Scenarist versus dramaturg en producent

“Ze hebben het gewoon niet goed gelezen.” “Ze gaan veel te veel uit van hun eigen smaak.” “Ze kwamen alleen maar met handboek wijsheden.” Organiseer een etentje met scenaristen en ergens op de avond ontaardt het gesprek gegarandeerd in dit soort gemopper op de feedback die ze krijgen van producenten en dramaturgen. Maar er zijn ook andere, lovende verhalen over hoe door een frisse blik, kritische vragen, heldere formulering en soms een paar strenge woorden het maximale uit een scenario wordt gehaald.

Kortom, de relatie tussen schrijver en feedbackgever is complex. Hun samenwerking is geen rechte lijn naar succes, maar een proces van voorzichtig aftasten, zoeken, proberen, opbouwen, afbreken en opnieuw proberen. Dat er zo nu en dan wat misverstanden en frustraties zijn, is niet te vermijden, maar dat is allemaal gerechtvaardigd (en snel vergeten) als dit ten goede komt van het script. Toch is dit complexe proces, dat van zo’n grote invloed is op de film en serie, iets wat nauwelijks wordt bestudeerd en weinig wordt besproken. Dit najaar verschijnt er eindelijk een boek dat hierop in gaat.

Ingrediënten voor een harmonieuze samenwerking

“Het is mijn verhaal niet meer”, verzuchten scenarioschrijvers vaak nadat hun script in de loop der maanden onder de loep is genomen en besproken door producers en scriptcoaches en vervolgens plichtgetrouw is herschreven. Wat is er misgegaan? “Het zit ‘m allemaal in het grondwerk”, zegt Else Flim. “In de allereerste gesprekken tussen de scenarist en de dramaturg moet duidelijk worden wat de scenarist wil vertellen, en daar moeten ze zich beiden aan houden.”

Else Flim werkte als producer bij de NCRV. Ze studeerde af aan de Universiteit Utrecht op conflicten die kunnen ontstaan bij de ontwikkeling van een scenario en hoe die te voorkomen of op te lossen. Haar scriptie Dramaturg en scenarioschrijver: een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld bleek een inspiratiebron te zijn voor docenten op de Filmacademie en aan de UU. Nadat zij daar een gastcollege had gegeven, werd ze gestimuleerd tot het schrijven van haar boek ‘Take 2 – Effectieve communicatie in het maakproces van televisiedrama en film’, dat dit najaar uitkomt.

Bij sommige dramaturgen ontbreekt soms de vaardigheid om visueel te lezen

“De eisen die worden gesteld aan dramaturgen zijn heel hoog”, vertelt Flim in haar woonkamer in Laren. “Een goede dramaturg heeft psychologisch inzicht, niet alleen in de personages, maar ook in de mensen die ze begeleiden. Ze hebben veel kennis nodig van film, theater en dramaturgie en moeten beschikken over goede communicatieve vaardigheden. Ze moeten empathisch vermogen en zelfreflectie hebben. Je verwacht eigenlijk een ideaal mens, maar  ideale mensen bestaan niet.”
Wat zijn de veel voorkomende problemen? “Verschil van mening over de inhoud van het script en de manier van feedback geven. Bij sommige dramaturgen ontbreekt soms de vaardigheid om visueel te lezen. Dan begrijpen ze de schrijver niet. Een veelgehoorde opmerking is dat de dramaturgen het verhaal naar zich toe trekken en gaan meeschrijven.” Dit alles kan volgens Flim worden voorkomen met het grondwerk in de eerste twee gesprekken tussen schrijver en dramaturg. Wie ben jij en waarom wil jij dit verhaal vertellen?

Daarover én over de manier van communiceren zouden alle eerste gesprekken moeten gaan. Daarmee voorkom je dat er later een welles-nietes discussie ontstaat. Ook moet duidelijk zijn dat de dramaturg/scripteditor/producent, hoe je het ook bekijkt, in een leidinggevende rol zit. Voor scenarioschrijvers is die ongelijkwaardige positie vaak moeilijk te aanvaarden. Zíj zijn immers de basis van het creatief product!”

“Een harmonieuze samenwerkingsrelatie heeft de volgende ingrediënten: wederzijds respect, een open houding van beide kanten, de dramaturg moet beseffen dat de schrijver zich in een kwetsbare positie bevindt en de schrijver moet beseffen dat het proces goed kan zijn voor hem én het project. Als scenaristen kritiek krijgen waarmee ze het in eerste instantie oneens zijn, moeten ze niet meteen in de verdediging schieten, maar de opmerkingen opschrijven, thuis overdenken en ontdekken waardoor de boosheid ontstaat. En dan is er ruimte voor relativering en ga je nieuwe analyses maken.

“Bij iedere schrijver of kunstenaar ontstaat basistwijfel bij het ontvangen van kritiek. Dit is een gegeven. Dat gevoel wordt in mijn boek herkenbaar verwoord. Dramaturgen kunnen suggesties doen en intuïtie speelt daarbij ook een rol, maar de belangrijke taak tijdens de scriptontwikkeling is kijken met een frisse blik, reageren als de kijker, de grote verhaallijnen en het proces bewaken, de waarom-vraag stellen en het antwoord uit de schrijver laten komen.”
Om hierbij te helpen heeft Flim een samenwerkingsconvenant opgesteld (zie kader) met tien afspraken waarmee de scenarist en dramaturg akkoord kunnen gaan aan het begin van hun samenwerking. Als er problemen of frustraties ontstaan, kunnen ze hierop terugvallen. Verder moeten scenaristen vooral niet vergeten dat dramaturgen ook een moeilijke positie hebben. “Dramaturgen zijn ook zielsmensen, merkt een communicatiedeskundige op in Take 2. Ze worden vaak niet erkend in hun werk en soms worden ook zij overruled en moeten zij van hogerhand negatieve boodschappen doorgeven aan scenaristen. Het ergste zijn die slech-tnieuws gesprekken. Stel je voor, je hebt een samenwerking opgebouwd met een scenarist en moet dan vertellen dat het project toch niet doorgaat.”

Praktijkervaringen

Ernie Tee en Marieke Mols werken allebei veel samen met scenaristen. Tee wordt ingehuurd als freelance scriptcoach. “Soms word ik er helemaal aan het begin bij gehaald. Bij bijvoorbeeld Bride Flight van Marieke van der Pol was ik al betrokken bij de brainstorm over het eerste idee dat op tafel lag: het vliegtuig met bruiden dat naar Nieuw-Zeeland vloog. Soms word ik in een later stadium ingevlogen als trouble shooter, als er aan het eind van het ontwikkelingsproces nog een probleem is. En verder zijn alle fasen daartussen mogelijk.”

In dit vak moet je geen groot ego hebben

Marieke Mols is redacteur bij de VPRO. Zij begeleidt onder andere de afstudeerfilms van de Filmacademie en de One Night Stands, en zo hebben jonge schrijvers vaak hun eerste ervaring met een dramaturg met haar. “Als ze nog op de Filmacademie zitten willen ze zo min mogelijk bemoeienis. Als ze eenmaal die fase hebben gehad, vinden ze het wel fijn, de manier waarop ik probeer in hun lijn zo goed mogelijk iets tot stand te brengen. Ik laat de schrijvers een hoop vertellen over hoe ze hun script zien, wat hun interesses zijn en met welke filmmakers ze zich verwant voelen. Soms is het een heel psychologisch proces, omdat ze onzeker zijn over hoe ze het moeten realiseren, of omdat ze in een bepaalde fase van hun leven zitten. Elke samenwerking vraagt weer om een andere insteek.”

“In dit vak moet je geen groot ego hebben,” beaamt Tee. “Je moet altijd dienstbaar zijn. Het prettige aan mijn positie is dat de schrijver niet bij mij in dienst is en daardoor hebben we een open verhouding. Je krijgt altijd eerst wat te lezen en dan probeer je in het gesprek er achter te komen of het klopt met wat ze willen maken. Dat is een goede methode om op één lijn te komen. Alle theorieboekjes heb je in je achterhoofd, maar die hanteer ik nooit als leidraad, want dan wordt de schrijver dol. Wel pas ik gevoelsmatig een aantal dingen toe, zoals; wat is het probleem van het karakter en hoe wil hij dat oplossen? Dat moet helder zijn. Naar aanleiding van die vragen heb je lange gespreken over hoe de personages in elkaar steken.”

“Ik zal commentaar altijd proberen positief te formuleren,” vertelt Mols. “Een gesprek begint altijd fijner als mensen op hun gemak zijn en over het algemeen is er ook al veel goed is aan hun script. De problemen zitten vaak in kleinere dingen. Ik let op of wat ze schrijven consequent is. Sommige schrijvers gaan met commentaar aan de haal en doen er iets veel beters mee dan ik had kunnen bedenken. Dat is het allermooiste, als dat gebeurt. Ik vraag ze wel eens of ze het verhaal kunnen schrijven vanuit een ander personage. Soms zitten auteurs vast in een perspectief dat te dicht bij of te ver van hen afstaat. Als ze dan een ander perspectief kiezen, kan dat nieuwe inzichten opleveren.”

Nieuwe inzichten zijn goed, maar je moet nooit de heldere lijn uit het oogt verliezen, vindt Ernie Tee. “Dat maak ik wel eens mee. Dat een script dan op twee benen begint te hinken als je probeert meerdere verhalen te vertellen. In een bepaald stadium moet je al het overbodige er af schrapen. Dat is ook onderdeel van het proces. Scenario-ontwikkeling is nooit, in mijn beleving, een rechtlijnig proces van groei. Het is vaak een wisselwerking van groei en afschrapen.”
Als bewaker van het ontwikkelingsproces moet Mols de scenarist behoeden voor valkuilen. “Er zijn mensen die nadrukkelijk auteur willen zijn. Dat is te begrijpen, maar het kan ook uit de bocht vliegen. Ze willen het proces dan te sterk in eigen hand houden en zijn er van overtuigd dat hun ideeën het beste kloppen. Als de film dan af is, zie je vaak dat recensenten diezelfde punten benoemen die wij al hadden aangekaart. Bij sommige makers komt het niet meer zomaar goed, als ze zonder begeleiding verder willen gaan. Dat kan hun carrière nekken.” Maar omgekeerd kan ook. “Mensen die alleen willen pleasen redden het ook niet. Als je merkt dat iemand onzeker is, heel dociel alles verbetert en blijft vragen, hoe wil je het dan? Dan laat ik merken dat ik dat niet de oplossing vind. Het zou beter zijn als ze dan naar hun eigen instinct zouden luisteren.”

De visie van een producent

“De taak van een producent is om het beste uit mensen te halen,” vindt Stienette Bosklopper. Veel filmmakers zien een producent voornamelijk als iemand die geld regelt en de organisatie op zich neemt. Maar Bosklopper vindt een producent in de eerste plaats een kwaliteitsaanjager en tijdens de ontwikkeling een bewaker van het script. “Ik heb soms het idee dat sommige producenten vooral functioneren als doorgeefluik van de mening van de omroep of consulenten van het Filmfonds. Een producent moet zelf een visie hebben op het project.”

Bosklopper, producent bij Circe Film, maakte eigenzinnige arthouse producties als Calimucho, Hemel en Boven is het stil. Ze staat er om bekend dat ze veel tijd investeert in de ontwikkeling. Een originele visie op de wereld, dat is waar ze naar op zoek is “Als een schrijver met een synopsis bij me komt, dan kan die soms zelf ook niet goed benoemen wat het is dat het verhaal bijzonder maakt,” vertelt ze op haar kantoor in Amsterdam Oud West. “Dan kan het wel helpen als ik zeg ‘dit-en-dit vind ik de bijzondere elementen. Laten we ons daar op focussen en laten we de andere zaken weglaten’. Dat zijn soms extreme ingrepen, maar alleen zo kan je het potentieel in een project ontdekken, wat de schrijver er zelf nog niet in heeft gezien.”

Het kan ook zijn dat een project wat tough love nodig heeft van de producer. Als voorbeeld noemt Bosklopper de verfilming van de roman Boven is het stil van Gerbrand Bakker. “Ik had een duidelijke visie over hoe een optimale verfilming van het boek eruit zou kunnen zien. De helft van het boek speelt zich af in het verleden, maar ik vond dat dit er in de film niet bij kon. Ik heb een scenarist een schrijfopdracht gegeven en haar meegegeven de bewerking tot het heden te beperken. Op een gegeven moment slopen er toch allerlei elementen uit het verleden in. Ik vond dat niet werken. Uiteindelijk kwamen we er niet uit en zijn onze wegen gescheiden. Dit is wel een heel pregnant voorbeeld, het gaat meestal niet zo, maar als de schrijver bij mij was gekomen met het boek, dan had ik dit advies ook gegeven. Zo zie ik mijn rol als producent: een heldere visie geven over wat de beste film kan worden met de ingrediënten die we hebben.”

De producent moet samen met de schrijver het kaf van het koren scheiden

“Als je als producent geen visie hebt op het project, kun je de schrijver ook niet beschermen tegen de soms wat grillige combinatie van meningen van omroepen en fondsen. De producent moet samen met de schrijver het kaf van het koren scheiden. Bij een bespreking met een extern adviseur zie ik schrijvers heel driftig aantekeningen maken. Achteraf gaan we dan bespreken wat we daar mee doen. Er zijn dan misschien wel twintig dingen gezegd over het script, waarvan we er achttien als onzin kunnen beschouwen en twee kunnen gebruiken. Je moet nooit iets veranderen omdat iemand zegt dat je het moet. Het moet een nieuw, gedeeld inzicht zijn.” Om dit gevoelige proces van meningen en adviezen adequaat te managen moeten producenten diepgaande kennis hebben van dramaturgie en hun analytische vermogens blijven aanscherpen. “Een valkuil van producenten is dat ze denken dat dramaturgie vooral een vak voor anderen is. Dat het genoeg is om er een beetje op los te lullen. Dramaturgie is veel meer dan alleen maar je reactie geven. Het is een gefundeerde professionele analyse waar de andere partij iets aan heeft.”

Onlangs deed Bosklopper een nieuwe ervaring op: voor het eerst schreef ze zelf het scenario van een speelfilm, Cobain. “In de begintijd van mijn carrière heb ik wel kleinere dingen geschreven, maar omdat ik zo aan het produceren was, is dat nooit tot wasdom gekomen. Maar er kriebelde toch iets.” Hoe beviel deze sprong? “Wat er vroeger over het script werd gezegd, beroerde mij zelden emotioneel, want ik was niet degene die het had geschreven. Maar nu voelde ik me heel kwetsbaar. Ik vergrootte alle signalen uit. Ik had het ingediend bij de consulent van New Screen. Toen ik haar tegenkwam op een borrel, zei ze er niets over. Dat heb ik als producent heel vaak meegemaakt, maar dan had ik daar geen last van of maakte ik er een grapje over. Nu was ik bevroren en dacht, ‘oh, ze vindt het heel slecht’! Het is heilzaam dat ik me beter kan inleven in wat scenaristen doormaken.” Cobain werd deze zomer gedraaid door Nanouk Leopold en verschijnt volgend jaar in de bioscoop.

Op vrijdagmiddag 9 september worden de eerste exemplaren van Take 2 van Else Flim in het Van Deysselhuis aangeboden aan Gemma Derksen (hoofd Drama BNN/VARA) en scenarioschrijver Robert Alberdingk Thijm. Leden van het Netwerk Scenarioschrijvers kunnen zich via de website aanmelden voor de borrel.

Wat zoek je?