De zware plicht om gelukkig te zijn

Randa Peters, vorig jaar als scenarist afgestudeerd aan de Nederlandse Filmacademie met de film Bloed Kruipt, sprong dit jaar bij om het script te schrijven van de eindexamenfilm Bladgoud, geregisseerd door Vincent Tilanus. “Naast al zijn verhalen was Vincent zelf ook een inspiratie.”

Het was de tweede dag van mijn net-afgestudeerd horecabaantje, toen Anne van Melick, studiecoördinator van de Filmacademie, me belde of ik nóg een afstudeerproject wilde schrijven. Waarop ik “ja” zei, omdat ik én geen werk had én het een buitenkans vond om een twintigminutenfilm te mogen schrijven.
 
Vincent Tilanus, de regisseur, zou dat aanvankelijk doen. Maar de druk van het moeten afstuderen, de harde deadline – er moest worden gedraaid in november, gecombineerd met zijn ambitie zijn allervetste film tot nu toe te maken, dreigde te veel te worden. Vandaar Anne’s telefoontje.

De eerste keer dat we afspraken, begonnen we om half drie ’s middags en kwam ik om half een ’s nachts thuis. We propten vier jaar filmacademieverwantschap in één avond – heel intens en bijzonder.
 

Randa Peters

Toen ik erin stapte ging Bladgoud over een twintiger die diep in de schulden zat en loog over zijn leven. Iemand die bezweek onder de druk van het erbij willen horen, een leuk leven moeten hebben. Vincent kende zelf iemand die bij het studentencorps in Utrecht zat en uit schaamte loog dat hij nog altijd studeerde, terwijl dat niet zo was. Het gegeven dat zoveel mensen kapotgaan aan de verwachtingen van onze samenleving verwonderde Vincent.
 
Iemand die iets wil verbergen is een ingewikkeld personage. Hij heeft geen positief verlangen, er is geen streven. Dus onze uitdaging lag vooral in bedenken hoe je zo’n verhaal op een natuurlijke manier kon vertellen. Daarbij wilde Vincent niet weer zo’n verhaal over een blanke jongen uit een goed milieu met ‘problemen’. Dus de hoofdpersoon schommelde van automonteur in opleiding naar iemand wiens moeder opgenomen was in een instelling. Waarop ik zei: dat soort verhalen draait om het belang van een goede baan of een normaal gezin, maar Bladgoud gaat daar volgens mij niet over. Het gaat om slagen, gelukkig zijn naar de buitenwereld toe. Dan krijg je natuurlijk – hopelijk niet al te zichtbaar – die hele Facebook- en Instagram-bullshit waar iedereen gelukkig en dun is en quinoa en fruitbowls eet.
 
In mijn directe omgeving heb ik wel vrienden die gestopt zijn met hun studie en tweeduizend euro in de min staan, maar dat niet durven zeggen. Ik weet niet waarom mensen niet delen dat ze het gevoel hebben te falen en zich schamen. Ik denk dat het heel belangrijk is om te kunnen zeggen dat je ongelukkig bent of je kut voelt, juist omdat we opgegroeid zijn met het idee dat we alles mogen zijn – als we er maar gelukkig van worden. Als je naar de cijfers kijkt zie je dat meer jongeren dan ooit depressief zijn, maar dat er ook een recordaantal narcistische gedragsstoornissen gediagnosticeerd wordt.
 
Kroon op je werk

Naast al zijn verhalen was Vincent zelf ook een inspiratie. Ik zag hoe hij langzaam de hoofdpersonage Owen werd, hoezeer hij zich druk oplegde om te slagen. Toen we aan Bladgoud werkten won de Filmacademiefilm Grijs is ook een kleur een Oscar. Vincent ging daardoor echt denken: dat moet ook kunnen. De film moet niet alleen goed worden, of perfect, hij moet Oscarwaardig zijn.
 
Ook op de Filmacademie geldt de eindexamenfilm als een soort kroon op je werk. Ik herkende dat natuurlijk wel van mijn afstuderen, toen dacht ik ook steeds: het moet briljant worden. Maar het is niet je laatste film, eerder je eerste. Dat wordt op de academie vaak vergeten.
 
Bladgoud gaat uiteindelijk over Vincents generatie en zijn eigen milieu. Dat is volgens mij niet navelstaarderig, zoals Vincents vrees was, maar troostrijk. Er zijn genoeg mensen met dezelfde problemen, die troost uit zo’n verhaal putten. Zoals ik dat bijvoorbeeld bij Girls had, dat ik voor de tv zat en dacht: wauw, wat fijn, zij hebben dat ook.
 
Op dit moment schrijf ik samen met Kees van Nieuwkerk aan Een Beetje Lang, en Soms Gelukkig, mijn eerste speelfilm. Daarnaast doe ik een paar kleine theaterdingen.

Schrijven is bij mij ooit begonnen met: “Ik ben superverliefd en vooral fokking in de war en weet niet waar ik heen moet met al dat gevoel, laat ik eens kijken of ik het kan opschrijven” en dan dat teruglezen en denken, ja dat is precies wat ik bedoel! Wat fijn!
 
Ik onderzoek mezelf graag. Het is altijd dicht bij huis. Ik zou nooit fantasy kunnen schrijven, of misschien wel, maar dan alleen gestoeld op een oersterk gevoel. Eerder Eternal Sunshine of the spotless Mind dan Lord of the Rings. En mensen inspireren me. Mensen en hun ongemakken, verdriet, gelukkige momentjes en gedragingen. Ik vind mensen vaak heel lief en dan gun ik ze ook hun verhaal op papier, film of in het theater. Felix van Groeningen had het ooit over de voortploeterende medemens. We proberen er met zijn allen iets van te maken, maar hebben niet echt een idee. Dat vind ik troostrijk.

Wat zoek je?