Tien jaar wachten op 48 Hrs.

Het ontstaan van een scenario is vaak een spannend verhaal op zich, vol bizarre wendingen en conflicten. Dit keer het relaas van een stokoud script, dat onverwacht een nieuwe impuls gaf aan een beproefd genre.

18 april 1982. Scenarioschrijver Larry Gross pikt vol verwachting de telefoon op. Al dagen hoopt hij op een belletje van Walter Hill. Gross is niet alleen een bewonderaar van deze topregisseur, maar hij imiteert hem ook in scripts die hij naar de studio’s stuurt. Nu hij Hill eindelijk inderdaad aan de lijn heeft, vraagt die hem om een oud script op te kalefateren. Het project heet 48 Hrs. Hill sleutelt er al een tijdje aan met schrijver Steven De Souza, maar ze  komen er niet uit. Hill heeft wat werk van Gross gelezen en denkt dat hij iets kan toevoegen. Wel is hij eerlijk: over vier weken gaan ze al draaien, hij krijgt waarschijnlijk geen credit en moet doen wat de baas zegt. “Ben je geïnteresseerd?” Gross verslikt zich bijna. Tuurlijk! Gross beschrijft het allemaal in een dagboek.
 
Maar waar heeft hij nu precies ja tegen gezegd? Hill omschrijft het verhaal als “The defiant Ones plus chuckles”, verwijzend naar een klassieker uit 1958. Daarin zitten twee ontsnapte gevangenen aan elkaar vast geketend: de één is zwart (Sydney Poitier) de ander een witte racist (Tony Curtis). Tijdens hun vlucht groeien ze langzaam naar elkaar toe. Hill had nog wel meer titels op kunnen sommen, zoals het invloedrijke In the Heat of the Night. Hierin speelt Poitier een zwarte inspecteur uit de stad, die samen met een smeris uit een klein plaatsje in het Amerikaanse zuiden een moord oplost.
 
Sinds het succes van deze films ziet het publiek met enige regelmaat hoe twee tegenpolen worden gedwongen om samen een missie te volbrengen. Hill schreef zelf ook een variant: Hickey & Boggs. Het genre voelt begin jaren tachtig bijna sleets aan. 48 Hrs. zwerft dan al zo’n tien jaar door Hollywood.  Het project begon ooit met een ideetje van producent Larry Gordon: om een levensgevaarlijke crimineel op te sporen, moet een witte smeris de hulp inroepen van een zwarte bajesklant. Het verhaal werd op scherp gezet met een dramaturgisch paardenmiddel: een time-lock. De twee hoofdpersonen hebben maar 48 uur om de klus te klaren. Een race tegen de klok werkt altijd. Zou je denken.
 
Toch zitten er, nu Gross aan zet is, al talloze vingerdrukken op het script, onder anderen van veteraan Tracey Keenan Wynn (The longest Yard). In de eerste versies is de schurk nog een maniak, die de dochter van een gouverneur ontvoert en een bom aan haar hoofd bevestigt die binnen 48 uur zal ontploffen. Een van de volgende scenaristen, Roger Spottiswoode, zette grote stappen. Hij begon als editor, maar koesterde de wens om te regisseren en pakte 48 Hrs. aan om zich in de kijker te spelen. Spottiswoode schrapte de bom en vormde het verhaal om tot een strakke stadsthriller. Steven De Souza voegde daarna grappen toe.
 

 
Hill wil echter een thriller met humor en géén komedie met actie. Wel beseft hij dat het geheel baat heeft bij een losse stijl. In een film die draait om de chemie tussen het duo, mag de plot niet overheersen. Producent Gordon droomde aanvankelijk van Clint Eastwood en Richard Pryor in de hoofdrollen. Ging niet door. Daarna leek iedere zichzelf respecterende macho in Hollywood het script af te wijzen. Maar als Gross begint staat inmiddels een koppel klaar: Nick Nolte en de jonge stand up comedian Eddie Murphy.

Het script wordt vanaf nu toegesneden op deze acteurs. Murphy heeft bijvoorbeeld een verzoek. Zijn personage heet Willie Biggs. Dat klinkt hem te veel als “a Hollywood made up black guy’s name”. Murphy suggereert de naam Hammond. De voornaam Reggie is een compromis: alléén de voornaam klinkt nog als een Hollywood made up black guy’s name.

Gross diept de personages verder uit. Voegt scènes toe tussen Nolte en z’n vriendin, met wie hij een beroerde relatie heeft. En Reggie smacht na al die jaren tussen vier muren naar een dame. Door deze frustraties aan te zetten hebben de twee tussen het knokken door ook iets te spelen.
 
Het is Murphy’s eerste filmrol. Hij heeft vooral ervaring op het podium en voor de camera’s van het populaire satirische programma Saturday Night Live, maar op de filmset moet hij zijn draai aanvankelijk nog vinden. Meestal staat hij voor een publiek. Z’n kracht zit hem vooral in reageren op wat er om hem heen gebeurt en Gross besluit daarom om Murphy’s scènes zo direct mogelijk te maken.
 
Van onwennigheid is in de film niets te merken. Nolte mag dan officieel de hoofdpersoon zijn, zodra Murphy verschijnt, in z’n cel meekrijsend met z’n walkman (“Roxàààne…”), wordt het bijna automatisch zijn film. Met zijn eerste bijdehante zin (“Got a name, cop?”) plaatst de bajesklant zich meteen op gelijke voet met de smeris. Nolte transformeert op vrij natuurlijke wijze in een aangever.
 
Jaren later schrijft de acteur in zijn autobiografie dat alle een-tweetjes tussen hem en Murphy waren geïmproviseerd. Is dat zo? Hill geeft in interviews grif toe dat de mannen een goede klik hadden en dat hij gretig gebruik maakte van Murphy’s enorme komische talent: “Soms kwam hij met hele goeie vondsten, en ik was slim genoeg om die te behouden.” Wie de verschillen tussen script en film nader wil bestuderen, vindt het scenario hier.
 
Het resultaat wordt een sensatie. De gedegen opbouw van het scenario zorgt ervoor dat de humor niet de spanning overwoekert, maar dankzij Murphy’s branie wordt de film nooit een invuloefening. Integendeel, de film groeit uit tot een nieuw schoolvoorbeeld van het oude genre. Er volgt dan ook een lawine aan zogenoemde buddy cop movies, waaronder de Lethal Weapon-reeks. Hill, Gross en de twee sterren wagen zich dan ook aan een herhalingsoefening, waarvan alleen al de titel hint op routine: Another 48 Hrs. In het verleden behaalde rendementen blijken helaas ook in de filmwereld geen garantie voor de toekomst.
 
48 Hrs. is te koop via You Tube.

Wat zoek je?