De bende van Mel Brooks

Het ontstaan van een scenario is vaak een spannend verhaal op zich, vol bizarre wendingen en conflicten. Dit keer in De Conceptie: hoe Mel Brooks zijn televisie-ervaring inzette om filmgeschiedenis te schrijven.

Al jaren zag de jonge historicus Andrew Bergman één specifiek beeld voor zich. De bevolking van een oerconservatief stadje wacht op een nieuwe sheriff, zoals in zoveel westerns. Dan verschijnt aan de horizon een man op een paard, zoals in zoveel westerns. Maar als ze hun nieuwe sheriff zien, is de verbazing groot: het is een zwarte man. En dat zie je nou nooit in westerns.

Gene Wilder en Cleavon Little

Bergman zat begin jaren zeventig zonder werk (en geld) en had daardoor tijd om het idee uit te werken tot een treatment. Dit gaf hij de titel Tex X. Daarna ging het razendsnel. Acteur en regisseur Alan Arkin wilde zijn filmplan wel regisseren en James Earl Jones stond klaar om een blinkende ster op te spelden. Wat er misging is nu lastig meer te achterhalen, maar de film werd afgeblazen. En Bergman zat wederom zonder werk.

Ook schrijver en regisseur Mel Brooks had niets om handen. En dat ondanks een jaloersmakende loopbaan. Vanaf z’n jonge jaren schoof hij regelmatig aan in writers rooms. Als succesvol comedyschrijver deelde hij de kamer met latere grootheden als Neil Simon, Larry Gelbart en Woody Allen. Eind jaren zestig verruilde hij het kleine scherm voor het witte doek. Zijn filmdebuut The Producers groeide uit tot een culthit, maar de opvolger, The twelve Chairs, was een kolossale flop.

Wandelend over 52th Street in New York hoorde hij opeens iemand zijn naam roepen. Het was David Begelman, een succesvolle agent. Die wist nog wel een project voor Brooks bij Warner Brothers. Aanvankelijk had Brooks koudwatervrees; hij schreef altijd zijn eigen materiaal. Maar het treatment van Bergman dat hij onder ogen kreeg, was te geestig om opzij te schuiven.

Opeens viel het kwartje. Waarom pakten ze het schrijfproces niet aan zoals vroeger, in zijn tv-jaren, een zootje schrijvers in één kamer? En Bergman kreeg een stoel aan tafel. De studio ging akkoord.

De studio twijfelde: moesten ze deze anarchistische film wel uitbrengen?

Brooks zocht meer schrijvers en liet zijn oog vallen op advocaat Norman Steinberg en tandarts Alan Uger, die al wat ervaring hadden met tv-werk. Hij had nu nog één schrijver nodig voor dit project. Maar wie? De keuze vloeide voort uit zijn aanpak. Het klinkt allicht wat hoogdravend uit de mond van ‘lolbroek’ Brooks, maar hij liet zich voor Blazing Saddles naar eigen zeggen inspireren door Picasso. Die schilderde doodleuk twee ogen aan dezelfde kant van de neus, zodat je met andere ogen naar de portretkunst ging kijken.

Brooks wilde hetzelfde uithalen met de western: “Omdat de officiële manier waarop het westen werd verbeeld simpelweg berustte op een leugen. Ik dacht toch al dat mijn carrière naar de knoppen was, dus ik schreef waanzinnig, maar oprecht materiaal over witte corruptie en racisme en onverdraagzaamheid van mensen die met de Bijbel zwaaien.”

Om de raciale context accuraat in het script te vangen voegde hij de grofgebekte, vlijmscherpe zwarte stand-up comedian Richard Pryor toe aan het team. Brooks vroeg hem bijvoorbeeld hoe ze om moesten gaan met het beladen N-woord. Pryor antwoordde dat je daar niet vrijelijk mee kon strooien. “Maar de bad guys kunnen het wel zeggen. Zij zouden dat in de realiteit ook zeggen.”  Door schurken en benepen stadbewoners af te schilderen als racistische idioten werden niet alleen de cliché western, maar ook hun houding belachelijk gemaakt.

Mel Brooks in een van zijn bijrollen, gouverneur La Petomane (windenlater), en Robyn Hilton

De nog onervaren Bergman zag hoe Tex X transformeerde tot een uitzinnige film met de titel Blazing Saddles. En dat vond hij geen probleem. In een interview vergeleek hij het schrijven met Brooks, Pryor en Steinberg als tennissen met “Lendl en Borg en McEnroe”. “Ik herinner me dat ze zeiden dat comedy net zoiets is als poëzie: ieder lettergreep telt. Als je één woord te veel gebruikt, verandert een leuke grap in een doodnormale zin.”

Het teamwerk resulteerde in een eindeloze stroom grappen, variërend van briljant tot beroerd. Een sheriff met een zonnebril en een Gucci zadeltas, bonen etende cowboys die eindeloos veel scheten laten en revolverhelden die in een wagen met chauffeur aan de horizon verdwijnen: alles kon. En tussendoor ging de film over racisme en corruptie en het verband daartussen. De studio twijfelde: moesten ze deze anarchistische film wel uitbrengen?

De combinatie van scherpe maatschappijkritiek met zeer vulgaire slapstick bleek in de seventies echter zeer lucratief. Het werkte: wie zich lekker wilde ontspannen met een uitzinnige komedie, kreeg de satire er gratis bij en vice versa. En de kritische toon leek impact te hebben: er wordt wel beweerd dat Blazing Saddles een van de nagels was aan de doodskist van de traditionele western. Het blijft een klassieker, al worden er anno nu soms vraagtekens gezet bij alle politiek incorrecte gein.

Bepaalde keuzes vallen in de categorie ‘dat doen we nu niet meer’, zoals een van Brooks’ bijrollen, als een rood geschminkt (Jiddish) opperhoofd. De film heeft in ieder geval een prominente verdediger in Barack Obama. De eerste zwarte president glipte als iets te jonge tiener stiekem een zaal in om de eerste zwarte sheriff te zien. In 2015 mocht hij Mel Brooks een medaille omhangen. Vooraf citeerde de president de laureaat zelf, die ooit tegen zijn schrijfteam zei: “Schrijf alles wat je wil, want niemand zal ooit meer van ons horen. Voor deze film worden we allemaal gearresteerd.”

Wat zoek je?