Graham Greene, Kim Philby en The Third Man
De beste scenario’s komen tot stand door heftige conflicten of via de meest bizarre omwegen. In de serie anekdotes over het schrijfproces dit keer het mysterie van de inspiratiebron voor The Third Man.
In 1951 stond Engeland op z’n kop toen diplomaten Guy Burgess en Donald MacClean naar de Sovjet Unie vluchtten en bleek dat ze jarenlang hadden gespioneerd voor Moskou. De geruchten gingen dat een derde topambtenaar betrokken was bij hun spionagewerk. De verdenking viel op hun studievriend Harold ‘Kim’ Philby. Een regeringsonderzoek pleitte Philby vrij en in een tv-interview ontkende hij stellig dat hij de zogenaamde third man was.
De bijnaam die de pers had gegeven aan deze mysterieuze spion, the third man, was een speelse verwijzing naar een succesvolle Britse film van enige jaren daarvoor, geschreven door de beroemde romancier Graham Greene. Ironisch genoeg bleek vele jaren later dat er een bizarre connectie bestond tussen fictie en werkelijkheid.
In The Third Man gaat de naïeve broodschrijver Holly Martins naar het naoorlogse Wenen, waar zijn jeugdvriend Harry Lime onder verdachte omstandigheden om het leven is gekomen. Bij de moord was een onbekende derde man betrokken. In de film is in de schimmige wereld van zwarthandel en koude oorlogspolitiek niets wat het lijkt; alle morele conventies staan op zijn kop. De mysterieuze derde man blijkt Harry Lime zelf te zijn geweest, die zijn eigen dood in scène heeft gezet.
Greene was geen onbekende met duistere zaakjes
Graham Greene was geen onbekende met duistere zaakjes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had hij gewerkt voor de Britse geheime dienst. Hij was gestationeerd op het Iberische schiereiland onder sectieleider Kim Philby, met wie hij een hechte vriendschap opbouwde. Philby was toen al jaren spion voor de Sovjets. Hij speelde belangrijke geheimen door naar het Kremlin en in 1944 blokkeerde hij informatie naar de Britse regering over plannen van de Duitse oppositie om Hitler te vermoorden (Stalin wilde geen eenzijdige vrede tussen Duitsland en het westen). Dit alles vond plaats vlak onder Greene’s neus.
Enkele jaren later, toen Greene het verwoeste Wenen bezocht om research te doen voor het script van The Third Man, kwam hij in contact met mensen die Philby hadden gekend toen hij daar in zijn jonge jaren Duitse en Oostenrijkse communisten had helpen vluchten voor de fascisten.
Greene vermengde graag feiten met fictie en was dol op flirten met gevaar
Philby had zich ten tijde van Greene’s research opgewerkt tot een topfunctionaris binnen de Geheime Dienst en had zijn uiterste best gedaan om zijn linkse verleden te begraven. Greene moet het op zijn minst verdacht hebben gevonden dat een voormalig idealist nu zo’n belangrijke positie bekleedde in het anticommunistische establishment.
Greene vermengde graag feiten met fictie en was dol op flirten met gevaar. Is het mogelijk dat hij iets vermoedde over het dubbelspel van zijn vriend en dat gegeven verwerkte in zijn script, als deel van zijn eigen spelletje? Was Harry Lime een versie van Harold Philby? Sommige overeenkomsten lijken te groot om toeval te zijn. Beiden benutten hun werk voor een NGO voor hun geheime agenda; beiden gebruikten het Weense riool als vluchtroute; beiden hadden een relatie met een Oost-Europese vrouw die hen aan papieren hielp en die ze later opofferden. Verschillen zijn er ook. Lime was een cynische opportunist, Philby een melancholieke idealist.
Het is ook mogelijk dat de overeenkomsten niet zo bewust ontstonden. Vriendschap en verraad, idealisme en desillusie, het zijn terugkerende thema’s in Greene’s werk, en zaken die Philby in zijn dubbelleven aan den lijve ervoer. Geen wonder dus dat deze twee mannen elkaar zo fascineerden. Misschien groeide Harry Lime min of meer onbewust uit Greene’s ervaringen. Of misschien lezen we veel te veel in dit alles en leggen we verbanden die er niet zijn. Als dat het geval is, zou Greene dat ongetwijfeld fantastisch hebben gevonden.
Hoe dan ook, in 1963 werd Philby ontmaskerd. Hij vluchtte naar Rusland, waar hij officieel als held werd vereerd. Maar hij leefde in een gouden kooi en hij kon zijn teleurstelling in het communistische systeem moeilijk verbergen. Vele jaren later gaf hij in een interview te kennen dat het een van zijn wensen was om Greene tegenover hem te hebben met een goede fles wijn tussen hen in. Dit werd mogelijk onder Gorbatsjov’s Glasnost. Eind jaren tachtig bezocht Greene zijn oude vriend een paar keer in Moskou. Volgens Philby’s Russische vrouw hadden ze een fantastische tijd samen.
In 1988 stierf Philby en drie jaar later Greene. Het geheim van The Third Man namen ze mee in hun graf.
Bron: ‘In Search of The Third Man’ – Charles Drazin