Ga gewoon zitten en typen, man!

Reint Schölvinck schreef de door hem en Melle Runderkamp bedachte jeugdserie De Ludwigs en de Engelstalige versie Hunter Street, die op Nickelodeon in heel veel landen te zien is en waar ze een Jeugd Bafta-nominatie voor kregen. Als je wat ouder bent, ken je hem misschien van het betere moord- en schietwerk: series als Van God los, Baantjer: het Begin en Zuipkeet. En in december komt er een nieuw project uit, maar daarover aan het eind van dit interview meer… (dit noemen we in de industrie een cliffhanger of “cliff”).

Schrijft u momenteel aan iets?
Ja, ik ben met een aantal eigen plannen bezig: een speelfilm en een (mini)serie, beiden in het horror/thriller genre. En ik ga voor regisseur Janice Pierre en producent Joost Meijer het klassieke boek Boris van Jaap ter Haar bewerken tot een heel erg spannende, intense film, dus daar heb ik heel veel zin in.

Is schrijven uw hoofdberoep?
Ja. In mijn jongere jaren wilde ik graag acteur worden, maar na een paar jaar Jeugdtheaterschool kwam ik tot de conclusie dat ik niet goed genoeg ben. Dus dan maar dit. Haha.

Wordt u gelukkig van schrijven?
Ja soms wel, als het lekker gaat en je een goede oplossing voor iets verzint of jezelf aangenaam verrast met een idee. Maar het is natuurlijk vooral gaan zitten en het doen. Ik vind schrijvers die puur voor hun plezier schrijven, gewoon zomaar voor de lol, altijd heel bijzonder (en misschien ook wel benijdenswaardig?), want zo ben ik zelf totaal niet. Ik schrijf als het moet. Dus of iemand geeft me een deadline (want zonder deadlines gebeurt er niks), of ik heb een idee dat er echt uit moet. Maar dat kan soms nog heel lang duren (zie verderop in dit interview).

Voor welke film bent u onlangs naar de bioscoop gegaan?
Ik ben net naar twee films achter elkaar op het Imagine Film Festival geweest: The Menu en Barbarian. Films die allebei het leukst zijn als je er zo min mogelijk over weet. Dus ik zeg verder niks. Beide hebben leuke, redelijk inventieve scripts, in ieder geval.

Wat is het laatste toneelstuk dat u heeft gezien?
Ik denk Melk & Dadels van Rose theater en regisseur Daria Bukvić. Een vriend van mij, Tofik Dibi (name drop!), heeft daaraan meegeschreven. Dat was een heel erg leuke, vrolijke voorstelling. En daarvoor als laatste The Fountainhead van ITA. Dat was ook te gek, heel filmisch. (De oplettende lezer beseft nu dat beide voorstellingen al een tijdje geleden speelden en ik dus veel te weinig naar het theater ga.)

Weet u wat voor Nederlands drama momenteel op televisie cq streamers te zien is?
Jazeker. Ik vond De verschrikkelijke Jaren tachtig echt geweldig. En onlangs heb ik ook heel erg genoten van Dirty Lines, Forever rich en Sihame. Volgens mij zijn die laatste drie allemaal van dezelfde producent (Fiction Valley), dus dat zal wel geen toeval zijn. Nee, Fiction Valley heeft mij niet betaald om dit te zeggen.

Heeft u behalve schrijven nog andere bronnen van inkomsten?
Nee.

Welke film had u willen schrijven?
Seven van Andrew Kevin Walker en regisseur David Fincher is in ieder geval de film die mij er definitief van overtuigde dat ik scenarist wilde worden. De eerste keer dat ik die zag viel mijn hoofd bijna van mijn romp. Ik krijg soms nog weleens angstzweet als ik denk aan de anekdote over hoe deze film er bijna niet was geweest: Fincher kreeg het script opgestuurd, las het en belde meteen de producent dat hij het wilde doen – en begon enthousiast over het einde te praten, over [SPOILER] ‘the head in the box’. De producent onderbrak hem: Oh nee, je hebt de oude versie, ik stuur je de meest recente draft. Die las Fincher ook en trof een slap herschreven einde aan. Hij belde terug en zei: nee, dit is niet de ‘head in a box’-movie! Die wil ik maken! Brad Pitt en Morgan Freeman wilden dat gelukkig ook en de film kwam er zoals wij hem nu kennen. Maar stel je voor dat die ene productie-assistent Fincher niet het ‘verkeerde’ script had gestuurd!

Een ander geniaal script waar ik jaloers op ben is Midnight Run door George Gallo (regie: Martin Brest). Dat is hilarisch en ontroerend en zit perfect in elkaar. En de Elmore Leonard-bewerking Out of Sight door Scott Frank (regie: Steven Soderbergh). Sorry voor dit extreem lange antwoord.

Wat is uw sterkste kant als schrijver?
Ik werk snel. Als ik eenmaal ga zitten om te schrijven komt er vrij vlot iets uit. Er moet wel een deadline zijn, anders komt er niks uit mijn handen. Gelukkig ben ik ook redelijk goed in mezelf deadlines opleggen voor eigen plannen. Als ik eenmaal heb besloten dat iets er moet komen, komt het er.

Wat moet u als schrijver nog leren?
Ik kan een eigen idee echt totaal dood denken. Eindeloos piekeren over een plan, tot ik mezelf heb overtuigd dat het niks is. Dus ik moet nog steeds leren om eerder te gaan schrijven. Want als ik na dat eindeloze peinzen ga zitten, komt er dus wel snel een eerste versie uit die al best redelijk is. Maar daar gaan maanden (soms jaren) van gepieker aan vooraf. Ga gewoon zitten en typen, man!

Van wie heeft u het vak geleerd?
Creativiteit is niet echt aan te leren, maar praktische adviezen wel: een heel simpele van Willem Capteyn op de Filmacademie zit nog steeds in mijn hoofd: meer wit op je pagina. Een script moet vooral prettig lezen, dus op enorme blokken tekst zit niemand te wachten. Laten ademen, die pagina. Less is more. Op de academie had ik nog meer fijne docenten zoals Robert Alberdingk Thijm en Rob Arends. Een uitspraak van gastdocent Ruud van Megen is ook een soort mantra geworden: “Het leven is lullig, en dat moet je vangen.” Weet niet of dat me altijd lukt in mijn werk, maar het is iets om naar te streven.

Aan wie moet de Reint Schölvinck schrijfbokaal worden uitgereikt?
Aan iedereen die me in de afgelopen jaren een kans heeft gegeven om iets te doen wat ik nog niet eerder had gedaan. Want daar moet je het toch van hebben. Iemand moet in je geloven. Een bepalend voorbeeld is David Lammers, die me een aflevering voor Van God los liet schrijven, terwijl ik op dat moment voornamelijk kindertelevisie en wat comedy had gedaan. Daardoor zien mensen je opeens anders.

Wat ik bijvoorbeeld heel hoopgevend vond is dat de twee schrijvers/bedenkers (Jack Amiel en Michael Begler) van de geweldige, door Steven Soderbergh geregisseerde serie The Knick, daarvoor eigenlijk alleen maar lichtvoetige, niet per se heel goed ontvangen comedy films hadden geschreven. Maar ze investeerden in een eigen idee en Soderbergh zag het zitten. Het is dus nooit te laat om iets nieuws te doen.

Wilt u nog iets kwijt?
Jazeker! Nu ga ik die cliffhanger inlossen: op 11 december komt de door IJswater Films voor de EO geproduceerde, door Albert Jan van Rees geregisseerde en door mij geschreven Telefilm Tot Zonsondergang op televisie (en is vanaf dan te streamen via NPO Start, neem ik aan). Onbescheiden kan ik zeggen dat die heel erg mooi is geworden. Dus als je hem kijkt en dat ook vindt, zeg het dan voort. Alvast bedankt! En dank voor dit leuke interview.

Wat zoek je?