Kleine situaties, groots verhaal

Marijn de Wit studeerde af aan de Filmacademie met het script voor de korte film Wes. Hij schreef een boek over kinderen met ontwikkelingsstoornissen, Worden wie je bent (een reis door de ontwikkelingsfilosofie van Reuven Feuerstein), en het scenario voor De Terugreis. Die film is de Nederlandse inzending voor de Oscars en won onlangs het Gouden Kalf voor de beste speelfilm.

Schrijf je momenteel aan iets?
Een kinderboek, Apocalyps voor kinderen, een soort kwajongens- en kwameisjesboek over wat er gebeurt als de hele wereld op zijn kop komt te staan. En ik zit in het beginstadium van een nieuw script. Dat ligt nu bij het Filmfonds.

Word je gelukkig van schrijven?
Ja, heel erg, sterker nog, ik word heel erg ongelukkig van niet schrijven. Hoewel ik niet elke dag schrijf. Dat letterlijk achter de computer zitten, dat komt bij mij in vlagen. Ik ben wel altijd om me heen aan het kijken, neem de tijd om uit het raam te staren, om muziek te maken, het hoeft niet doelgericht te zijn. Veel schrijvers zijn, of zien zichzelf, als een soort observator, die doen niet echt mee, stellen zich niet kwetsbaar op, nemen nooit een risico in gezelschap. Zo’n schrijver wil ik niet zijn. Ik wil mezelf laten zien. De wereld is groter dan alleen maar regisseurs, producenten, distributeurs. Ik werk nu bijvoorbeeld met daklozen.

Dus schrijven is dus niet je enige bron van inkomsten?
Nee. Ik verlang enerzijds wel naar professioneel schrijverschap maar ik kan maar aan één project tegelijk werken en zie momenteel niet in hoe ik dat kan bolwerken. Ook daarom werk ik twee dagen per week bij een inloophuis voor daklozen. We koken, verzorgen wonden, praten met ze, we halen hen uit elkaar als ze ruzie hebben.

Voor welke film ben jij onlangs naar de bioscoop gegaan?
The Third Man (regie Carol Reed, 1949), geschreven door Graham Greene. Het gaat me niet eens zozeer om de plot maar om hoe Wenen neergezet wordt: een stad na de oorlog, kapotgebombardeerd. Zó geheimzinnig. Er zitten eindeloze trappen in, stegen, bochten, schaduwen die in de diepte verdwijnen, ruïnes waar je eindeloos in kunt verdwalen, een stad waar van alles kan gebeuren. De arena draagt enorm bij aan het verhaal en prikkelt je verbeelding.

Wat is het laatste toneelstuk dat je hebt gezien?
De zaak Shell.
Een knettergoed stuk. Steengoed geschreven. Maar ik ben een beetje bevooroordeeld, want het is van mijn zusje.

Weet je wat voor Nederlands drama momenteel op televisie dan wel op streamers te zien is?
Ik zie niet heel veel, heb mezelf wel voorgenomen om meer te gaan kijken, maar ik vond Dag en Nacht heel interessant, een serie naar een Deens concept. En ik kijk nu naar De Joodse Raad. Spannend, goed geschreven, van hoge kwaliteit, heel fijn. Aan zo’n serie zie je dat het niveau in Nederland echt omhoog gaat. 

Welke film had je willen schrijven?
Dead Man
van Jim Jarmusch. De film gaat over hoe een heel beschaafd, in de beschaving ingezwachteld mens met zijn perfecte kleren, zijn brilletje en zijn schoonheid in contact komt met zijn wilde onbeschaafde primaire innerlijk. Het moment dat William Blake, de hoofdpersoon, wegdrijft op de wilde zee, wetend wat hem te wachten staat, dat is voor mij een moment van zo’n mystieke kracht, zo intens dat je als kijker jezelf ook bijna ‘loslaat’. Dat er nog steeds iets heel primitiefs in ons zit, terwijl we ook steeds meer in een gerobotiseerde maatschappij leven, dat heeft iets heel hoopvols.

Wat is je sterkste kant als schrijver?
Ik voel redelijk veel zelfvertrouwen als ik me bezighoud met het menselijke, de emotionele diepte van mijn personages. Het schetsen van het emotionele leven van karakters en het bedenken van scènes daarbij die resoneren bij de kijker.

Wat moet je als schrijver nog leren?
O, nog heel veel. Ik ben niet zo’n goede plotschrijver. Wat voor soort tegenkrachten je kunt bedenken, hoe een karakter obstakels moet overwinnen.  De Terugreis is een roadmovie, dat vind ik een heel fijne vorm. Ik heb er jaren aan gewerkt, maar het meeste werk zat hem in het realistisch op weg krijgen van de twee bejaarde hoofdkarakters, die helemaal vastzitten in hun luie stoel. Dat was voor mij het allermoeilijkste, dat de kijker gaat geloven: oké, deze mensen gaan het avontuur aan. Vanaf het moment dat ze op weg zijn, ging het best makkelijk.

Jim Jarmusch is trouwens ook niet heel narratief maar meer een poëtische filmmaker. En heel veel van zijn films, Broken Flowers, Dead Man, Night on Earth, Stranger than Paradise zijn óók roadmovies, mensen die onderweg zijn. Er is een quote van Jarmusch die ik heel inspirerend vind: ‘I’d rather make a movie about a guy walking his dog than about the emperor of China.’ Heel veel filmmakers willen een grootse film maken over grootse dingen, maar ik vind het mooi om met de allerkleinste situaties grootse dingen te vertellen.

Van wie heb je het vak geleerd?
Op de Filmacademie heb ik les gehad van Hans Heesen. Hij heeft in zijn lesgeven een soort speelsheid die ik heel aanstekelijk vond. Als je hem een idee voorlegt, ook als het een slecht idee is – en dat zijn de meeste ideeën als je 22 bent – dan zie je een vonk in zijn ogen en wat hij meteen teruggeeft is een soort energie, hij gaat erop door maar blijft wel trouw aan het idee, zegt dan: ‘Volgens mij moet jouw idee hier of hierheen…’  En daarmee keurt hij niet maar houdt hij die scheppende energie gaande. En het is niet zozeer technisch, hij probeert je geen foefjes te leren, maar het is heel inspirerend, stimulerend.

Ik ben zelf niet zo van de scenarioboekjes, van de technieken. Ik denk ook niet dat je een script moet schrijven met Robert McKee onder je arm. Je moet hem wel in de kast hebben staan, als een soort ambulance die je op kunt roepen in noodsituaties – alleen voor het moment dat je echt vastloopt.

Aan wie moet de Marijn de Wit schrijfbokaal worden uitgereikt?
Mary Oliver. Ze was een Amerikaanse dichter, ze is in 2019 overleden. Ze is een prachtige, eenvoudige, diepe denker, die van alle dingen in de wereld familieleden maakt. Een gedicht dat mij altijd buitengewoon raakt en ik van harte kan aanraden om eens te lezen is Wild Geese.

Wat zoek je?