Festen: bevrijdende beperking
Het ontstaan van een scenario is vaak een boeiend verhaal op zich. In deze aflevering van De Conceptie: hoe Thomas Vinterberg en Mogens Rukov van een radio-interview met twijfelachtig waarheidsgehalte een zwarte komedie maakten.

In maart 1996 vertelde een zekere Allan in het Deense radioprogramma Koplevs Krydsfelt dat hij en zijn tweelingzus als kind seksueel waren misbruikt door hun vader. Het had zijn zus uiteindelijk tot zelfmoord gedreven. Dit pijnlijke verleden had hij aan zijn hele familie onthuld tijdens het zestigste verjaardagfeestje van deze zelfde vader.
Enkele jaren later bleek van dit alles niets waar te zijn. Allan (niet zijn echte naam) was een verward fantast. Een tweelingzus had hij nooit gehad, en het feestje waarop hij het incestverleden — hoogstwaarschijnlijk ook verzonnen — zou hebben onthuld, had nooit plaatsgevonden. Feit of fictie, het radio-interview bezorgde filmmaker Thomas Vinterberg een uitgangspunt dat perfect paste voor een film die moest voldoen aan de regels van het Dogme-manifest, dat hij het jaar daarvoor met veel bombarie wereldkundig had gemaakt.
Het Dogme-manifest was een “eed van kuisheid”, die werd afgelegd door twee veelbesproken Deense regisseurs: de gevestigde Lars von Trier en jonge belofte Vinterberg. Het kwam erop neer dat zij de kunstvorm wilden terugbrengen tot de pure kern. Films moesten onder andere worden gedraaid met handheldcamera’s, zonder kunstlicht of filters, op echte locaties waar alleen de daar aanwezige rekwisieten mochten worden gebruikt. Special effects, achteraf toegevoegde geluiden en muziek waren uit den boze.
De reacties op het manifest waren verdeeld. Sommigen zagen Dogme als een verfrissend experiment, dat de ingedutte cinema een nieuwe impuls zou geven. Anderen beschouwden het als een publiciteitsstunt, die geen lang leven beschoren zou zijn. In zekere zin kregen beiden gelijk.
Rukov stond bekend als een erudiete en excentrieke dwarsligger, die zijn studenten aanmoedigde tot tegendraads experimenteren
Een stille, maar belangrijke drijvende kracht achter het Dogme-manifest was Mogens Rukov, schrijver, scriptconsultant en docent van Von Trier en Vinterberg aan de Deense filmacademie. Rukov stond bekend als een erudiete en excentrieke dwarsligger, die zijn studenten aanmoedigde tot tegendraads experimenteren. Daarom benaderde Vinterberg hem om het script te schrijven van zijn eerste Dogme-film, gebaseerd op het fascinerende radio-interview.
Een incestonthulling op een verjaardag leek perfect te passen bij zelfopgelegde beperkingen. Nodig waren slechts een feestlocatie en goede acteurs, maar eerst moest er ook nog even een script komen. Toch zag Rukov aanvankelijk weinig in Vinterbergs voorstel. “Verhalen over incest en pedofilie vervelen me”, vertelde hij de regisseur. Films over zulke onderwerpen leidden volgens hem steevast tot brave, verantwoorde drama’s — precies het soort films waartegen hij zijn studenten altijd had aangespoord in opstand te komen.
Rukov veranderde van gedachten toen hij een tegendraadse invalshoek vond. De film moest niet gaan over incest; de film moest gaan over een familiefeestje zoals hij die kende uit zijn jeugd: vol banale gesprekken, dronkenschap en onderliggende spanningen. Rukovs voorstel viel in goede aarde bij Vinterberg. De vondst die het verhaal werkelijk tot leven bracht was dat, wanneer de zoon in zijn speech het schokkende familiegeheim onthult, iedereen het negeert en doorgaat met feesten. Dit scherpzinnige inzicht in hoe mensen reageren op onverwachte gebeurtenissen of ontregelende informatie, veranderde een stichtelijk drama in een zwarte komedie.
Rukov en Vinterberg schreven het script van Festen in zeven weken. Aanvankelijk nam Vinterberg de leiding en fungeerde Rukov naast zijn werk als docent vooral als coach, waarbij hij de jonge regisseur aanmoedigde zijn instincten te volgen: “Denk niet na, schrijf!” Tegelijkertijd werd er wel degelijk nagedacht over structuur. Het script werd opgedeeld in kleine segmenten van ongeveer dertien minuten, waarin telkens een andere fase van het feestje werd belicht. Later, toen er een treatment lag, schreven ze veel samen, vaak tot diep in de nacht, waarbij ze elkaar soms vervloekten en ook veel lachten.
De film werd gedraaid in een afgelegen landhuis. De Dogme-regels werden strikt nagevolgd, zij het met twee kleine overtredingen: enkele ramen werden afgeplakt om nacht te suggereren en er moesten een paar eenvoudige rekwisieten worden aangeleverd. Een geniale vondst was dat geen van de acteurs vooraf wist waar het verhaal naartoe zou gaan. Als hoofdrolspeler Ulrich Thomsen in zijn speech zijn vader van incest beschuldigt, zijn de reacties van zijn tegenspelers echt. De vrije stijl van het Dogme-manifest maakte het mogelijk deze authentieke reacties vast te leggen.
Festen ging in 1998 in première op het filmfestival van Cannes, samen met Von Triers Dogme-film The Idiots. Beiden veroorzaakten ophef, maar het was Vinterbergs film die werd onderscheiden met de Juryprijs, uitgroeide tot een wereldwijd arthouse-succes en later werd bewerkt tot een internationaal opgevoerd theaterstuk. De Dogme-methode vond zowel in Denemarken als internationaal enige navolging, maar de strenge ascetische regels werden op den duur steeds minder nageleefd en stierven uiteindelijk een stille dood. Vinterberg maakte nooit meer een film volgens zijn eigen manifest.
Enkele sceptici van het eerste uur meenden hiermee hun gelijk bevestigd te zien. Festen, meenden zij, moest het zoals elke film hebben van een ijzersterk, dramaturgisch doorwrongen script, niet van het vormexperiment, dat hooguit een aardige bijkomstigheid was en op zijn ergst vooral afleidde. De vraag is echter: hadden Vinterberg en Rukov zo’n gedurfd, ontregelend en eigenzinnig script geschreven zonder de bevrijdende beperkingen van Dogme? Waarschijnlijk niet.
En hoewel de regels van Dogme al lang niet meer worden gevolgd, is de energieke, losse stijl tot op de dag van vandaag terug te zien in de veelgeprezen Deense cinema — en ook daarbuiten.
