De sensatie van een goeie twist 

Weinig scenarioschrijvers hebben zoveel voor televisie geschreven als Arnout Vallenduuk. Hij begon als producer/scripteditor bij Endemol, maar wilde zelf schrijven en stapte over naar ScriptStudio, waar hij jarenlang meeschreef aan Onderweg naar Morgen (ONM). In 2011 begon hij voor zichzelf en schreef met Sander Offenberg de Nickelodeon-jeugdserie Naranjina en de Kadekapers. Hij richtte het schrijfbedrijf Sprechhund op en was als (hoofd)schrijver verantwoordelijk voor onder meer Achter gesloten Deuren, De Zomer van Zoë, #Forever en bovenal Brugklas, dat inmiddels twaalf seizoenen loopt en in 2019 de bioscoop haalde met Brugklas: de tijd van m’n leven. Momenteel is H3L een grote hit op Videoland. Valleduuk heeft met zijn series inmiddels drie Gouden Stuivers gewonnen. 

Scenarioschrijver, droomberoep of toeval?
Ik heb altijd al scenarioschrijver willen worden, dus droomberoep.

Je schrijft zelf veel maar stuurt ook andere schrijvers aan. Wat is jouw ervaring, gaat het om talent of is het gewoon hard werken? 
Je moet hard werken om je talent ten volle te kunnen ontplooien. Voor mij is het in de eerste plaats een ambacht. 

Heb je weleens een heel getalenteerde schrijver moeten afwijzen? 
Zeker, veel jongeren beginnen met het idee van: ik word scenarioschrijver en ga mijn eigen geweldige verhalen verkopen, want dat is het vak. Maar het vak is vaak juist dat je je ego opzijschuift en in opdracht verhalen vertelt. En dat betekent dat je rekening houdt met wat opdrachtgevers willen, wat wel en niet kan, wat te duur is en wat niet. En dat je in die beperking creatief probeert te zijn. Ik vind dat zelf heel erg aantrekkelijk aan het vak, om juist binnen de beperkingen tot iets moois te komen.

Ik heb vaak prettig gewerkt met mensen die net als ik van ScriptStudio komen, omdat zij weten dat het niet om hen gaat, maar over het product dat je in teamverband aan het maken bent. En natuurlijk, er zijn schrijvers die hun geld verdienen met hun eigen verhalen, maar die groep is echt heel erg klein. 

Vaste routine of elke dag anders? 
Vaste routine. Ik bedenk vaak ’s avonds  al wat ik de volgende dag ga doen. Ik sta vroeg op want ik ben ’s ochtends op mijn best. Ik verdoe dan weinig tijd, neem een kop koffie en ga aan de slag. Tussen zeven en drie doe ik de creatieve dingen en vanaf drie uur is het meer feedback verwerken, eindredactie doen, de klusjes die erbij horen. 

Jij werkt vijf dagen per week? 
Eerlijk gezegd momenteel zes dagen of zeven zelfs.

Heb je een vaste werkplek? 
Ja, in mijn huis.

Wat doe je liever: schrijven of begeleiden? 
Schrijven. Maar begeleiden is ook heel erg leuk. Schrijvers kunnen onzeker zijn. Het is leuk om ze vertrouwen te geven, dat je er niet direct bovenop gaat zitten en gaat zeggen wat ze precies moeten doen. En dat werkt, dat je vrijheid geeft, dat inspireert – dan zie je dat schrijvers vaak met verrassende dingen terugkomen. Het is ook ontzettend tof om schrijvers enthousiast te zien worden van het meewerken aan een project, ook omdat het project daar dan weer beter van wordt.

Achter je scherm wachten op inspiratie of een wandeling in het park? 
Gewoon werken. Wandelen in park werkt voor mij niet. Als je zes maanden de tijd hebt om een speelfilm te schrijven kun je tijd inruimen om inspiratie op te doen. Maar bij mij zit er zoveel druk op dat ik gewoon elke dag moet leveren. Dat betekent dat sommige dagen beter zijn dan andere, maar waar ik op let is dat mijn ondergrens op een 7 zit. Ik streef altijd naar een 9 of 10 maar soms zit er een 7 tussen.

Is schrijven genieten of afzien?
Ik zou bijna zeggen: het is genieten van het afzien maar ik ga toch voor genieten. Dat je bezig bent met een verhaal en tijdens het schrijven opeens een leuke twist bedenkt, dat alles opeens op zijn plek valt, of een onverwachte, originele draai neemt. Dat is een heel prettige sensatie. Soms is het ook afzien, dan zit er in de motivatie van je hoofdkarakter iets niet helemaal lekker maar om de een of andere reden moet je daar toch mee door, terwijl je bij elke zin denkt: het klopt eigenlijk niet…

Wat is je grootste inspiratiebron? 
De werkelijkheid. Alles wat ik om me heen zie. Dat is zeker ook het leuke van schrijver zijn: dat je bij alles wat je ziet of hoort of wie je tegenkomt kan denken, hier kan ik misschien nog weleens wat mee. Maar ook domme filmpjes op Dumpert of TikTok inspireren. Dan denk ik: dit filmpje is gemaakt vanuit deze of die gedachte, en het is op zich nog niet echt een verhaaltje, maar als je de elementen nou zo orkestreert of er iets aan toevoegt, dan wordt het een verhaaltje, dan krijgt het opeens betekenis.

Terugkijkend op je carrière, waar ben je het meest trots op?
Dat series aanvankelijk voor één seizoen werden verkocht maar dan meerdere seizoenen krijgen. Niet per se omdat het bijvoorbeeld een prestigeproject is van de opdrachtgever, maar op basis van de kijkcijfers die gewoon goed zijn. Dat de kijker er dus blij van wordt. 

Ik keek vroeger naar De Zevensprong en The A-Team, iedereen van mijn generatie keek daarnaar, en daar heb ik hele goede herinneringen aan. Het idee dat er nu inmiddels twee generaties zijn opgegroeid met Brugklas, en dat zij daar over dertig jaar wellicht met net zoveel plezier aan terugdenken, dat vind ik wel een mooie gedachte, ja.

Wat zoek je?