‘Ik sta aan het begin’

Nadja Hüpscher acteert al meer dan 25 jaar in films en series. Ze kreeg een Gouden Kalf voor De Boekverfilming, speelde in series als De Afdeling en Levenslied en is momenteel te zien in de jeugdserie Rudy’s grote Kerstshow. Daarnaast is ze scenarist en schrijver. Ze volgde een opleiding aan de ScriptAcademy en schreef een aflevering van de nieuwe twaalfdelige BNNVARA-serie Nood, waarin vier mensen worden gevolgd in een 112-meldkamer. Eerder dit jaar kwam haar boek Geluk is met een K uit.

Nadja Hüpscher (Foto: Yvette Kulkens Photography)

Schrijft u momenteel aan iets?
“Ik heb net samen met Topkapi een synopsis voor een Telefilm ingeleverd en ben aan het bekijken wat ik nu ga oppakken. In de beginfase van een scenarioproject kan ik nogal warrig en vaag zijn. Ik heb veel ideeën, die vaak nog alle kanten opgaan. Het is fijn als ik dan al met iemand kan praten en kijken waar die het heenstuurt, zodat het voor mezelf duidelijker wordt. Op een gegeven moment kanaliseert het idee zich dan en kan het heel snel gaan, zeker met de druk van een deadline, maar er gaat een lang proces aan vooraf.”

Is schrijven uw hoofdberoep?
“Nee, want ik acteer ook nog steeds. In Smartlap bijvoorbeeld (onderdeel van de nieuwe De Straat-reeks die in januari van start gaat, red.) en in de nieuwe series Maud en Babs en Trecx. Schrijven is meer naar binnen gericht en soms een hele worsteling, terwijl acteren socialer is en meer naar buiten gericht. Acteren en scenarioschrijven versterken elkaar; door mijn schrijfopleiding heb ik als acteur een beter begrip van scripts, dus het acteren wordt beter door het schrijven, terwijl het schrijven al een basis had door het acteren. Ik kijk nu op een set meer naar het geheel, naar wat het verhaal nodig heeft.”

Wordt u gelukkig van schrijven?
“Ja, want ik heb iets gevonden waar ik nog jaren mee doorkan, er is nog een hele wereld te ontdekken. En ik kan altijd zelf iets initiëren. Ik had nooit gedacht dat dit iets voor mij zou zijn, maar dat is het wel.

Ik heb een jaar of twintig geleden meegedaan aan een masterclass van de Amerikaanse toneelschrijver Charles Mee, die heel bepalend voor me was. We moesten foto’s uit tijdschriften scheuren en daar een verhaal omheen verzinnen. Ik was onzeker omdat ik nog nooit een script geschreven had, maar hij stimuleerde me enorm en was positief over wat ik had bedacht. Daarna ben ik voor theater gaan schrijven. Stukken waar ik zelf in speelde.” 

Voor welke film bent u onlangs naar de bioscoop gegaan?
Hope, over een stel dat niet zo’n goede relatie meer heeft en waarvan de vrouw kanker krijgt. Iemand vroeg me mee te denken over een script over een zieke moeder, dus was ik benieuwd naar deze film. Het is een heel mooi, goed geacteerd drama, maar ikzelf hou wel van iets meer lelijkheid of ergens iets grappigs.”

Wat is het laatste toneelstuk dat u heeft gezien?
“Dat is de voorstelling Rijsen&Rooxman, Dedikkemuiz&Sjors van mugmetdegoudentand. De acteurs hebben een gemeenschappelijk verleden en dat pluizen ze op het toneel uit, met iemand die fungeert als therapeut. Het publiek zit tussen de acteurs en wordt er ook bij betrokken. Het was gedurfd, intens en ingewikkeld, maar ik had er wisselende gevoelens bij. Ik wist niet meer of ik bij het toneel zat of in een therapeutische sessie, maar dat was vast de bedoeling.”

Weet u wat er momenteel aan Nederlands drama op televisie is te zien?
“Ik heb Klem gezien, dat zijn echt scenariolessen. Het zit knap in elkaar en dan ben ik benieuwd hoe een bepaalde verhaallijn wordt uitgewerkt. Ik kijk sowieso altijd wel de eerste twee, drie afleveringen van elke nieuwe serie. En ik verheug me nu al op het nieuwe seizoen van De Regels van Floor. Ik zou willen dat er meer drama voor kinderen was.”

Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
“Ik hoop dat ik acteren en schrijven kan blijven combineren.”

Welke film had u willen schrijven?
“Mag het ook een serie zijn? Fleabag! Ik heb de serie uiteraard gezien en ben nu het scenario aan het lezen. Het is zo goed, de grappen zijn zo vlijmscherp en tegelijk is het hartverscheurend. Ik stop soms halverwege een scène en bedenk dan hoe het zou kunnen eindigen, maar dan eindigt het vaak totaal anders dan ikzelf kon bedenken. Ik vind het knap dat het zo universeel is, terwijl het heel specifiek lijkt. En hoe vaak komt het voor dat je een monoloog van een personage (die van Kristin Scott Thomas over de menopauze, red.) met je vriendinnen gaat bespreken naderhand, omdat die zo baanbrekend is?”

Wat is je sterkste punt als schrijver?
“Ik kan heel goed kritiek ontvangen, dat ben ik ook wel gewend als acteur. Natuurlijk vind ik het soms moeilijk, maar ik doe er wel iets mee en kan dan ook weer verder. Verder moet ik nog uitvinden wat het beste bij me past. Ik ben van vaart, maar ook van diepgang. Ik deins niet terug voor zwaarte, maar hou ook van vermaken en van plukken wat er te plukken valt. En ik geef niet op, ik ga echt altijd door. Dat zit diep in mij.”

Wat moet u als schrijver nog leren?
“Sneller denken, aanvoelen wat wel en niet bij me past, mijn eigen genres vinden, leren een heel speelfilmscript te schrijven. Ik heb een vijftigminutenscript geschreven voor mijn afstuderen en veel formats, voorstellen en synopsissen, maar nog niet een hele speelfilm. Er is nog genoeg, ik sta aan het begin, maar dat is juist fijn; er is een weg te gaan. Ontwikkeling verrijkt alles.”

Nadja Hüpscher en Ruben van der Meer in Rudy’s grote Kerstshow (foto VPRO)

Van wie heeft u het vak geleerd?
“Tijdens mijn opleiding vooral van Paul Bertram, Ger Beukenkamp, Robert Alberdingk Thijm, Mieke de Jong en Jaap Peter Enderlé. En van dramaturg Marijn Bloemen. Ik durf bij haar alles te zeggen en vage ideeën te pitchen en dan geeft ze altijd heel goede feedback. Ik maak dan grote stappen in korte tijd. Ik denk dat ik het vak ook wel zonder opleiding had kunnen leren, alleen uit boeken, maar je leert veel sneller als je samenkomt met mensen die veel meer ervaring hebben. Ik zou de rest van mijn leven wel elke vrijdag les willen hebben.”

Aan wie moet de Nadja Hüpscher Schrijfbokaal worden uitgereikt?
“Aan David E. Kelley voor Big little Lies. Die serie gaat echt over de façade waar we allemaal achter leven. Ja, en Phoebe Waller-Bridge natuurlijk, maar die heeft al twintig bokalen.

Eigenlijk wil ik de bokaal uitreiken aan de kruisbestuiving die tussen schrijvers kan plaatsvinden. Ik vind het best bijzonder als collega-schrijvers hun expertise met mij willen delen in hun vrije tijd. Of je kunt samen iets gaan ontwikkelen. Het contact is heel vruchtbaar. Als acteur ben je de sluitpost, maar als schrijver sta je aan het begin van het creatieve proces.”

Wilt u nog iets kwijt?
“Ik zou wel graag in een team willen schrijven.”

Wat zoek je?