Waar is ons Papendal?

“Heb je het gevoel dat je iets bereikt hebt?”, was de vraag van een collega toen ze hoorde dat dit voorzittersduo er per 1 januari mee op gaat houden.

Het viel even stil.

Het grootste verschil tussen het vak scenarioschrijven en bestuurswerk is dat de resultaten zo ontzettend moeilijk meetbaar zijn. Staan scenarioschrijvers er beter voor dan vijfenhalf jaar geleden, juni 2017 om precies te zijn, toen de mannelijke helft van dit duo het stokje overnam van Jean van de Velde?

Laten we positief beginnen: Scenaristen zijn de nieuwe sterren van de film- en tv-wereld. Toch? Het is nog maar een kleine stap en ook ons privéleven wordt uitgebreid besproken in de roddelbladen en op de verschillende juice-kanalen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit eerder te maken heeft met het veranderende medialandschap, waar streamers en omroepen om de gunst van de scenarioschrijver vechten, dan met het optreden van ons als voorzitters of de onvermoeibare inzet van ons bestuur.

Het is in zekere mate gelukt om het Filmfonds en de NPO ervan te doordringen dat scenario’s beter worden als je makers aan de voorkant meer vertrouwen en vrijheid geeft

Maar er is meer: steeds meer schrijvers, ook nieuw en aanstormend, weten de weg te vinden naar het Contractenbureau of laten zich representeren door agenten of advocaten, zodat er geen contracten meer getekend worden waarin alle rechten zomaar worden weggetekend. Er is – voor zover we dat kunnen inschatten – een groter zelfbewustzijn bij schrijvers dat hun talent op waarde geschat moet worden en meer bereidheid bij producenten om hun die positie te gunnen. En het is in zekere mate gelukt om het Filmfonds en de NPO ervan te doordringen dat scenario’s beter worden als je makers aan de voorkant meer vertrouwen en vrijheid geeft. Het komende jaar moeten we zien of zich dat verder in concreet beleid zal vertalen.

Het meest meetbare resultaat, als we het hebben over het zichtbaar maken van ons werk, is de met veel succes gelanceerde website FilmscriptsNL.nl, die we samen met de Scenariovakschool hebben opgezet.

Maar ondanks deze mijlpaal, voelt het toch alsof er nog een wereld te winnen is. Het auteursrecht blijft constant onder druk, het maken van collectieve afspraken staat nog in de kinderschoenen, er zijn nog steeds geen goede afspraken over VOD vergoedingen, streamers gebruiken hun machtspositie om schrijvers een totale buy-out op te dringen, vrouwelijke scenaristen krijgen minder kans om producties verwezenlijkt te zien en de vertegenwoordiging van makers van kleur blijft hopeloos achter. 

Maar het is niet alleen de positie van scenarioschrijvers die onze aandacht vraagt, maar die van de gehele AV-sector. De cinema in het bijzonder.

Zijn Nederlandse films baanbrekend? Nemen ze het publiek en de gehele sector mee op sleeptouw? Zorgen ze voor opzien in het buitenland?

Stel jezelf eens de volgende vragen: zijn Nederlandse films maatgevend? Zijn ze baanbrekend? Nemen ze het publiek en de gehele sector mee op sleeptouw? Zorgen ze voor opzien in het buitenland? Vindt wat wij in Nederland doen navolging in het buitenland? Trekt de kwaliteit van onze producties buitenlands geld aan?

Wees eerlijk.

Als we met zijn allen constateren dat de Nederlandse AV-sector achterblijft binnen Europa – Nederlandse films dingen niet noemenswaardig mee naar prijzen op gerenommeerde festivals en Nederlandse series worden maar mondjesmaat verkocht aan het buitenland, dan is de eerste stap om daar wat aan te doen, het voornemen uit te spreken om daar verandering in te brengen!

Een noodzakelijke stap die de overheid op dit moment moet nemen is om de wet op de investeringsverplichting aan te nemen, waardoor eindgebruikers (zoals streamers) een percentage van hun omzet terug moeten investeren in Nederlandse films, series en documentaires. In vrijwel alle Europese landen is dit inmiddels een feit en er is keihard gewerkt om dit voor het eind van het jaar ook in Nederland te regelen. Op het moment van dit schrijven ziet het ernaar uit dat dit niet gaat lukken. Het is een blamage dat er hiermee opnieuw een kostbaar jaar verloren dreigt te gaan.

In de Nederlandse sportwereld wordt al sinds jaar en dag de wens uitgesproken dat Nederland op het allerhoogste niveau moet kunnen presteren

Het sectorplan dat onlangs is verschenen en waarin wij als makers een belangrijke stem hadden, drukt het goed uit: ‘De ambitie van de sector zou zich niet moeten beperken tot de zichtbaarheid van het aanbod in Nederland, maar (een deel van) het aanbod zou ook in het buitenland moeten kunnen excelleren.’

Een prachtig woord is dat: excelleren.

In de Nederlandse sportwereld wordt al sinds jaar en dag de wens uitgesproken dat Nederland op het allerhoogste niveau moet kunnen presteren. Er worden doelen gesteld in de hoeveelheid medailles die Nederland op de Olympische Spelen moet zien binnen te slepen, er wordt geïnvesteerd aan de basis om kinderen voor topsport te interesseren en aan de bovenkant in een expertisecentrum als Papendal waar op het allerhoogste niveau getraind kan worden met de beste materialen. Wanneer topsporters als Femke Bol, Botic van de Zandschulp, Epke Zonderland of Lieke Martens de wereldranglijsten aanvoeren, heeft dit een aanzuigende werking op de generaties onder hen. Als je weet dat anderen dit succes kunnen bereiken, dan durf je zelf ook groot te dromen.

Zonder de vraag te stellen of dit economisch rendabel is, wordt er vervolgens veel geld vanuit de overheid en het bedrijfsleven geïnvesteerd om Nederland internationaal concurrerend te laten zijn.

Dit kun je naar analogie van de sportwereld alleen bereiken als er concrete doelen worden geformuleerd – binnen vijf jaar meedingen naar een Gouden Palm, Beer of Leeuw – en vervolgens concrete actiepunten om een gezond ecosysteem te creëren waarbinnen het Nederlandse talent kan floreren. Waar is ons Papendal?!

Dit vraagt niet om voorzichtige stappen maar om een rigoureuze verandering van het systeem. Niet de grote mediareuzen zouden de gunst van Den Haag moeten hebben, maar de duizenden zelfstandige ondernemers waar onze sector op drijft, zoals de scenaristen. Dit is waar het Netwerkbestuur zich ook de komende jaren voor zal inspannen met als nieuw bestuurslid en vice-voorzitter Tijs van Marle en onder leiding van de nieuwe voorzitter… (pauze voor tromgeroffel)…. Jacqueline Rogers! 

Wat zoek je?