Twee perspectieven op Ciske de Rat

Het boek Ciske de Rat van Piet Bakker werd zowel in 1955 als in 1984 verfilmd. Beide films groeiden uit tot klassiekers. Ze kunnen dan ook prima naast elkaar bestaan. Sterker nog: ze vullen elkaar aan.

De Rotterdamse Galapremière van Ciske de Rat in 1955 (foto Harry Pot, Anefo)

“Kent u eigenlijk Ciske de Rat?”, vraagt de gerenommeerde Duitse filmregisseur Wolfgang Staudte aan de Nederlandse douanebeambte die zijn bagage controleert. “Ik zou geen Hollander zijn, als ik Ciske niet kende”, antwoordt de douanier.

Het is de Telegraaf die dit voorval in 1955 optekent, maar ook de andere kranten schrijven veelvuldig over de komst van Staudte naar Nederland. Niet alleen omdat hij hier Ciske de Rat komt verfilmen, het geliefde boek van Piet Bakker, maar zeker ook vanwege zijn reputatie.

Het cv van Staudte is imposant, maar niet vrij van smetten. Als acteur speelde hij onder meer een bijrolletje in de antisemitische nazi-propagandafilm Jud Süß (1940). Als regisseur wist hij dit soort schandvlekken volgens sommigen overtuigend te wissen met kritische films zoals Die Mörder sind unter uns (1946), waarin hij de zwarte bladzijden uit het recente verleden van zijn land niet schuwt. In het naoorlogse Nederland wordt Staudte soms door pers omschreven als “het voorbeeld van de goede Duitser”.

Volkse lectuur

Diverse journalisten zetten vraagtekens bij zijn materiaalkeuze. Ciske de Rat wordt medio jaren vijftig vaak afgedaan als volkse lectuur. Piet Bakker lijkt er zelf niet zo mee te zitten. Hij schrijft heel bewust voor gewone mensen en wil dat zij ieder woord begrijpen.

Toch probeert Bakker zijn lezers altijd iets mee te geven. Hij situeert zijn roman in 1929, het begin van de crisisjaren. Voor het Amsterdamse straatschoffie Ciske breekt een extra zware tijd aan. Hij raakt vermangeld tussen zijn tirannieke moeder, zijn afwezige vader en het justitiële systeem.

Oud-onderwijzer Bakker kiest voor een beschouwende vertelwijze. Het verhaal wordt niet verteld vanuit het perspectief van Ciske, maar dat van de begripvolle meester Bruis, die het joch in zijn klas krijgt. Hij is een van de weinigen die toekomst zien in de jonge rebel. Als Ciske zijn moeder doodt met een mes, laat meester Bruis het kind niet vallen.

Het grote publiek leeft mee, maar veel critici vinden het gegeven veel te melodramatisch. Wat moet een serieuze cineast als Staudte met zo’n “onmogelijk boek”? Volgens de regisseur bezit de roman echter “alle warmte voor een goede menselijke film”.

Het script schrijft hijzelf. In zijn aanpak maakt Staudte een aantal stijlkeuzes. Een daarvan valt bij het zien van de film meteen op. Het eerste dat de toeschouwer hoort is een vrouwenstem, die in keurig Engels vertelt over “one of the oldest and most interesting parts of Amsterdam”. Het is een gids op een moderne Amsterdamse rondvaartboot, die de passagiers vertelt over het “Kolkje”, oftewel de smalle Oudezijds Kolk.

Meester Bruls

Bekijkt Staudte ons land met een toeristische blik? Nee, hij lijkt deze opening vooral te gebruiken om direct aan te geven dat de film zich afspeelt in 1955 en niet in 1929. Geen kostuumdrama dus, maar een realistische vertelling over een maatschappij in transitie. Aan de ene kant is de invloed van de kerk nog voelbaar. Aan de andere kant heeft Ciske een gezinsvoogd die zich vastklampt aan modernistische theorieën, bijvoorbeeld over parapsychologie. Daartussenin staat meester Bruis, die Ciske haarfijn aanvoelt.

Net als in de roman wordt het verhaal verteld vanuit zijn perspectief. Staudte geeft hem een monoloog interieur mee. Acteur Kees Brusse, die meester Bruis met een zekere lichtheid vertolkt, is te horen in overvloedige voice-overs. Daarin licht hij het verhaal toe en laat hij doorschemeren wat zijn pedagogische principes zijn. De onderwijzer blijft geloven in zijn meest beruchte leerling, die naast straf vooral ook positieve aandacht nodig heeft.

Ciske mag dan de titelheld zijn, eigenlijk is meester Bruis de hoofdpersoon. Een interessant, maar ook wat afstandelijk perspectief. Veel van Ciske’s belevenissen worden samengevat in dialogen en voice-overs. De dood van zijn moeder wordt verteld in een vrij korte flashback. Deze indirecte manier van vertellen wordt gecompenseerd door de schwung waarmee Staudte het verhaal in beeld brengt, de nuchtere Amsterdamse dialogen en het spel van Brusse en de piepjonge Dickie van der Velde als Ciske.

In 1955 slaat de film enorm aan. Nog voor de première ontvangt Ciske de Rat een Zilveren Leeuw op het filmfestival voor Venetië. In Nederland reageren de critici welwillend en de film trekt 2.433.000 bezoekers.

1984. Koningin Beatrix en Danny de Munk bij de première van de nieuwe Ciske de Rat. (foto Rob C. Croes, Anefo)

Het is zeker niet de laatste productie. Tijdens de draaiperiode in Amsterdam neemt Staudte zelf al een Duitse versie op: Ciske: Ein Kind braucht Liebe. In 1958 verschijnt er een Amerikaanse televisiefilm, onder de titel A boy named Ciske. Daarin wordt het verhaal in krap een uur samengeperst.

In de jaren tachtig blijkt er nog altijd ruimte te zijn voor een nieuwe versie. Het idee is afkomstig van scenarist Karin Loomans (Kort Amerikaans). In haar herinnering werd het boek altijd verteld vanuit Ciske. Pas bij herlezing merkt ze dat dat niet klopt. “Het leek mij een uitdaging om het verhaal te schrijven uitgaande van mijn herinneringen aan het boek”, vertelt ze in 1984 aan de krant Trouw.

Door alles vanuit Ciske te vertellen wordt hij als personage minder passief, mondiger, minder een slachtoffer. Er is nog iets anders dat opvalt in deze door Guido Pieters geregisseerde verfilming. Waar Staudte het verhaal in 1955 situeert, speelt deze versie zich nadrukkelijk af in de jaren dertig. De crisissfeer komt overal in terug. Op muren staan leugens gekalkt als ‘Weg met de steunverlaging’, cafébezoekers schelden op de toenmalige premier Colijn en Ciske werpt stenen tijdens rellen.

Toch speelde Pieters ook met het idee zijn film in het heden te laten afspelen. Daarvoor zou hij de handen niet op elkaar krijgen, besefte hij. “Ciske nu, zou een heel andere film zijn. Die zou misschien niet eens meer Ciske kunnen heten. De hoofdfiguur zou bijvoorbeeld een Turks jongetje zijn met net zo’n sociale achtergrond als onze Ciske. Maar als je alleen al de woorden ‘Turks jongetje’ noemt, kun je de film wel vergeten.”

Dat was in 1984. Misschien is het tijd voor nog een remake?

Wat zoek je?