Schrijven blijft hard werken

Scenarioschrijver en regisseur Sophie van de Pol schrijft de films die ze regisseert het liefst zelf, al dan niet met een coscenarist. Na haar afstuderen maakte ze vooral meters als regieassistent, zoals bij de films Uilenbal van Simone van Dusseldorp en Vele hemels boven de zevende van Jan Matthys. In 2018 ging haar filmdebuut Fucking Cola in première, in 2022 gevolgd door Uitchecktijd. Ze schrijft ook voor andere regisseurs, zoals de aflevering Mijn Jacintha voor het tweede seizoen van NOOD. Op het moment werkt ze hard aan een boekverfilming over de laatste heksenvervolging in Nederland, samen met Paul Jan Nelissen en Pieter Kuijpers.

Sophie van de Pol (foto Anouk van Tiel)

Theater of film?

Aanvankelijk ging Sophie van de Pol naar de toneelacademie in Maastricht met het doel om actrice te worden, maar haar docenten vonden dat de regieopleiding meer iets voor haar was. In het kader van die opleiding stond ze dagen, weken achtereen acteurs te regisseren. “Ik werd er helemaal gek van. Maak het groot, maak het vies, zeiden ze, maar dat wilde ik helemaal niet.” Al die tijd wilde ze naar klein en dicht op de huid. Pas toen ze in haar tweede jaar ‒ ze had net een blok toneelschrijven afgerond ‒  zes weken iets voor zichzelf kon doen, omdat de lokalen beschikbaar moesten zijn voor audities, ontdekte ze aangemoedigd door studiegenoot Bart van de Woestijne het werken met een camera. Samen met Sia Hermanides en cameraman Thomas van der Gronde (en zijn hele lichting 2013 van de Filmacademie) werkte ze aan de film Roest, en leerde ze alles over geluid, licht en wat er allemaal bij film komt kijken.

Scenario: droomberoep of toeval?

Het was een ontdekkingstocht, een leerzaam traject, maar vooral een openbaring en voor Sophie het omslagpunt. Je mocht dus toch psychologiseren en met heel klein spel werken. Maar ook het werken met een technische crew en niet enkel acteurs om je verhaal te vertellen voelde heel bevrijdend. Als die vriend haar niet had gevraagd die eerste film te maken, dan weet ze niet wanneer ze dan film had ontdekt. En of ze het had ontdekt. “Dan was ik me waarschijnlijk meer gaan richten op toneelschijven. Dus monologen en dialogen. Dat vond ik zo leuk dat ik me daar extra in heb verdiept. Maar ik weet niet of ik dan uiteindelijk ook bij scenario zou zijn uitgekomen.” Dus al met al toch toeval. Het is inmiddels niet meer waarschijnlijk dat ze ooit nog terugkeert naar het theater.

Talent of hard werken?

“Door die studiegenoot vond ik mijn talent en zag de school het ook.” Het kostte nog wel wat overtuigingskracht om met een filmproject te kunnen afstuderen. “En ik had het geluk dat toen net Cinesud er was en ik met Elbe Stevens kon samenwerken. Ik heb daarna overwogen om alsnog de Filmacademie te doen. Zeker in die tijd gold dat je eigenlijk geen kans maakte als je die niet had afgerond, of de HKU. Dan kreeg je van het Filmfonds gewoon geen geld en kwam het dus aan op heel hard werken.”

Regisseren of schrijven?

Bijna alles wat Sophie heeft geregisseerd heeft ze zelf geschreven en ze schrijft ook voor anderen. Andersom heeft ze nog niet iets geregisseerd dat ze niet zelf heeft geschreven. “Ik vind het beter werken als ik precies voel waar het verhaal vandaan komt en wat het moet worden.” Bij Uitchecktijd heeft ze beide gedaan en Mijn Jacintha heeft ze in opdracht geschreven. “Ook dat was heel leuk, om met een paar vaste uitgangspunten, zoals een begin- en eindzin, tot een eigen verhaal te komen. Wat ik leuker vind, regisseren of schrijven? Ik denk dat ik de afwisseling het prettigst vind. Soms alleen achter je scherm zitten, dan weer met een heel team aan de slag. Ik denk niet dat ik een van de twee kan missen. Ik denk ook dat ik er creatiever van word.”

Still uit Uitchecktijd

Vaste routine of elke dag anders?

Juist doordat Sophie regie en scenario combineert is er veel afwisseling in haar werk. Maar op de dagen dat ze wil schrijven heeft ze een bepaalde routine en begint ze het liefst zo vroeg mogelijk – zeven uur is geen uitzondering – en ruimt ze de middagen in voor mails en afspraken en al die dingen die ook moeten gebeuren. Voor inspiratie zoekt ze het het liefst buiten de Randstad en grijpt ze niet zelden terug op haar eigen familie. Voor Fucking Cola was dat het geval, en ook bij Uitchecktijd. Mijn Jacintha leunde op haar ervaring met haar beide dementerende oma’s. “Familie vind ik überhaupt interessant. Het is een groep mensen waarvoor je niet hebt gekozen, maar waar je wel de rest van je leven aan vastzit. Je begint in een patroon of rol en op een gegeven moment word je ouder en pas je daar niet meer in, maar je komt wel telkens weer terug bij diezelfde groep mensen en vervalt dan vaak in dezelfde patronen.” Ze praat daar openlijk over met haar familie en het is mooi om te zien dat haar films helpen om elkaar beter te begrijpen.

Eigen ideeën of werken in opdracht?

Haar kortere werken zijn tot nu toe gebaseerd op haar eigen ideeën en voor langere films werkt ze meestal in opdracht, zoals nu voor de bewerking van De Heks van Limbricht, waarvoor ze is gevraagd. Om eerlijk te zijn: ze houdt niet van historisch drama, maar inmiddels vindt ze het ontzettend leuk zich te verdiepen in historisch materiaal en specialisten uit te vragen over de heksenvervolgingen in Nederland, zoals historicus Steije Hofhuis en conservatoren van het Limburgs Museum in Sittard. Ze wil precies weten hoe het zat en hoe het er destijds allemaal uitzag. De make-up heeft ze het liefst naturel en het decor moet gewoon kloppen. “Bij historisch drama zie ik meteen bruine modder voor me en bruin moet deze film nadrukkelijk niet zijn. Er mag kleur in. Vroeger was er ook kleur.” Het verhaal gaat over vrouwenonderdrukking en een uiteindelijke strijd tussen de heren van het gezag en de vrouwelijke hoofdpersoon, een onderwerp dat Sophie belangrijk en eigentijds genoeg vindt om dit verhaal te willen vertellen. Ze heeft in lijn daarmee voor elkaar gekregen dat ook de heads van de crew allemaal vrouwen worden.

Mijn Jacintha, aflevering in het tweede seizoen van NOOD

Schrijven met een team of alleen?

De Heks van Limbricht schrijft Sophie niet alleen. De regie gaat in samenwerking met Pieter Kuijpers en schrijven doet ze samen met Paul Jan Nelissen (De Joodse Raad, LD). Met hem schreef ze eerder aan Bloasmuziek, dat wacht op realisatie. “We kunnen op de een of andere manier heel goed samenwerken. Ik weet niet precies hoe dat komt. Want we zijn echt totaal verschillend, alleen al qua leeftijd. En ik werk ‘s ochtends en hij vooral in de nacht. Maar het werkt. Ik maak eerst een grove opzet, die we samen doorspreken. Die werk ik uit en Paul Jan maakt er dan een mooier geheel van en zo gaat dat op en neer. Het treatment hebben we onderverdeeld en uitgewerkt naar scenario. Ook dat ging steeds heen en weer.

Ik ben meer van de structuur en Paul Jan van de details, maar uiteindelijk draait ook dat weer om. Ik heb eerder samengewerkt, zoals met Lineke van den Boezem (Karin voor De straat, LD) en Britt Snel. Met Britt ga ik opnieuw samenwerken, aan een kleuterserie. We geven elkaar feedback, spreken dingen door en gaan weer uit elkaar. En dan zit je toch weer alleen achter dat scherm, inderdaad niet heel romantisch. Maar daar moet het gebeuren. Ik lees vaak terug wat ik de dag ervoor heb geschreven en werk vandaaruit verder. Ik schrijf vaak met muziek op. Dat is verleidelijk, dan lijkt het allemaal fantastisch wat je aan het schrijven bent, maar dat blijkt de volgende dag toch anders uit te pakken. En dan begin ik gewoon opnieuw. Schrijven blijft gewoon hard werken of je het nu alleen doet of met zijn tweeën.”

Wat zoek je?