruimte voor reflectie. De kijker wordt gezien als meedenker, niet als volgzame massa. De film won een Oscar en Gore kreeg een Nobelprijs voor zijn inspanningen.

Engagement in film betekent in tegenstelling tot propaganda, ook zachte propaganda, dat een maker een standpunt inneemt, maar net als Gore en Bouwman de dialoog met het publiek openhoudt. De film moet zien te overtuigen puur door argumentatie, emotie én het serieus nemen van de toeschouwer. De grens tussen propaganda en engagement is subtiel – en soms pas achteraf te trekken. Maar het grootste verschil tussen engagement en propaganda ligt erin dat propaganda het antwoord al kent en engagement de vraag open durft te laten. Een recent voorbeeld is L’Histoire de Souleymane (2024) van de Franse regisseur Boris Lojkine, waarin maaltijdbezorger Souleymane door de straten van Parijs fietst en tegelijkertijd oefent op zijn verhaal voor zijn asielgesprek, de sleutel tot een verblijfsstatus. De kijker mag zelf bepalen wat hij ervan vindt.

Bouwman denkt dat je heel goed geëngageerde films kan maken die bij de kijker ruimte laten voor interpretatie, en die niet dwingend of dogmatisch zijn maar wel politiek. “Mijn doel met De Propagandist is ook niet om zoveel mogelijk mensen te laten geloven in een eenduidige boodschap. Daar is de film te impressionistisch voor; het is een karakterschets die ook propagandatrucs aan het licht brengt. Geëngageerd kan je op allerlei manieren opvatten. Films hoeven niet over grote of urgente thema’s te gaan om geëngageerd te zijn. Abstracte kunst kan ook een platform van verzet zijn.”

Still uit De Propagandist

Hoe staat het eigenlijk met financiering van geëngageerde films? Is er voldoende ruimte voor in Nederland? Bouwman denkt dat het misschien zelfs makkelijker is voor films die expliciet engagement tonen financiering te krijgen dan voor films die ongrijpbaar zijn of vreemd of moeilijk te plaatsen. “Zeker bij documentaires wordt enorm gestuurd op een heldere logline en premisse. Dat is best tegenstrijdig met hoe ik zelf films meer als onderzoek zie: het maken van de documentaire ís het onderzoek. Een documentaire is geen kleurplaat. Ik moet veel moeite doen om mensen ervan te overtuigen dat verhalen over de geschiedenis in zichzelf interessant en relevant kunnen zijn. De veronderstelling is vaak dat moet worden uitgelegd waarom het actueel is. Maar als je de kijker serieus neemt en ruimte voor interpretatie wil laten, zit je meteen met een wat ambivalent verhaal. Dat is helaas lastiger te pitchen, omdat de boodschap niet zo eenduidig is.”

Met de geëngageerde documentaire De Propagandist laat Bouwman in ieder geval heel scherp de gevaren van propaganda zien en zet hij en passant filmmakers aan tot nadenken waar engagement en propaganda ophouden en desinformatie begint.

Verder lezen

Interview met Luuk Bouwman https://www.nporadio1.nl/fragmenten/nieuwsweekend/9d80644f-fe87-4a81-8182-e28d31c325b6/2024-11-16-de-propagandist-geeft-een-ontluisterend-kijkje-in-het-leven-van-nsb-filmtsaar-jan-teunissen

Dr Etienne Augé in https://www.universiteitvannederland.nl/colleges-en/how-does-propaganda-change-our-beliefs

Troels Ussing over Edward Bernays op https://historianet.nl/maatschappij/handel/neef-van-freud-kreeg-vrouw-aan-de-sigaret

Boggs, Carl., Pollard, Tom. (2016) The Hollywood War Machine. New York: Paradigm Publishers.

Zenou, Theo. (2022) “Top Gun,” brought to you by the U.S. Military.” Washington Posthttps://www.washingtonpost.com/history/2022/05/27/top-gun-maverick-us-military/.

Shawn Funk,  https://themeliorist.ca/2022/11/27/killing-them-softly-war-propaganda/

Wat zoek je?