Ketentafel

 
Toen de Amerikaanse schrijvers staakten in de lente van 2023 en wij met een kleine groep schrijvers demonstreerden bij het Eye filmmuseum in Amsterdam, scandeerden we – eerst heel voorzichtig, later uit volle borst – “What do we want? Fair Pay! When do we want it? Right now.”

En Fair Pay is er. Bijna. Alleen jammer genoeg niet omdat wij dat uit volle borst hebben geroepen op een mooie zomerse dag in juni, maar omdat Platform Acct sinds november 2021 hard bezig is het met verbeteren van de positie van werkenden in de culturele en creatieve sector.

fairPACCT is het programma dat zich richt op het concretiseren van fair pay en fair practice. Niet alleen voor onze filmsector, maar voor iedereen in de creatieve sector, of je nu fotograaf, trompettist of archeoloog bent. Via zogenoemde ketentafels, dat voor de visueel ingestelden onder ons misschien andere associaties oproept, wordt er gewerkt aan concreet inzetbare praktijkinstrumenten. De ketentafel Film/AV-producties is in september 2022 van start gegaan en die tafel is inmiddels gekomen tot verschillende praktijkinstrumenten en een bijbehorend mininum uurtarief per functiezwaarte.

Er waren vooroordelen, er was onbegrip, misvattingen over elkaars werk, maar langzaam ontstond wederzijds begrip over wat het betekent om van een leeg beeldscherm tot een visueel eindproduct te komen

De praktijkinstrumenten zijn nu een feit dankzij een grote groep filmprofessionals afkomstig uit iedere discipline, denk aan editors, kostuumontwerpers, setdressers, cameramensen, diverse crewleden, acteurs, regisseurs en natuurlijk ook scenaristen. Gezamenlijk is er in kaart gebracht wat er qua arbeid nodig is om een AV-productie tot stand te brengen. Dat ging zeker in het begin niet van een leien dakje. Stel je ook eens voor; een groep van rond de 20 mensen moesten het eens worden over wie wat doet en hoe dat het beste omschreven kan worden. Er waren vooroordelen, er was onbegrip, misvattingen over elkaars werk, maar langzaam veranderde dat en ontstond er wederzijds begrip over wat het betekent om van een leeg beeldscherm tot een visueel eindproduct te komen. Alles moest benoemd worden. Hoe definieer je een pitch? Of een polish? Of een schrijversvisie? Wat is de definitie van een hold dag en wat valt er onder een cameratest?
 
Nadat er overeenstemming was over die pak ‘m beet 200+ begrippen, volgde het zogenoemde Opdrachtkompas, waarin functieniveaus verdeeld over de verschillende departementen binnen een productie tot in detail werden beschreven. En heel kort door de bocht werd er door adviesbureau Berenschot een minimum uurtarief toebedeeld op basis van ondere andere vergelijkbare functiezwaartes uit bestaande CAO’s.

Met als uiteindelijk doel dat wij als makers een betere positie krijgen ten opzichte van onze opdrachtgever. Want met dit document in de hand kunnen wij in theorie zeggen: kijk opdrachtgever, mijn functie als schrijver is ingeschaald op dit minimum uurtarief en jij als opdrachtgever hebt je gecommitteerd aan de fair pay code. Dus minder dan dit uurtarief mag je me niet betalen. En daaruit voortvloeiend is het de bedoeling dat we niet zomaar akkoord gaan met een minimum uurtarief maar dat we weten wat we waard zijn en op basis hiervan de onderhandeling aan kunnen gaan. De praktijkinstrumenten (begrippenkader, opdrachtkompas, matrix met zzp-starttarieven, timesheets en een Leidraad Veilig & Gezond Werken) zijn te vinden op fairpacct.nl.
 
Eind november stuurden we onze leden een uitgebreide mail, waarin we vragen of er opmerkingen zijn over eerdergenoemde praktijkinstrumenten. We hebben precies nul reacties ontvangen, ergens begrijpelijk. Ook ik zag sterretjes nadat ik het had gelezen en documenten had bekeken en probeerde te begrijpen. In die mail staat overigens ook: “We begrijpen dat de werkmethoden en vergoedingsstructuren van scenarioschrijvers specifiek zijn en dat werken met uren hierbij niet standaard is. Het resultaat is dan ook niet bedoeld om de huidige werkwijze of betaling te vervangen, maar om een hulpmiddel te zijn — een extra middel om de eigen vergoeding te kunnen toetsen.”

De instrumenten bieden absoluut houvast aan beginnende makers, maar of wij als schrijvers werkelijk op uurbasis kunnen en willen gaan werken, valt te bezien

En dan nu de hamvraag. Zullen deze instrumenten voor ons schrijvers gunstig zijn? Zal het daadwerkelijk slechts een hulpmiddel zijn om ‘”de eigen vergoeding te kunnen toetsen?” Het is een vraag waarop ik nog geen zinnig antwoord heb. De instrumenten bieden absoluut houvast aan beginnende makers, maar of wij als schrijvers werkelijk op uurbasis kunnen en willen gaan werken, valt te bezien. En dan is ook nog buiten beschouwing gelaten dat in die uurtarieven geen rekening is gehouden met rechtenoverdracht. Daarvoor sluiten we trouwens binnenkort weer aan bij een nieuwe ketentafel over auteursrecht.
 
Er zijn best wat discussies gevoerd over het feit dat wij ons als beroepsgroep niet buiten de sector moeten plaatsen. Dat we niet te moeilijk moeten doen als het om werken met uurtarieven gaat. Een kostuumontwerper of een set designer kan immers ook lang niet altijd van te voren inschatten hoeveel uren iets kost. Maar toch, ergens loopt die vergelijking mank. Die kostuumontwerper is namelijk al beter op de hoogte van de omvang van een project, net als de set designer die een script leest, hoewel daar misschien maar een fractie in staat van de wereld die nog gecreëerd moet worden.

Maar nergens anders ter wereld werken schrijvers op basis van uurtarieven, en dat zou toch een belangrijke graadmeter moeten zijn. En ook al durf ik het me bijna niet voor te stellen, als een opdrachtgever ons straks vraagt hoelang we over een bijbel/synopsis/treatment/script doen, werkt dat een mogelijk perverse prikkel in de hand: dat snelheid gelijkgesteld wordt aan kwaliteit. Of dat een ervaren schrijver, die relatief snel werkt, in theorie minder betaald krijgt dan een minder ervaren schrijver die langzaam werkt. Ooit hadden we de zwaarbevochten HOCO-tarieven (zie tabel), die stammen uit 2001. Die tarieven waarbij mininum helaas ook direct als maximum werd gezien door de opdrachtgever, zijn nooit geïndexeerd en worden nog steeds als zijnde marktconform betaald aan schrijvers. Je kunt dus concluderen dat je als schrijver, als je niet goed hebt kunnen onderhandelen that is, voor 60 minuten drama effectief minder betaald krijgt dan in 2001. Moet je natuurlijk wel even de guldens omrekenen naar euro’s.
 
Een indexatie van de HOCO-tarieven, waarin ook twee herschrijvingen, een polish én een rechtenoverdracht in zaten, zal niet de oplossing zijn. Als we samen met fairPACCT komen tot versiebedragen die ‘verantwoord’ terug te rekenen zijn naar uren, zou dat dan een ‘fair’ oplossing zijn? Misschien. Maar dan moeten we als beroepsgroep wel goed nadenken over wat een realistisch aantal uren is voor een versie. En dan nog blijft het de vraag of we onszelf niet tekortdoen door creatief werk in uren te willen vangen. Want hoe reken je de uren die je ‘s nachts wakker ligt omdat je personages met je aan het praten zijn? Of die plotselinge ingeving onder de douche, die je script naar een hoger niveau tilt?
 
Natuurlijk moeten we mee in de beweging naar fair pay. Maar laten we ervoor waken dat we in ons enthousiasme om eerlijk betaald te worden, niet vergeten dat scenarioschrijven een ambacht is dat zich niet laat vangen in spreadsheets en urenregistraties. Want anders staan we straks weer bij Eye te scanderen, maar dan met een hele andere leus: What do we want? Fair Pay per version! When do we want it? Right now.

HoCo-tarieven uit 2001. Indexatie op basis van inflatiecalculator van het CBS.
Wat zoek je?