Landsbelang
Ik wilde iets beschouwends schrijven over de parlementaire verkiezingen, maar ja, die liggen alweer een tijdje achter ons, en tegelijkertijd zal het nog wel tot na de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar maart duren voor er een nieuw kabinet is. Met zoals de laatste jaren gebruikelijk een houdbaarheidsgarantie tot aan de voordeur.

Mijn persoonlijke voorkeur is verder ook niet zo belangrijk, maar gaat vooral uit naar een breed gedragen en zo stabiel mogelijk kabinet, dat hopelijk oog heeft voor de echt belangrijke dingen in het leven. Als je eenmaal beseft dat op die enorme jaarlijkse rijksbegroting van zo’n 500 miljard euro maar zo’n 0,56 procent naar kunst & cultuur gaat, dan snap je dat het wat mij betreft altijd meer mag worden en nooit minder. Wijlen Frits Bolkestein vond overigens hetzelfde, daar zou de VVD (maar ook de politiek als geheel) anno nu een voorbeeld aan kunnen nemen.
Qua toekomstig kabinet heb ik mijn hoop nog altijd gevestigd op volwassen mensen die niet nodeloos obstructie plegen, maar die bereid zijn om hun verantwoordelijkheid te nemen, al is het maar in het landsbelang.
Als toegewijde democraat heb ik nu eenmaal niks met het autoritaire regime zoals dat de afgelopen tien maanden in de Verenigde Staten aan het ontstaan is. Dat was een van de redenen dat ik zo blij was met het fenomenale One Battle after Another van Paul Thomas Anderson, met in de hoofdrol Leonardo DiCaprio, een rollercoaster van een film, waarin politiek activisme en cinematografische hoogstandjes heel goed samen bleken te kunnen gaan.
Ja, ik weet het, de film is zo’n honderd miljoen dollar te duur om winst te maken, maar alle Oscars die de film kan gaan winnen, kunnen dat op de (hele) lange termijn best nog wel goedmaken. En zeg nou zelf, het is toch hartstikke mooi dat wij in een land leven waarin een film van de grote Paul Thomas Anderson (zie het artikel in een eerdere Plot) maar liefst vier weken op nummer één in de Bioscoop Top 30 stond.
Met overigens vlak daarachter het al even fantastische Voor de Meisjes van Mike van Diem. De terechte Gouden Kalf-winnaar van dit jaar bewijst voor mijn gevoel dat het Filmfonds wel weer eens wat vaker mag investeren in films voor het brede middensegment.
Ik heb op deze plek ook vaak genoeg mijn liefde voor de vaderlandse arthouse beleden, maar zeker in de eerste helft van het jaar waren er wel heel veel kleine, kwetsbare films, die vrijwel onopgemerkt werden uitgebracht en waar vervolgens ook bijna niemand naartoe ging.
Dan is het helemaal geen slecht idee om af en toe wat meer en/of vaker te investeren in een Voor de Meisjes of Bankier van het Verzet.
Ondertussen netflixen we vrolijk verder. Ik weet niet hoe het met jullie is, maar ik heb me de afgelopen tijd kostelijk vermaakt met Amsterdam Empire, de nieuwe misdaadserie van de makers van het ook internationaal succesvolle Undercover. Het is een binge-waardige mix van Hollands Hoop en Penoza, met Jacob Derwig die helemaal Klem zit, Elise Schaap die weer eens volkomen onweerstaanbaar is en Famke Janssen, die eindelijk een hoofdrol speelt in een Nederlandse productie en meteen een heerlijk larger than life-personage mag neerzetten. Om het nog maar eens in goed Engels te verwoorden: “What’s not to like?”
Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de slasherfilm Vleesdag van Martijn Smits, die momenteel hoge ogen gooit op internationale genrefilmfestivals, en die inmiddels ook te bewonderen valt op Amazon Prime Video. Als rechtgeaarde scaredy cat is al dat bloederige gemoord niet helemaal mijn ding, maar dat zegt niks over de kwaliteit, want die is er wel degelijk en het succes is de makers sowieso van harte gegund.
Wat de nabije toekomst aangaat, verheug ik me op Amsterdamned II van Dick Maas, met o.a. Holly Mae Brood, Huub Stapel en Tatum Dagelet. Het origineel uit 1988 is een van mijn favoriete films van eigen bodem. De release is op 4 december, dus dat kun je met recht een fijn sinterklaascadeau noemen!
