Papier of pixels?

De afgelopen tien jaar was er één zekerheid in mijn schrijversleven: elk kwartaal kwam de Plot per post. Elk kwartaal werd ik weer met de neus op de feiten gedrukt, het stond daar echt zwart op wit: ik ben een schrijver. Of eigenlijk: columnist. Het eerste wat ik doe, is mijn column lezen. Toch even snel kijken of hij een maand later nog steeds zo hilarisch leuk is als toen ik hem mailde, euforisch gestemd omdat ik de deadline maar met een paar dagen overschreden had. En natuurlijk ook om te zwelgen in mijn eigen schrijverschap.
 
Daarom schrok ik ook zo, toen ik hoorde dat Plot digitaal gaat. Wat doet dat met mijn schrijverschap? Ben ik het dan niet waard om gedrukt te worden? Bovendien word ik dan van schrijver plotseling gedegradeerd tot blogger. Bloggers zijn goedwillende hobbyisten, onbedaarlijke sukkelaars met een meninkje die dankzij het internet een podium hebben gekregen. Bovendien klinkt ‘blogger’ alsof een verkouden zeeman iets onbeschrijflijks uit z’n luchtpijp probeert op te hoesten.
 
Als ik vroeger met een date over het Leidseplein liep, bezocht ik altijd onder een vals voorwendsel The Theatre Bookshop bij de Stadsschouwburg. Dan liep ik terloops even naar de tijdschriften en daar lag dan de Plot. “Kijk,” zei ik dan zo luchtig mogelijk “hier schrijf ik een column voor.” Hoe doe je dat in vredesnaam op internet? Typ je dan heel casual de url in en zeg je: “Verhip, kijk nou eens. Daar schrijf ik een column voor”? Nee, het is maar goed dat ik al aan de vrouw ben.
 
Ik bewaar alle Plots netjes in een plastic tijdschriftenbakje, helemaal compleet. En dat alleen maar omdat ik dan af en toe mijn column nog eens aan iemand kan laten lezen. Niet dat dat altijd de gewenste bewonderende reactie oproept, maar dit terzijde. In elk geval staat -ie er mooi, in dat fraaie, glossy vormgegeven magazine. Hoe moet dat straks dan? Moet ik mijn column gewoon printen op een lullig A4’tje? Dat voelt toch alsof je met een kindertekening aankomt zetten.
 
Het zal wel nostalgie zijn, een verouderd beeld over het succesideaal van een schrijver. Je zou namelijk ook kunnen aanvoeren dat papier vergankelijk is, terwijl digitale schrijfsels voor de eeuwigheid in de gezamenlijke ‘cloud’ blijven opgeslagen. Eigenlijk moet ik dus in de wolken zijn met deze ontwikkeling. Het internet maakt mijn columns in één klap onsterfelijk. Net als al die inspirerende TED-filmpjes, compromitterende foto’s van uit de hand gelopen bedrijfsfeestjes en slecht gespelde doodsbedreigingen van gefrustreerde scholieren aan hun leraar Duits.

Wat zoek je?