Het mirakel van De Oost
Het zal u vermoedelijk niet zijn ontgaan dat onlangs een grote Nederlandse film in première is gegaan: De Oost.
Weliswaar op het streaming-kanaal Amazon Prime, maar toch: aan aandacht heeft het de film van regisseur-scenarist Jim Taihuttu en scenarist Mustafa Duygulu niet ontbroken.
En ook niet aan waardering en kritiek. Precies zoals het hoort eigenlijk, bij een grote en belangwekkende Nederlandse film. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum heet het dat de film te veel nadruk legt op de door Nederlandse soldaten begane misstanden en te weinig aandacht besteedt aan de ‘beschaving’ die de kolonisatie zou hebben gebracht. Volgens de links georiënteerde en op diversiteit en inclusiviteit gefocuste website One World past de film juist naadloos in een lange traditie van films over ‘witte redders’ en ontbreekt het perspectief van de Indonesische bevolking vrijwel volledig.
Maar goed, je kan nooit iedereen tevreden stellen en dat De Oost gemaakt is, mag gerust een mirakel worden genoemd. Het tekent het lef en doorzettingsvermogen van de makers, regisseur Taihuttu voorop, die bijna tien jaar bezig is geweest om zijn passieproject van de grond te krijgen.
Tegelijk is het opzienbarend dat het zo lang heeft moeten duren voordat een film als De Oost gemaakt kon worden. In mijn jeugd, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, was het al duidelijk dat er in voormalig Nederlands-Indië dingen waren gebeurd die – zacht uitgedrukt – niet door de beugel konden. Toch zijn er over deze donkere periode uit de vaderlandse geschiedenis nooit veel films gemaakt. Al was het fraaie drama Oeroeg (1993) een uitzondering.
Dat de materie nog steeds gevoelig ligt, blijkt wel uit de controverse rond de uitbreng en het kort geding met betrekking tot een eventuele disclaimer voorafgaand aan de film. Hoewel we het als Nederlanders heerlijk vinden om andere landen de les te lezen, vinden we het heel vaak moeilijk om kritisch naar ons eigen verleden te kijken.
In Amerika – een land dat zeker niet boven kritiek is verheven – is er in elk geval geen gebrek aan films waarin kritisch naar het eigen oorlogsverleden wordt gekeken. Legendarische voorbeelden zijn Apocalypse Now en Platoon, niet toevallig twee films die als inspiratie dienden voor De Oost.
De met Rabat en Wolf doorgebroken Taihuttu neemt de tijd om het verhaal over de jonge soldaat Johan (Martijn Lakemeier), die het goede wil doen maar wordt meegezogen in een immoreel moeras, zorgvuldig op te bouwen. De makers besteden veel tijd aan karakterontwikkeling en gaan pas tegen het einde volledig over de top. Er wordt over de hele linie sterk geacteerd en ook het camerawerk mag er wezen. Dat het verhaal (op het bizarre slot na) wat minder verrassend is dan je zou hopen, is jammer, maar doet uiteindelijk niet veel af aan de hoge kwaliteit van de film.
Details die op voorhand werden bekritiseerd, zoals de zwarte uniformen van de soldaten, en het Clark Gable-snorretje van de omstreden KNIL-commandant Raymond Westerling (Marwan Kenzari) versterken juist het idee dat je naar een fictief verhaal zit te kijken. Taihuttu en Duygulu pretenderen niet de waarheid in pacht te hebben, ze presenteren slechts hun visie op de werkelijkheid en die mag je als kijker interpreteren zoals je wilt.
Als op zaterdag 5 juni inderdaad zoals voorspeld de bioscopen opengaan, dan is er een kans dat u de film nog kunt zien zoals die door de makers is bedoeld: op het witte doek.