Victoria Warmerdam

Victoria Warmerdam is in 2014 afgestudeerd aan de HKU als regisseur en scenarist. Haar afstudeerfilm Gelukkig ben ik gelukkig draaide op verschillende festivals (waaronder het NFF), won op het Eindhovens Film Festival de prijs voor beste scenario en zal 10 april worden vertoond op het Go Short Festival in Nijmegen. Warmerdam werkt op dit moment aan verschillende filmplannen, waaronder het idee voor de familiefilm SpaceKees, waarvoor ze de Burny Bos Talent Award 2014 won.

“Ik hou van Amsterdam, maar toen ik laatst in Zwolle was, kwam ik erachter dat er meer is. Meer dan mannen met baarden die drinken uit kokosnoten en meisjes met halve knotjes en lage schoenen en enkelsokjes en hoge broeken en dus blote enkels, in de winter. Meer dan koffie met sojamelk, of amandelmelk, of geitenmelk. Er is zelfs meer dan op elke hoek iets met een interieur met onafgewerkte bakstenen muren, omdat het zo lekker echt voelt.
 
Toch is dat vandaag weer mijn schrijfplek; het interieur telt minstens één onafgewerkte bakstenen muur en een menukaart waar uitsluitend superfoods op staan. Ik zit hier omdat ik in de illusie verkeer dat ik buiten de deur beter werk. En met mij blijkbaar de halve creatieve hipstersector. Dat wil overigens nog niet zeggen dat dit soort plekken per definitie inspirerend is. Toen ik nog achter de bar in een kroeg werkte, deed ik in ieder geval een stuk meer inspiratie op. Oer-Amsterdamse stamgasten die dingen riepen als: “Ik hou niet van jazz, ja alleen die tune van Studio Sport, die ken ik wel waarderen.” Geniaal. Dat verzin je toch niet? Die zin komt dus ooit in een script.
 
Wat er werkelijk achter bovengenoemde hipsterhaat schuilt, is waarschijnlijk niets meer dan het welbekende uitstelgedrag. Iets waar bijna iedere schrijver af en toe (of vaak) aan onderhevig lijkt te zijn. Want als ik me opwind over een groepje pretentieuze, gezonde, mooie mensen hoef ik tenminste niet te beginnen met schrijven. Die dagen zitten er dus wel eens tussen. Zo’n ‘slechte schrijfdag’ eindigt overigens nooit heel goed. Ik werk iets te lang door omdat ik toch een productieve dag wil hebben, vergeet te eten, ga naar een te drukke supermarkt, moet bijna huilen omdat ik niet kan bedenken wat ik wil eten en kom vervolgens thuis met dingen als beschuit met muisjes. Verder gaat het heel goed met me.
 
Ik mag helemaal niet klagen. Ik ben net afgestudeerd en ik heb werk. Wat ik trouwens opvallend vind is dat de klaagzang over ons vak vaak gepaard gaat met vergelijkingen over baby’s (en aanverwante zaken). Dat script waar je zo lang mee bezig bent geweest is ‘toch wel een beetje jouw baby die je nu af moet staan’ en het is een ‘hele bevalling hè, zo’n film’. Nou wil ik daar graag aan toevoegen dat er vlak na de bevalling een stofje in de hersenen van de moeder aangemaakt schijnt te worden die ervoor zorgt dat zij de pijn van de bevalling vergeet. Zo verhoud ik me dus tot het schrijven van een film.
 
Toch voel ik me op het overgrote deel van mijn schrijfdagen intens gelukkig met mijn nieuwe ideeën en scènes. Dan kan ik niet wachten tot het script op een dag in productie gaat en het uiteindelijk de mooiste baby van de wereld blijkt te zijn. En laten we eerlijk zijn; de uren dat ik naar mijn scherm staar, voelen net iets minder zwaar als ik daar een kleine latte met sojamelk van drie euro bij drink.”

Wat zoek je?