Hulp en hinder van Hermans en Heineken
Het ontstaan van een scenario is vaak een spannend verhaal op zich, vol bizarre wendingen en conflicten. Dit keer in de conceptie de grillige samenwerking van regisseur Fons Rademakers met twee Nederlandse iconen.
Dat De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans uit 1958 een meesterwerk was, daar was bijna iedereen het over eens. En men was eenstemmig over nog iets anders: dat de roman onverfilmbaar was. Wellicht prikkelde juist dat de ambitieuze regisseur en producent Fons Rademakers om het begin jaren zestig toch te proberen.
De donkere kamer van Damokles vertelt het verhaal van winkeliertje Osewoudt, die tijdens de Duitse bezetting wordt aangezet tot verzetsdaden door zijn mysterieuze dubbelganger Dorbeck. Na de bevrijding wordt Osewoudt door zijn landgenoten als verrader gevangengenomen. De enige die zijn onschuld kan aantonen is Dorbeck, maar niemand heeft ooit van hem gehoord. Was hij dan misschien een hersenspinsel van een schizofrene geest? De vraag blijft onbeantwoord voor zowel de lezer als voor Osewoudt. Die wordt tijdens een wanhopige vluchtpoging doodgeschoten.
Film is een visueel en realistisch medium. Als de kijker Dorbeck kan zíen, hoe kon een verfilming de dubbelzinnigheid van het boek behouden? Rademakers, bewonderaar van Ingmar Bergman, die dromen en herinneringen levensecht uitbeeldde, was ervan overtuigd dat hij met een dubbelrol overtuigend kon maken dat de film zich mogelijk afspeelt in het hoofd van de protagonist. Budget voor de productie kwam, naast het toenmalige Productiefonds, uit onverwachte hoek. Biermagnaat Freddy Heineken besloot de film te financieren. Het kon niet beter.
Rademakers en Hermans bewerkten samen de roman tot een scenario. Het verhaal werd redelijk trouw gevolgd, al waren er natuurlijk een paar ingrepen nodig. De tijdsspanne werd aanzienlijk ingekort, door bijvoorbeeld de hoofdstukken over de jeugd van de protagonist te schrappen. Dorbeck kreeg een meer dramatische entree: hij komt met een parachute letterlijk uit de lucht vallen. Dit tot groot genoegen van Hermans, die deze scène had geschrapt uit zijn roman en daar later spijt van kreeg.
Botsingen tussen de twee temperamentvolle mannen waren er ook, bijvoorbeeld over het slot, waarin een laatste plaagstoot wordt gegeven omtrent het bestaan van Dorbeck. Maar uiteindelijk lag er een versie waar beiden tevreden over waren. Om het verschil tussen de roman en de film te benadrukken werd de titel veranderd in Als twee druppels water en de naam van de protagonist in Ducker.
Toen gebeurde er iets vreemds. Rademakers ontving een aangetekende brief van Hermans, waarin de auteur stelde dat het draaiboek zwakker was dan zijn roman. “In geen geval kan ik hier enige verantwoordelijkheid voor dragen”, schreef hij. Het was daarom maar beter om de film af te blazen. Vrij nonchalant voegde de auteur eraan toe dat de regisseur vast snel genoeg een ander geschikt onderwerp zou vinden. Rademakers, die inmiddels een enorme zakelijke commitment had aan de film, was verbijsterd. Waar kwam dit vandaan?
Een paar dagen later kwam het antwoord. De Engelse vertaling van De donkere kamer van Damokles was net uitgebracht in de Verenigde Staten en daar was interesse getoond in de verfilmingsrechten. Of dit serieus was of slechts een proefballonnetje – Hollywood koopt immers te pas en te onpas filmrechten op zonder concrete ambities – deed er niet toe. Hermans zou hoe dan ook een veelvoud verdienen aan deze deal van wat in Nederland werd betaald voor filmrechten. Als Rademakers van de film zou afzien, zouden deze rechten weer bij Hermans terugkomen. Maar Rademakers dacht daar niet over.
Gelukkig had hij beschikking over de formidabele juridische afdeling van Heineken. Het bedrijf verzekerde hem ervan dat zijn contract met Hermans waterdicht was. Hij hoefde alleen maar de poot stijf te houden. Zo gezegd, zo gedaan. Hermans mokte nog wat, maar bond ten slotte toch in. Vele jaren later omschreef Rademakers de episode als: “Jammer en vooral onnodig.” Hermans enthousiasme voor het project keerde op den duur weer terug. De schrijver was zelfs zo sportief om een cameo te spelen in de film: hij is op een foto te zien als SS’er.
Als twee druppels water verscheen in 1963 in de bioscopen. De film werd een behoorlijk succes in Nederland, bijzonder goed ontvangen in het buitenland en zelfs geselecteerd voor het Cannes Filmfestival. Maar de hinderlijke episode tijdens de preproductie werd nooit helemaal vergeten. Rademakers haalde hem nog weleens aan in interviews, terwijl Hermans ontkende dat hij ooit een aanbod uit Amerika had gekregen. Uiteindelijk leidde dit tot een breuk in de vriendschap.
Ook de relatie met Heineken eindigde in mineur, toen de biermagnaat in de loop der jaren steeds vaker dwars ging liggen over televisievertoningen en video-edities van de film. Boze tongen beweerden dat het kwam omdat zijn maîtresse Nan Los, die in de film een bijrol speelde, hem de bons had gegeven. Op den duur werd het vrijwel onmogelijk om Als twee druppels water nog vertoond te krijgen. Pas na de dood van Heineken in 2002 werd de film weer beschikbaar voor nieuwe generaties filmliefhebbers. Hij wordt nu gezien als een hoogtepunt van de Nederlandse cinema.
Bronnen: Fons Rademakers: scènes uit leven en werk van Fons Rademakers – Mieke Bernink (Uniepers, 2003)
Commentaartrack Fons Rademaker op de DVD van Als twee druppels water