Polderen en films van 75 procent

Op 26 september schreef voorzitter Pieter Bart Korthuis van het Netwerk Scenarioschrijvers in Plot dat Nederlandse films vaak niet verder komen dan 75 procent van hun potentieel, waardoor de ambities van die films niet worden waargemaakt.

De missende 25 procent worden geweten aan het typisch Nederlandse polderen: “Ergens in het proces voegen wij ons als makers naar de wensen van producenten, dramaturgen, fondsen en financiers – die overigens vaak genoeg en met de beste bedoelingen hele zinnige dingen te zeggen hebben – om vervolgens de ziel van het project om zeep te helpen.” Het is typerend dat juist de mensen die er zijn om films naar een hoger plan te tillen, hier de schuld krijgen van de middelmatigheid.

De Deense film Den Skyldige wordt genoemd als voorbeeld van een wel geslaagde film. Daar ben ik het trouwens helemaal mee eens: het is een van de beste films die ik in jaren heb gezien. De vraag is alleen of dat komt door de afwezigheid van producenten, dramaturgen, fondsen en financiers. Het antwoord lijkt overduidelijk ‘nee’ te zijn. Den Skyldige is gemaakt met de hulp van drie fondsen, twee producenten en een omroep. Wel waren er makers met een hele sterke visie op wat ze wilden vertellen, en hoe. De urgentie van dít verhaal, hier en nu. Daarnaast was er een vriendschap van de regisseur, producent, cameraman en editor, die al dateerde van de filmschool.

Kan dat hier in Nederland ook? Ja, natuurlijk kan dat ook. En eventueel ook zonder die vriendschap. Zolang die drive er maar is. En zolang de makers het lef hebben om juist heel goed te luisteren naar feedback, en daar weloverwogen hun voordeel mee te doen. Wat leidt tot een betere versie, vanuit die heldere visie, met hun eigen stem als maker. Een goed verhaal moet wel goed verteld worden, en daar schort het nog wel eens aan. Een film gaat pas zwabberen van feedback, als de visie niet sterk genoeg is.

Een ander positief voorbeeld was One Night Stand, ook dit jaar weer genomineerd voor de Kalveren. Nou weet ik van nabij dat juist deze korte films intensief worden begeleid door producenten, omroepen en fondsen. Dat kan dus wel degelijk tot een goed resultaat leiden. Ik verwacht dat ook de opvolger Centraal, waarbij elk verhaal begint en eindigt op het station, binnen dat raamwerk weer al die unieke nieuwe talenten zal laten floreren.

Misschien leggen we de lat ook wel hoog. Geen enkel land kan alle films 100 procent laten slagen. Ook Denemarken niet. Wij zien hier alleen hun kers op de taart – de misbaksels reizen niet.

Mensen op feestjes kijken je soms medelijdend aan, en zeggen dan met dedain dat ze nooit naar Nederlandse films gaan, omdat die toch allemaal slecht zijn. Hoe ze dat zo zeker weten, is de vraag.  Maar inderdaad zijn er in eigen land zowel toppers als flops te zien. En dit jaar heb ik wel degelijk een paar fijne Nederlandse films gezien.

Goede films (en series) maken is gewoon moeilijk, zeker als je én artistieke waardering wilt én een groot publiek. Ik geloof nog altijd dat dit kan. Aan het talent zal het niet liggen, want goede schrijvers zijn er wel. Met een heldere visie en een open mind ligt de wereld aan hun voeten. Dus laten we elkaar niet aanpraten dat je hier altijd ingepolderd wordt. Op naar de 100 procent!

Reactie Pieter Bart Korthuis:

Net als scenario’s kunnen columns op verschillende manieren worden gelezen. Waar mijn artikelen voor Plot meestal op een enkele goedkeurende opmerking van een collega-bestuurslid kunnen rekenen, werd ik dit keer totaal overdonderd door de hoeveelheid positieve reacties.

De constatering dat we met zijn allen in een systeem zitten, waarin we minder goed presteren dan wij als filmmakers zouden willen, wordt kennelijk breed gedeeld. Ik beweer ook geenszins dat de schuld eenzijdig bij producenten, dramaturgen, omroepen en fondsen ligt. Wat mijn eigen film betreft waar ik in de column aan refereer: deze had zonder de tomeloze inzet van het producententeam geeneens gemaakt kunnen worden.

Een oplossing van een probleem kan zich echter pas aandienen als we in ieder geval erkennen dat er een probleem is. Net als Gemma roep ik vooral makers op om meer durf en visie te tonen, maar het is de verantwoordelijkheid van ons allemaal – ook dramaturgen, omroepen en fondsen – om ervoor te zorgen dat deze visie niet verwatert en tot betere films leidt.

Wat zoek je?