Ik doe mijn droomwerk

Amira Duynhouwer (26) is scenarist en regisseur. Ze studeerde twee jaar geleden af aan de Filmacademie en bouwt sindsdien gestaag aan haar loopbaan. Ze maakte haar debuut met de zelfgeschreven korte film Kimya, die werd gemaakt in het kader van De Ontmoeting. Ook schreef en regisseerde ze de NTR Kort! Beti.

Amira Duynhouwer (foto Martijn de Vos)

Schrijft u momenteel aan iets?
Op dit moment heb ik net een Straat achter de rug en werk ik aan een Telefilm. Daarnaast heb ik een aantal andere mooie projecten in ontwikkeling.

Is schrijven uw hoofdberoep?
Ja!

Wordt u gelukkig van schrijven?
Soms wel, soms niet. Zoals Fran Lebowitz zei in Pretend it’s a City: “I loved to write until the very first time I got an assignment to write for money.” Ik schrijf al mijn hele leven. Toen ik dertien was bestelde ik On writing van Stephen King en The Elements of Style van William Strunk, omdat ik mijn eigen sciencefictionroman wilde schrijven en bedacht dat ik het dan maar goed moest aanpakken. De jaren daarop was ik actief op allerlei schrijversfora, uren aan het chatten met vreemden over hoe je een karakter opbouwt of een nieuwe wereld bedenkt. Ik kan nog steeds vlinders krijgen van zo’n gesprek met collega’s.

Maar een deadline voor iets waar ik geen zin in heb, kan me ook in totale wanhoop storten. Soms word je wakker zonder enthousiasme voor wat er te doen staat. Dat is minder. Gelukkig duurt dat nooit lang. Meestal betekent het dat ik moe ben en even een wandeling moet maken of een Robert Redford-film moet kijken (dat is een magisch geneesmiddel voor mij). Of dat ik het verkeerde project gekozen heb — ook dat is een waardevolle conclusie om te kunnen trekken. Lang verhaal kort, ik doe mijn droomwerk en dat maakt me negentig procent van de tijd intens gelukkig.

Voor welke film bent u onlangs (of in dit geval: toen het nog kon) naar de bioscoop gegaan?
De laatste films die ik in de bioscoop zag waren Tenet van Christopher Nolan en Buladó door Esther Duysker en Eche Janga. Allebei feest, om verschillende redenen.

Wat is het laatste toneelstuk dat u (voor de lockdown) heeft gezien?
De laatste voorstelling die ik zag was van de Theatertroupe, ik moet even goed nadenken wat dat was, ik wil zeggen ‘Vaudeville’, maar ik weet het niet zo goed meer. Ik had veel rode wijn op en heb erg gelachen. Ah, those were the days.

Weet u wat er momenteel aan Nederlands drama op televisie is te zien?
Ja.

Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
Ik regisseer ook.

Welke film had u willen schrijven?
There will be Blood en The Godfather.

Op de set van Beti (foto Juri de Wolf)

Wat is uw sterkste punt als schrijver?
Mensen hebben me weleens gezegd dat ik snel kan schakelen. Ik vind het niet erg om materiaal om te draaien, toe te voegen of helemaal weg te gooien. Whatever works, denk ik dan. Het maakt me niet zoveel uit hoe ik dat voor elkaar krijg. Alle tips zijn welkom.

Wat moet u als schrijver nog leren?
Alles. Ik zou graag beter worden in structureren, betere dialogen schrijven, sneller willen zijn, eerlijker, origineler. Schrijven is bloeden, je hebt je hart op je mouw en alles wat je opschrijft is op een bepaalde manier een waarheid, anders werkt het niet. En dat is moeilijk. Ik kan daar soms echt bang voor zijn. Daar probeer ik overheen te komen, want juist daar komen de mooiste dingen uit voort.

Van wie heeft u het vak geleerd?
Willem Bosch. Natuurlijk ook van Anne van Melick, Rob Arends, Hans Heesen, Ellen Verhoeff, Esther Wouda en een fantastische groep gastdocenten op de Filmacademie. Maar vooral van Willem.

Aan wie moet de Amira Duynhouwer schrijfbokaal worden uitgereikt?
Ik heb deze vraag als Plot-redacteur aan veel mensen gesteld, maar weet het zelf niet zo goed. Aan alle schrijvers die andere schrijvers helpen. Ik zou nergens zijn zonder mijn collega’s, die dingen lezen en feedback geven en een biertje met me drinken als er een aanvraag afgewezen wordt. Dat maakt dit vak zo leuk. Een stel loners die op hun zolderkamertje schrijven, zo lijkt het. Maar ik ken weinig vakgebieden waar men zo goed voor elkaar opkomt als bij de scenaristen.

Wilt u nog iets kwijt?
Ik heb de afgelopen jaren met zoveel plezier bij Plot Magazine gewerkt en ben verdrietig en verheugd tegelijk dat ik het zo druk heb dat ik niet meer kan meeschrijven. Ik wil Oene en Gertie en Marc en Bart en Mirjam bedanken. Over gezellige schrijvers gesproken, wat was het feest met jullie. 

Wat zoek je?