A Night at the Opera van de Marx Brothers kent vele vaders

De beste scenario’s komen tot stand door de heftigste conflicten of via de meest bizarre omwegen. In een serie anekdotes uit de filmgeschiedenis dit keer het verhaal van een scenario dat werd geschreven door een heel leger aan schrijvers, terwijl velen denken dat het is geïmproviseerd door drie broers: de Marx Brothers’ klassieker A Night at the Opera
 

Het kaartspel bezorgde Leonard Marx vaak ruzies en schulden, maar op een avond in 1934 bracht het kaartspel hem juist veel geluk. Hij speelde een potje bridge met enkele hoge heren uit Hollywood.  Eén daarvan was de jonge maar machtige producent Irving Thalberg. Een man met wie Marx graag vrienden wilde worden. Samen met zijn jongere broers Arthur (Harpo), Julius (Groucho) en Hebert (Zeppo) vormde hij al jaren een zeer succesvol comedy-gezelschap. Maar nu zat hun carrière in een impasse. Als The Marx Brothers hadden ze naam gemaakt in het variété-circuit, aanvankelijk zelfs nog met hun andere broer Herbert (Gummo). Ze waren uitgegroeid tot Broadway-sterren. Een aantal van hun theatershows was succesvol verfilmd. Daarna maakten ze nog drie producties bij Paramount. De verhouding met die studio raakte bekoeld en hun laatste film, de anarchistische politieke satire Duck Soup, scoorde matig aan de kassa. Paramount besloot het contract niet te verlengen. Andere studio’s toonden niet veel interesse. Zeppo haakte af, maar de rest van de broers wilde verder. Thalberg bleek een fan te zijn van de Marx Brothers. Hij wilde de  andere broers wel eens ontmoeten. Bij het eerste gesprek viel Thalberg direct met de deur in huis: hij vond Duck Soup helemaal niets. Dit irriteerde Groucho. De piepjonge producent was misschien machtig, maar de meeste films uit zijn stal waren drama’s. Groucho zelf vond Duck Soup een hele grappige film. Thalberg gaf hem gelijk, maar voegde daar iets aan toe: “The audience doesn’t give a damn about you fellas. I can make a picture with you that would have half the laughs as your Paramount films, but they will be more effective because the adience will be more in sympathy with you.” 
 
Een heel regiment

‘Half the laughs’ klinkt voor raskomieken weinig aantrekkelijk, maar bij nader inzien gaven ze hem gelijk. In Duck Soup beginnen Chico en Harpo zonder aanleiding een onschuldige pindaverkoper te treiteren. Ze spelen onverbloemde pestkoppen, wel grappig, maar ze roepen inderdaad geen empathie op. Overtuigd tekenden de broers een contract bij MGM. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, waren de scripts van de Marx Brothers niet van A tot Z geïmproviseerd. Ze hadden veel eigen inbreng, maar hadden ook altijd behoefte aan schrijvers. In het geval van hun eerste MGM-film lieten ze zelfs een heel regiment aanrukken. De eerste schrijver was James K. McGuinness, een vakman in dienst van de studio die net klaar was met een Tarzan-film. Zijn outline was niet bruikbaar maar de setting sprak aan: de operawereld. De titel werd A Night at the Opera. Thalberg huurde vervolgens Bert Kalmar en Harry Ruby in, die al vaker hadden geschreven voor de Marx Brothers. Zij leverden een snelle eerste scriptversie. Wat zij niet wisten, was dat Thalberg kort daarna nog twee andere comedy-schrijvers inhuurde: George Seaton en Robert Pirosh. De twee schrijfteams werkten volgens de overlevering in belendende kamers, maar kwamen daar tijdens het proces pas achter. Ze besloten de krachten te bundelen. Thalberg en de Marx Brothers zagen de potentie in hun materiaal, maar waren nog niet tevreden. De oplossing: nòg meer schrijvers. Dit werden George S. Kaufman en Morrie Ryskind. Gerespecteerde theaterveteranen die ook de Broadway-successen van de broers hadden geschreven. Thalberg eiste van deze duurbetaalde schrijvers zo snel mogelijk een treatment, waarop Kaufman droog antwoordde: “Do you want it wednesday, or do you want it good?” Uiteindelijk lag er script met de vingerafdrukken van zeven schrijvers erop.
 
Lengte van de lach
 
Maar nog steeds was dat niet genoeg. De eerste succesfilms van de broers waren gebaseerd op hun theaterstukken. Het materiaal was vóór de opnamen al tijdens talloze voorstellingen getest. Om er zeker van te zijn dat het script echt werkte, trokken de broers ook nu weer het land door om het scenario voor publiek uit te proberen. Er was alweer een nieuwe schrijver aangetrokken om hen te vergezellen, comedy veteraan Al Boasberg, die werkte voor Buster Keaton en Bob Hope. Hij zat achterin de zaal, naast een secretaresse en luisterde naar de lengte van iedere lach. Na afloop schreef hij meteen nieuw materiaal. Scènes waarin Groucho een hele massa mensen binnenlaat in een veel te krappe scheepshut of waarin hij en Chico verstrikt raken in een chaotische contractbespreking, groeiden tijdens de tournee uit tot succesnummers. De broers speelden soms vier shows op een dag, in steden als Salt Lake City en San Francisco. Groucho en Chico, die weinig gedisciplineerd waren in het leren van teksten, bedachten soms ter plekke iets anders. Harpo creëerde zijn eigen muzikale acts. En het publiek ‘jureerde’. Uiteindelijk lag er een strak script waarin de Marx Brothers een jonge operazanger hielpen met zijn carrière en in de liefde. Plaaggeesten in dienst van de underdog. Thalberg haalde zijn gelijk: A Night at the Opera groeide uit tot een kassucces. Volgens sommige fans is het zelfs hun beste film, al geven de meest puristische ‘Marxisten’ ironisch genoeg juist de voorkeur aan het inmiddels toch nog klassieke Duck Soup.
 
Bronnen:
 
Monky Business- The Lives and Legends of the Marx Brothers, Simon Louvish
 
Uit de Criterion Collection 
 
Uit de Coston Chronicles 
 
En een klassieke scène uit A Night at the Opera:

Wat zoek je?